Waar hij woont en wie hij is

auteur: Bram van Splunteren
geplaatst in: OOR, najaar 1975

"Het authentieke Nederlandse chanson wordt hier eigenlijk nauwelijks beoefend en gewaardeerd. Alleen uit pioniersoverwegingen interesseer ik me voor dit genre."
Nu, tien jaar later, plukken velen anderen de volrijpe vruchten van zijn gepionier; hij is niet meer alleen, zoals hij zelf antwoordt op de vraag wat er in die tien jaar veranderd is. "Het Nederlandstalige lied is een markt geworden." En verrassend genoeg heeft hij zelf een belangrijk aandeel van die markt in handen weten te houden. Alleen de lp 'Nacht en ontij' haalde geen oplage van meer dan 25.000 exemplaren, alle andere (een slordige tien in getal) gingen daar ruim overheen en 'Voor de overlevenden', 'Vijf jaar hits', en 'Hoe sterk is de eenzame fietser' kwamen zelfs dik boven de 50.000 uit, wat in Nederland wordt beloond met platina.
Op zijn laatste elpee 'Waar ik woon en wie ik ben' geeft Boudewijn duidelijk te kennen dat hij de behoefte voelt om de balans op te maken na tien jaar Nederlandstalig lied, en in de periode dat ook hij in de dertiger jaren van zijn leven is aangeland.
Ik zocht hem daarom tot tweemaal toe op in Hilversum, waar hij vlak voor een vertrek van zes weken naar de Verenigde Staten zijn voorlopig laatste produktieklus voor de firma Phonogram vervulde, de nieuwe elpee van Rob de Nijs.


Tijdens een tweede sessie van het vrij uigebreide gesprek dat ik met Boudewijn had, vertelde hij me ook over zijn eerste gitaar, de kortstondige gitaarlessen en het soort beweegredenen dat hem ertoe gebracht had gitaar te gaan spelen en er daarna mee door te gaan.
"Ik wilde altijd staan tegenover mensen voor wie ik het doe. En ik doe het nooit om mezelf uit te leven of om me af te reageren of om m'n emoties duidelijk te maken... het gaat altijd alleen maar om mezelf tegenover mijn publiek."
"Het is ook toevallig geweest dat ik het van daaruit professioneel ben gaan doen... niet omdat ik een drang had, niet omdat ik het per se wilde, niet omdat ik de beste gitarist of de beste zanger wilde worden... ik ben het op een gegeven moment toevallig geworden. Het ging altijd alleen maar om mezelf... en hoeveel dagdromen en fantasieën ik ook had waarin ik de gevierde ster was, het was nooit een stimulans om het in daden om te zetten."
"In principe ken ik mezelf ook ieder talent toe dat er bij wijze van spreken te koop is. Maar ik zet het nooit om in daden... Binnenin mij is het één woeste warreling van fantasieën en, wat dat betreft, drang en fanatisme, maar het zet zich nooit om, er is geen katalysator. Ik ben mijn eigen katalysator niet. Als er iets uitkomt, is het... vloeiend, zonder erupties, zonder dat het naar buiten geschopt wordt... die hele karrière is als een soort lauwe pisstroom naar buiten komen vloeien... daar komt het echt op neer."
- Dat is natuurlijk niet zo'n erg positieve omschrijving...
"Positief of niet... is dat belangrijk? Hoe 't naar buiten komt... ik kan er niets aan doen... Het is eerder teleurstellend misschien, voor anderen om het op deze manier te horen. Ik weet ook niet of het commercieel gezien verstandig is om dit allemaal te zeggen... Wat moet je ermee als je fan bent van Boudewijn de Groot en je krijgt te horen dat alles als een lauwe pisstroom naar buiten komt... Wat moet je ermee aan?"
Hij vraagt me dan echt iets te doen met de zeer persoonlijke informatie die hij me zojuist gegeven heeft. Wat kan ik doen? Laten we hopen dat uit de neerslag van de belangrijkste en meest interessante gedeelten uit onze gesprekken, de figuur van Boudewijn de Groot de beschrijving krijgt die hij verdient.

