BOUDEWIJN DE GROOT. Een lange jongen, die verlegen lijkt, maar het om de drommel niet is. Terwijl zijn platen nu de Nederlandse hitparade bereiken, brachten ze hem een jaar geleden nog geen sou op. En nog maar vier jaar geleden had hij nooit van zijn leven gezongen. Toen zag hij zijn toekomst alleen nog maar als cineast en ijverig bracht hij de dagen door als leerling van de Amsterdamse filmacademie. Door een toeval, dat overigens al in vele interviews is vermeld, werd toen zijn talent voor het chanson ontdekt door zijn vriend Lennaert Nijgh.
"Lennaert en ik kenden elkaar al van de lagere school. Maar
later zijn we elkaar uit het oog verloren en eigenlijk raakten
we pas op de filmacademie weer bevriend. Lennaert was toen aan
een filmpje bezig, "Feestje bouwen" heette het, en hij zocht
een jongen, die liedjes zong. Je weet wel, zo'n zanger die
romantisch onder het balkon ouderwets stond te doen. En
toevallig was ik in die tijd juist wat aan het proberen met
een gitaar, min of meer geinspireerd door Jaap Fischer. En
daarom heeft hij mij toen genomen voor zijn film. Het was
trouwens de eerste keer, dat-ie een liedje schreef, "Aan het
strand", en alweer door een toeval trok dat twee jaar later de
aandacht van een televisieman, van Ed Lautenschlager".
Zo is Boudewijn de Groot in "het chanson" terechtgekomen. En
omdat ie een moderne jongen is, heeft hij zich niet beperkt
tot cabareteske chansons-bij-de-gitaar, maar heeft hij zich
laten inspireren door idolen van de platenkopende jeugd als
bijvoorbeeld Bob Dylan en Donovan. Terwijl hij enkele jaren
lang geen droog brood verdiende met zijn liedjes, en hij
daarom halve dagen bij een warenhuis in het magazijn werkte om
vrouw Anneke en kind Marcel in leven te houden, maakte hij
eind vorig jaar een plaatje, dat hem in korte tijd succes,
werk en dus ook een beter inkomen bezorgde. Phonogram kwam hem
Aznavours
"Une enfant" aanbieden, dat in Anglosaksische landen
in vertaling al een hit was geworden. Boudewijns vriend
Lennaert Niigh
schreef er een Nederlandse tekst voor, die
"beter is dan de Engelse", zoals Boudewijn vindt.
Die plaat werd een bestseller, bracht het tot de hoogste regionen
van de hitgarade en zo wonderwel bleek die stijl bij Boudewijns
talent en stem te passen, dat er nu onlangs zelfs een 30-cm
langspeelplaat op het Decca-label verscheen. Daarop staan
chansons als 'Woningnood", maar ook vertalingen van Donovan-
en Dylan- nummers als "Sunny Goodge Street", dat in het
Nederlands "Draai weer bij" werd. "Times are a'changin"' werd
"Er komen andere tijden".
Die liedjes hoort u in het televisieprogramma "Hee Boudewijn",
dat vanavond op het scherm komt. Maar verder zingt hij een
stout liedje, dat door Lennaert Nijgh uit het Frans werd
vertaald; het draagt de veelbelovende titel "Een meneer hield
van een jongen". "Welterusten, meneer de president" is een
Nijgh en de Groot-liedje, waarvoor zelfs Bob Dylan niet opzij
zou gaan. Het is een type "protest"-song, waarvan de
Ampex-technici bij de montage van het programma zeiden: "Nou,
nou, die jongen zegt voor de televisie dingen, waarvoor een
ander in de gevangenis zou komen..."
|
|