EMMEN - De roodzwart geblokte jas die hij dertig jaar droeg op de hoes van 'Voor de Overlevenden' hing hij aan een wand van het decor. Of we dat toch wel hebben gezien, vraagt Boudewijn de Groot na het slotapplaus aan zijn publiek in Theater De Muzeval in Emmen, waar zijn nieuwe theatertour woensdagavond begon. Vervolgens begint hij aan een blokje toegiftjes, waaronder ook liedjes van die vermaarde grammofoonplaat, zoals 'Testament', 'Verdronken vlinder' en 'Het Land van Maas en Waal'. Fans zingen de nummers hardop mee en op dat moment krijgt de avond zijn onvermijdelijke nostalgisch tintje. Toch is de grote kracht van dit theaterconcert juist dat de hoge kwaliteit van het afwisselend geheel het gemakkelijk wint van die goede herinneringen aan dat vroegere repertoire.
"Voor het eerst sinds dertien jaar weer met een band op tournee," schrijft De Groot in het
programmaboek van 'Een nieuwe herfst', genoemd naar de cd waarmee hij vorig jaar zijn
comeback als zanger maakte en waarvan deze theatertour het directe gevolg is.
Boudewijn de Groot is een groot liedjeszanger, maar hij voelde zich nimmer een artiest.
Al eind jaren zestig, op het toppunt van zijn roem, stopte hij met optreden, omdat hij vond
dat zijn studioliedjes op het podium te veel aan kwaliteit inboetten. Daarna maakte hij
enkele glorieuze comebacks en ging bij ook weer optreden, zoals begin jaren tachtig met een
vijfmans band. Maar ook toen gaf hij openlijk blijk van ambivalente gevoelens, want het
stoorde hem dat het publiek grotendeels op zijn vroegere repertoire afkwam en nauwelijks
geïnteressseerd leek in zijn nieuwe werk. Hij is zich deze ervaringen indachtig geweest
toen hij onlangs besloot toch weer te gaan optreden. Dus boekte hij slechts een kortlopende
tournee van vier maanden, zodat hij de eindstreep binnen oogbereik heeft. En hij besteedde
extra zorg aan een zeer evenwichtige opbouw van het programma, waarbij hij oud en nieuw
werk aangenaam varieert en steeds naadloos op elkaar laat aansluiten. Nadrukkelijker dan
voorheen bewaart hij de pure nostalgie van de zanger-met-gitaar tot de staart. Maar de
belangrijkste voorwaarde die hij zichzelf gesteld heeft is dat de allerbeste studiomusici
hem op het podium omringen. Onder hen zijn de muzikanten die hem begeleidden op de recente
cd: toetsenist Jakob Klaasse, de gitaristen Jan de Hont en Jan Hendriks en bassist Peter
van Straten. De zevenmans formatie bestaat verder uit drummer Mark Stoop, violiste Monique
Lansdorp, en natuurlijk multi-instrumentalist Ernst Jansz, met wie hij al twintig jaar
samenwerkt.
Op het kleingemaakte podium (waarbij de apparatuur grotendeels aan het zicht onttrokken is
door een niet erg fraai maar wel zeer effectief decor van metershoog getimmerde latjes
waaraan de meeste muziekinstrunten hangen) vertolken zij met zijn achten zo'n 25 liedjes
uit 32 jaar repertoire van Boudemjn de Groot. Dat zijn ingetogen ballads (zoals het
breekbare nieuwe lied 'De rover), maar ook veel uitbundiger en vrolijker songs (zoals het
bekende 'Tante Julia'), oude en recente teksten van De Groots artistieke kompaan Lennaert
Nijgh (zoals de klassieker 'Malle Babbe' en de nieuwe single 'Avond), maar ook enkele eigen
teksten (van de onderschatte elpee 'Maalstroom', uit 1984) en werk van Herman Pieter de
Boer, zoals 'Annabel', de Hans de Booij-hit waarvoor Boudewijn de Groot indertijd de
muziek schreef.
Door de fraaie arrangementen van orkestleider Jakob Klaasse (met Lansdorps viool in een belangrijke sfeerrrol) zijn vroeger en later werk soms nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Alleen tijdens die toegiften en in de korte inleidingen op zijn liedjes laat Boudewijn de Groot het verleden overduidelijk doorklinken. En de aanblik van die kruinen bij de buiging aan het slot - tja, die refereren ook aan een voorbije tijd. Maar wat vorm en inhoud, tekst en muziek betreft, is dit theaterconcert niet alleen van toen of nu, maar van alle tijden. In dat opzicht is 'Een nieuwe herfst' een prachttitel.
Mistroostig makende provinciesteden, de gedachte aan de bitterballen in de foyer na afloop
en die vriendelijke mevrouw die per se wil laten weten hoe goed ze het vond, bezorgen De
Groot kennelijk nu al zweethanden. Nog voor het echt is begonnen, verlangt het
grijsgeworden lentekind naar het moment dat het er bijna op zit.