GEEN DYLAN

Op één van de allereerste singles die Boudewijn maakte, 'Élégie prénatale', hoor je hem nog een beetje op een bekakte manier brouwen; ik vraag hem hoe dat nou kwam.
Boudewijn: "Dat was omdat ik uit een omgeving kwam waar iedereen zo praatte... Aerdenhout... praten een beetje bekakt daar en kunnen ook geen normale r zeggen..."
- In dat nette milieu waar je uit kwam, was jij een beetje de opstandige jongeling?
"Ik was niet uitgesproken opstandig, ik was wèl, zeker voor dat milieu, wat excentriek. Op de middelbare school was ik één van de eersten met lang haar, er waren er nog twee... en ik hoorde achteraf, toen ik al van school af was, dat de leraar Nederlands tegen de andere leerlingen gezegd had dat ik samen met nog een jongen uit de klas altijd van die intellektuele literatuur las... Sartre, Remco Campert en Mulisch... terwijl er toen Paul Gallico en Jan Mens werd gelezen. Maar opstandig was ik zeker niet, ik had nauwelijks een eigen mening, laat staan dat ik opstandig was."
- Luisterde je vlak voordat je begon te zingen al naar Dylan?
"Nee, ik vond het zelfs ontzettend. Ik weet nog dat mijn zusje ermee aan kwam zetten en vroeg wat ik er nou van vond en ik vond 't maar niks. Ik wilde niet de moeite nemen om naar de teksten te luisteren want het was een gigantische stroom van min of meer 'slang' uitgesproken, niet verstaanbaar Engels... Het sprak me helemaal niet aan. Nee, in die tijd was het Brassens, Jacques Brel, Jaap Fischer... daar luisterde ik naar."
- Jaap Fischer is waarschijnlijk wel belangrijk voor je geweest...
"Ja, Jaap Fischer... Hij was de enige in de eerste plaats en... hij had een enorme invloed op wat ik zelf deed met mijn gitaarmuziek."
- Toen jij bezig was in die periode van 'Voor de overlevenden', was ook de tijd dat Armand populair werd. Heb je hem nog gekend?
"Jazeker. Ik heb ook verschillende malen samen met hem opgetreden in één programma... en we werden trouw tegen elkaar uitgespeeld, vooral in Hitweek... De redaktie was zeer pro Armand en zeer tegen mij, en dat werd dan op gezette tijden doorgevoerd in de brievenrubriek waarin de ene keer Armand en de andere keer ik werd uitgescholden. En dat werd ook door de redaktie in stand gehouden... Ja, Armand was de opstandige jongen..."
- Wat vond jijzelf van wat hij deed?
"Ik vond het ontzettend jofel... maar ik was in die tijd nog te veel in de sfeer van het intellektualisme... ik moest mooi klinkende teksten hebben en die had Armand niet. Hij zong nog net op rijm, maar dat was het dan ook wel. Voor mij was het geen poëzie en dat was wat ik wilde voor mezelf. Maar diep in mijn hart vond ik het goed wat Armand deed en zou ik willen dat ik het kon, en dat het vanuit mijzelf óók op die manier kon. Maar ik was te veel bezig met poëzie... als het maar mooi klonk."
- Hitweek besteedde toen kennelijk nog wel redelijk veel aandacht aan Nederlandse zangers als Armand en jij?
"Nou... eh... wél toen ik 'Picknick' maakte, maar daarvoor niet. Ik kwam er meer over de vloer dan dat ze over me schreven. En omdat ik daar veel over de vloer kwam... ik wilde namelijk zo ontzettend graag dat ze het goed vonden wat ik deed dat dat mede de oorzaak geweest is dat ik die elpee 'Picknick' gemaakt heb. Het was uiteindelijk één grote vleierij, en ik had ook het gevoel dat me niets meer kon gebeuren toen Willem de Ridder in de studio verscheen bij de opnames en steeds maar zei dat ie het fantastisch vond, dat ie het te gek vond... 'verre muziek' riep hij dan... Hij heeft zelfs aanwijzingen gegeven hoe het nog beter zou kunnen en ik voelde me safe, honderd procent safe. En uitgerekend die plaat is dan ook de minst persoonlijke geworden."

