King Lear zou hij niet kunnen spelen. Tsjechov wel. Zanger en acteur Boudewijn de Groot speelt voor de tweede keer de hoofdrol in de gelijknamige musical.
Toen Tsjechov in 1991 in première ging, keek musicalminnend Nederland reikhalzend
uit naar de invulling van de hoofdrol. Voormalig protestzanger Boudewijn de Groot in de
huid van de Russische schrijver; als dat maar goed zou aflopen. Dat deed het. De Groot en
zijn medespelers Lenette van Dongen, Ryan van den Akker, Johan Ooms en Marcel (zoon van) De
Groot trokken er honderdzestig zalen mee vol.
Tijd voor een reprise, moet het Amsterdamse impresariaat Jacques Senf hebben gedacht.
Of niet? "Veel mensen hebben Tsjechov toen niet gezien," beweert Boudewijn de Groot. Er
kwam steeds meer vraag naar de musical. Het leek Senf nu een goed moment. Mij ook. Ik heb
er veel zin in."
De succesvolle productie gaat binnenkort in een nieuw jasje de theaters in. Met een nieuwe
bezetting - onder wie Danny de Munk, Anne-Mieke Ruyten en Wil van der Meer - een herziene
regie, nieuwe decors, een nieuwe choreografie. En een nieuwe invulling van de hoofdrol.
"In de eerste reeks voorstellingen zette ik een sympathieke, mooie rustige, maar wel vlakke
Tsjechov neer. De afgelopen negen jaar heb ik ook in andere stukken geacteerd en heb met
een eigen liedjestournee ook andere podiumervaringen opgedaan. Ik wil nu meer vrijheid om
te laten zien hoeveel er in het innerlijk van Tsjechov omging, maar hoe weinig er naar
buiten kwam."
Vereist dat veel inspanning, moet Boudewijn de Groot zichzelf daarmee geweld aandoen?
"Er zijn tussen Tsjechov en mij wel punten van overeenkomst. Ik ben ook terughoudend en dan
hebben mensen geen besef van hoeveel emoties er in me leven. Ook met relaties zijn hij en
ik erg onhandig. Tsjechov hield wel van gezelschap, maar hij wilde dat liever van binnenuit
bekijken. Ook dat herken ik."
Die overeenkomsten maakten dat Boudewijn de Groot negen jaar geleden alleen maar zichzelf
hoefde te zijn om geloofwaardig over te komen. Nu kan hij meer karakter aan zijn rol
meegeven en er tegelijkertijd wat minder ingetogen, wat uitbundiger mee omgaan. "Ik speelde
na de eerste Tsjechov een rol in Het dagboek van Anne Frank, deed wat kleine
optredens met een pianist, bracht een nieuwe cd uit en toerde met Een Nieuwe Herfst.
Al die activiteiten hebben ertoe bijgedragen, dat ik het nu aandurf om Tsjechov wat rijker
te maken. Ik bedoel niet te zeggen dat ik King Lear zou kunnen spelen. Maar ik ben in deze
Tsjechov wel meer acteur dan voorheen". Bij de eerste Tsjechov hadden recensenten
nogal wat kritiek op de personages in de musical. Ze zouden niet voldoende zijn uitgewerkt.
Hebben Boudewijn de Groot en regisseur Eddy Habbema zich die kritiek aangetrokken?
"Ik denk niet dat Eddy er oude kritieken op heeft nagelezen. Het is een feit dat op het
eerste gezicht het script van de musical fragmentarisch aandoet. Kleine gebeurtenissen gaan
in een bepaalde chronologie voorbij. Er is nauwelijks een psychologische spanningsboog, wel
een rode draad. Maar er is per scène genoeg te beleven, hoor."
Boudewijn de Groot is blij met de nieuwe rolbezetting. "Met deze nieuwe mensen smaken de
relaties anders. De sfeer is goed, er is wederom een bepaalde onderlinge hechtheid. Wat dat
betreft is er niet veel verschil met de eerste keer. Een nieuwe cast geeft nieuwe impulsen.
Bovendien is er geen gevaar dat acteurs terugvallen op hun routine."
Met de persoon van de Russische schrijver Tsjechov is voor kleurrijk onderwerp gekozen.
Bestaan er plannen om andere flamboyante auteurs als Honoré de Balzac of Guy de
Maupassant tot onderwerp van een musical te maken?
"Bij mij niet," zegt De Groot stellig. "Maar ik wil wel. Waarbij ik aanteken dat ik niet
een serie musicals over schrijvers moet gaan doen. Ik zou sowieso wel wat meer willen
acteren, zonder dat mijn ambitie te laten worden. Als ik na Tsjechov weer als zanger zou
gaan toeren, is het ook goed."
Is daar kans op?
"Ik denk dat dat heel reëel is. Ik val steeds weer terug op de muziek." Nog ooit als
protestzanger? "Dat is al heel lang voorbij. Wat ik dan wel wil? Maakt niet zoveel uit.
Er zijn absoluut geen onderwerpen waar ik het beslist over wil hebben. Ik vind teksten wel
of niet mooi. Krijg ik een mooie tekst, dan maak ik er muziek op. Op dit moment richt ik me
op Lennaert Nijgh (de tekstschrijver uit De Groots glorieperiode, RvdH). Ik hoop binnen
afzienbare tijd een cd uit te brengen met teksten van Lennaert. Bij hem weet je nooit
wanneer het materiaal er is. Maar als hij eenmaal gaat zitten, komt er gelijk een boel uit."
|
|
|
|