Niets is minder waar, zo blijkt de ochtend na de onoffciële Nederlandse première
van 'Een nieuwe herfst'- naar de gelijknamige cd die vorige zomer uitkwam - in een
uitverkocht Theater de Muzeval in Emmen.
Thuis in Heemstede zijn de halfhoge zware laarzen (beetje Beatle-Boots) ingewisseld voor
huissloffen met geruite sokken, de zwartfluwelen broek met dito gillet voor een
spijkerbroek met blauwe bloes. Tot nu toe is de toer voor Boudewijn de Groot (52) een
'fantastische ervaring'. Maar zoals die dingen bij hem nu eenmaal gaan: "Ik begon met een
hoop aarzelingen. Over het publiek, de muzikanten, het repertoire. Ik denk dan: laat mij
maar rustig in studio zitten en een mooie plaat maken. Maar het is me duizend procent
meegevallen. We hebben erg veel plezier op het podium, dat straalt kennelijk uit naar de
zaal. Je hebt ook bands waar die sfeer op het podium blijft hangen, alsof het publiek er
niet aan mee mag doen."
Bij het betreden van De Muzeval op woensdagavond krijgt De Groot wat 'de provincie' aangaat
even gelijk. Het 'multifuncitonele' theater met zijn automatische schuifdeuren en
kakelbonte inrichting maakt een verdronken vlinder van de bezoeker. Maar niets ten nadele
van het Emmens publiek dat volgens de zanger opvallend snel los kwam. De Groot vindt het
niet vervelend dat er nog steeds antieke hits als 'Testament' en 'Tante Julia'op het
repertoire staan.
"Het is geen verplichting, hoewel ik denk dat het publiek wel teleurgesteld zou zijn als
ik niets uit die tijd zou spelen. Als ik naar de Stones ga, dan hoop ik ook dat ze
'Satisfaction' spelen. En ik vind het nog steeds mooie nummers. Wat ik wel opvallend en
positief vind: het publiek van nu is veel ontvankelijker voor nieuwe repertoire. Nu gaan
ook onbekende nummers mee in de waardering."
lnmiddels is het toeren zelfs zó goed bevallen dat er aan het eind van dit jaar een
tweede tournee gepland is. Nadat hij zich de afgelopen dertien jaar voornamelijk
bezighield met het produceren van andermans platen, met acteren en het vertalen van
thrillers, is Boudewijn de Groot van plan zich voorlopig weer met zijn eigen muziek bezig
te houden. "Ik krijg aan het eind van dit jaar nieuwe teksten van Lennaert Nijgh, zodat er
naar verwachting medio volgend jaar weer een nieuwe cd uitkomt."
Tekstschrijver Lennaert Nijgh en Boudewijn de Groot onderhouden al meer dan dertig jaar
een 'knipperlichtrelatie.'. Voor 'Een nieuwe herfst' was er sprake van een jarenlange
radiostilte. De Groot moest maandelang smeken en bedelen voor Nijgh aan het schrijven ging.
"Deze keer is het ook anders," zegt De Groot, die vorig jaar met de ex-vrouw van Nijgh in
het huwelijk trad. "Toen ik die laatste keer aan kwam zetten, was het voor Lennaert ook een
hele overgang om weer teksten voor mij te schrijven. Hij zit er nu beter in, en het
scheelt ook enorm dat 'Een nieuwe herfst' zo goed ontvangen is.
'Een nieuwe herfst' valt bijna naadloos in de rest van zijn repertoire en gaat met name
over dat ene universele thema: de liefde. De Groot vindt het zelf 'een terugkeer naar de
jaren zestig'. "Ik heb nooit in één stijl gepast, ik vond en vind het veel
te leuk om met verschillende stijlen te experimenteren. Vroeger liet ik me te veel
meeslepen door de gebeurtenissen van het moment en zeker in de jaren zestig waren die
nogal eens overweldigend. Nu ga ik veel meer mijn eigen gang. Het zou ook niet
geloofwaardig zijn als ik nu ineens ging grungen of housen. Ik kreeg
toevallig net een bandje met een gabberversie van 'Malle Babbe'. 'Malle gabber' heet het.
Ik heb geen idee van wie het is. Op zich wel leuk om te horen, ik vind het echter niet leuk
dat ze propaganda maken voor XTC."
"Als luisteraar heb ik niet zoveel met house, hiphop, rap. Ik herken en erken het als de
tijdgeest van de jaren '90. Maar voor mij is het een caleidoscoop van dingen die ik niet
kan onderscheiden. Na de leegte van de jaren '80 is het wel goed dat er weer muziek is met
bestaansrecht die op z'n eigen merites beoordeeld kan worden."
"Het zou wel kunnen dat ik een agressieve rap-plaat gemaakt had als ik nu 20 was. Er is
voor deze generatie weer voldoende om tegenaan te schoppen. Maar wij gedragen ons als
heren van rond de vijftig. Als ik het ergens niet mee eens ben, dan zeg ik het wel in een
gesprek of in een interview, maar niet in een lied. Dat zou niet meer geloofwaardig
overkomen."
|
|