CONCEPT ALBUM

- Van de elpee die je maakte voordat je met die groep begon, 'Nacht en ontij', begrijp ik eigenlijk weinig...
"Tja, het is een ontzettend literaire brij wat er que tekst op staat, en als zodanig valt er dus ook weinig te begrijpen. Het is één gigantisch decor... het heeft niets met de realiteit te maken, het heeft niets met een intelligente vorm van visie te maken... het is intuïtief, het is emotioneel... 't is een sfeer."
- Ik bedoelde met mijn vraag ook dat ik niet begrijp hoe je zomaar zo'n plaat kon maken, na wat je tot op dat moment gedaan had...
"Ik weet niet meer precies wat de redenen voor mij waren om die plaat te gaan maken, het enige wat ik nog wel weet is dat het onderwerp mij toen boeide en dat ik de mogelijkheden zag er muzikaal iets mee te doen. Ik wilde graag een concept-album maken en ik wilde het graag zelf doen, dus niet in samenwerking met Lennaert, op die manier dus ook niet afhankelijk van een tekstschrijver... Tekstueel en technisch gezien is het niet veel wat er op de plaat gebeurt, het is één grote brij van woorden die een bepaalde atmosfeer moeten suggereren. Hetzelfde geldt voor de muziek, het is allemaal illustratieve muziek." "Die plaat heeft ook niet zo gigantisch verkocht... en ik weet ook zeker dat die plaat niet verkocht op zijn eigen kwaliteit, maar een groot deel van de verkoop was natuurlijk gebaseerd op het succes van de plaat daarvoor. (Picknick - BvS).

BOUDEWIJN ALS PRODUCER

- Je zegt dat er een enorm groot aanbod is van mensen die met bandjes bij de platenmaatschappij komen. Wat is je in dit verband opgevallen in de afgelopen vier jaar dat je als producent bij Phonogram werkzaam was?
"Dat het allemaal ergens op lijkt. Je hoort altijd Elton John, of Crosby Stills & Nash... dat is het grootste aanbod dat ik heb meegemaakt. Maar dan krijg je natuurlijk per producer verschillende dingen aangeboden. Zo krijgt Hans van Hemert dingen aangeboden in de stijl van Big Mouth en Little Eve, of Sandra en Andres. En in vele gevallen is het dan ook een letterlijke kopie van een bestaand duo en dan kan je er ook helemaal niets mee doen omdat je al zo'n duo hebt. En zo krijgt Peter Koelewijn hetzelfde met Nederlandse rock & roll groepen en ik met Nederlandse luisterliedjes. In de meeste teksten lees ik dingen die zo verschrikkelijk lijken op wat ik zelf vroeger deed. Oorspronkelijke dingen zitten er gewoon ontzettend weinig tussen. Verder valt het me op dat er altijd een 'missing link' is, ik bedoel, je krijgt een groep aangeboden en het is nooit een hechte groep. Er is altijd minstens één die zo ontzettend uit de toon valt, technisch of muzikaal, dat het de hele groep naar beneden haalt. En vaak is het er meer dan één..."
- Ik kan me zo voorstellen dat er van de kant van de platenmaatschappij vreselijk hard wordt gezocht naar mensen die Nederlandstalige liedjes zingen...
Ja, het is natuurlijk enorm populair, dus wordt ernaar gezocht. Er is ook een groot aanbod van mensen die de aspiratie hebben een Robert Long, een Rob de Nijs of een Herman van Veen te zijn. Maar ook daar hoor je steeds wie de grote invloed is geweest."
Boudewijn vertelt dan dat het grootste probleem altijd de kwaliteit van de teksten is; hij staat enorm wantrouwig tegenover Nederlandse teksten omdat het, zoals hij zegt, "meestal helemaal niks is".
Het kan niet anders of het gesprek komt nu op de twee belangrijkste huidige vaandeldragers van het Nederlandse lied, Robert Long en Alexander Curley. Ik vraag hem recht op de man af wat hij van Alexander Curley vindt en na een korte adempauze (waarin hij behoedzaam naar de juiste formuleringen zoekt, Nederland is daar klein genoeg voor) antwoordt hij: "Ik vond hem een fantastische zanger toen hij Engels zong, ook de muziek die hij schreef... echt een goede zanger. Maar ik vind deze Nederlandstalige plaat zover afstaan van de Engelstalige... kwa talent en kwa muzikale inspiratie... ik vind het namelijk niet persoonlijk, ik vind de invloeden te duidelijk... ik word er niet wijzer van. Wanneer ik die plaat hoor, word ik er net zo min wijzer van als wanneer ik naar die plaat van Robert Long luister."
- Oh ja? Robert Long vind je dus ook niet zo leuk?
Nee, inderdaad. Want ik léér niets over die jongen, en over Alexander Curley ook niet... en over Herman van Veen wél. Als ik naar repertoire van Herman van Veen luister, dan kan ik me ontzettend goed een voorstelling maken, die ik misschien niet eens onder woorden kan brengen, maar die ik wel erg goed kan aanvoelen... En dat mis ik bij Alexander Curley en Robert Long."
Er ontstaat nu een kleine diskussie tussen ons omdat ik het voor Robert Long opneem. Ik zeg dat ik vind dat Robert Long wél behoorlijk persoonlijk in zijn liedjes is, wanneer bij bv zingt over relaties die hij gehad heeft of die hij gehad zou kunnen hebben, en dat hij verder op een direkte manier goede observaties maakt van zaken die zich in het dagelijks leven afspelen. Boudewijn voert daar tegenin dat de visie van Robert Long op het dagelijks leven niets toevoegt aan de reeds bestaande visies van andere Nederlandse caberetiers. Daarnaast vindt Boudewijn de wijze waarop Robert Long het dagelijks leven bezingt erg vrijblijvend.
- Misschien vind je dat nu ook wel omdat je zelf net een heel persoonlijke plaat gemaakt hebt?
"Natuurlijk, natuurlijk... natuurlijk vind ik het voor een groot deel daarom. Ik kan in mijn eigen repertoire handenvol liedjes vinden. Ik kan je een hele elpee laten horen waarop nog geen tiende procent persoonlijkheid op staat. De hele 'Picknick' lp bijvoorbeeld, wat vreemd genoeg de enige elpee is die indertijd door Hitweek haast werd bejubeld, is uitgerekend de elpee waar niets persoonlijks op staat. De elpee is één grote stroom van invloed, van de Beatles tot en met Jimi Hendrix... Maar misschien wel op een 'verre' manier, zoals dat toen heette ha ha, gebracht..."

NIET VERRAST

- Was je niet verrast door het feit dat toen je met 'De eenzame fietser' terugkwam weer zo'n grote respons van de kant van het publiek kwam, nadat je tenslotte zo'n tijd 'weg' was geweest...
"In zekere zin niet, omdat in die tijd dat ik weg was ze die verzamelelpees uitbrachten, vooral de eerste, die dubbelelpee 'Vijf jaar hits', heeft vreselijk goed verkocht... zodat er ook snel een tweede dubbelelpee kwam, die ook veel verkocht. Dat waren dus aanwijzingen dat ik noch aan populariteit noch aan bekendheid ingeboet had... integendeel zelfs. Dus als zodanig was het succes van 'De eenzame fietser' niet zo'n verrassing. Ik was in zoverre natuurlijk wél verrast dat die plaat het óók zo goed deed, hij had net zo goed veel minder kunnen verkopen... wel misschien goud of zo, 25.000... maar er zijn er nu 80.000 van verkocht en dat is dan natuurlijk een aantal waar je blij verrast over bent."
- Het is geloof ik wel ontzettend belangrijk voor je, dat commerciële succes?
"Nou... eh... ja natuurlijk, het betekent dat ik door kan gaan. Zo simpel ligt dat, wat dat betreft. En het is financieel natuurlijk ook belangrijk, en het is belangrijk dat ik datgene kan doen wat ik graag wil terwijl het succes heeft. Het is inderdaad op alle manieren belangrijk, maar altijd achteraf. Het is dus niet zo dat ik er geen afstand van zou kunnen doen. Ik zal ongetwijfeld een stevige kater overhouden als die platen niet verkopen en ik dús niet kan doen wat ik wil en dús ermee moet ophouden. Maar het is niet zo dat ik dan coute que coute een noodsprong maak naar iets wat me niet bevalt om die populariteit maar vast te houden."
"Stel dat Alexander Curley op een gegeven moment honderd keer zoveel verkoopt als ik. En ik zal ermee op moeten houden omdat er geen platen van me verkocht worden... dan zou je kunnen zeggen: ga dan net zoiets doen als Alexander Curley... je naam heb je nog, alleen je naam is niet populair meer... dan maar iets wat Alexander Curley doet... Ik zou het niet op kunnen brengen."

AMERIKA

Boudewijn gaat begin oktober 6 weken naar Amerika, maar nu om het land echt te zien. Eerder dit jaar is hij er nl. ook al geweest, maar toen heeft hij vrijwel kontinu in de studio gezeten voor de opnamen van zijn laatste elpee 'Waar ik woon en wie ik ben'.
"Vroeger ging ik iedere zondag naar Schiphol, met maar één gedachte en dat was aan Amerika denken. En alles bekijken wat maar enigszins associeerde met Amerika... of dat nou een bordje was met vlucht KL zoveel naar New York of dat het alleen maar een vliegtuig naar het westen zien vliegen was, en onmiddellijk erbij denken: díe gaat naar Amerika. En Amerikanen op Schiphol bekijken, 't was daar nog veel chaotischer toen... en als je dan Amerikaans hoorde spreken, onmiddellijk reageren en kijken naar die mensen... ik weet niet... een soort fanatisme..."
- Hoe oud was je toen?
"Een jaar of dertien... Ik was toen in vliegtuigen geïnteresseerd alleen maar omdat je daarmee naar Amerika kon vliegen en omdat daar vliegtuigfabrieken waren... eigenlijk had het niets met vliegtuigen te maken."

FILMAKADEMIE

De Nederlandse cineast René Daalder schreef samen met Boudewijn de teksten voor de nieuwe elpee en verzorgde ook nog voor een belangrijk deel de zakelijke leiding tijdens de opname. Boudewijn vertelt dat hij René nog kent van de Filmakademie, waar ze allebei van '62 tot '64 opzaten (in die tijd duurde de opleiding nog twee jaar). Boudewijn heeft die opleiding trouwens nog met goed gevolg afgemaakt en zou misschien wel kameraman bij de toenmalige NTS zijn geworden als de direkteur van de Filmakademie, dhr. Peters was dat toen nog, geen negatief advies over hem aan de NTS had uitgebracht. Zijn sollicitatie werd afgewezen en omdat het in die tijd moeilijk was om als kameraman of filmer aan de slag te komen, was hij gedwongen om ander werk te zoeken. Zo kon het gebeuren dat Boudewijn daarna anderhalf jaar lang zijn brood verdiende als magazijnkracht bij de Bijenkorf.
Van de Filmakademie herinnert hij zich trouwens nog dat hij in een heel veel belovende klas zat met o.m. Pim de la Parra, Gied Jaspers en Jan de Bont.
- Heb je daarna eigenlijk zelf nog wel eens films gemaakt?
"Nee, ik heb helemaal niets meer met film gedaan. Daar had ik geen enkele ambitie meer voor."
- Dus je was na de Filmakademie een beetje 'afgekickt' op film?
"Ja... niet op een emotionele manier, maar het vloeide gewoon langzaam weg."
- Want ik neem toch aan dat je voordat op de Filmakademie kwam toch wel een beetje filmfanaat was?
"Nou, ik was minder filmfanaat dan de anderen bij ons in de klas. Mijn belangstelling kwam voort uit een ander soort belangstelling voor film, en dát had wéér met Amerika te maken, en dat was dat ik gefascineerd was met name door de glamout en de glitter kant ervan... Ik wist dan ook meestal beter welke akteurs erin meespeelden dan door wie het geregisseerd was. Ik was ook uitsluitend geïnteresseerd in Amerikaanse films, hoewel het milieu waar ik uit kwam eigenlijk dat was van de 'modernisten'... die dus geïnteresseerd waren in existentialisme en dat soort grauwe toestanden die er omheen hingen. De Franse film had dat veel, dat was nog voor de Nouvelle Vague... de avant garde van toen die werkte met dat soort van Satre-achtige toestanden. Mijn hele kulturele bewustzijn van dat moment schommelde tussen dat intellektualisme van de Franse kant, en de Amerikaanse kant met ook de rock & roll muziek. Het werkte dus ook muzikaal door. Aan de ene kant hield ik van rokerige moderne jazz en aan de andere kant vond ik het jofel om naar de Everly Brothers, Buddy Holly en Little Richard te luisteren. Maar ik bewoog me dus in 'modernistische' kringen, ik mocht volgens die code alleen maar luisteren naar moderne jazz... dan luisterde ik 's avonds thuis naar Radio Luxemburg en AFN... Die tweespalt beheerste toen zo'n beetje mijn innerlijke leven.

OPTREDEN

- in '69 kondigde je aan dat je niet meer zou optreden en dat heb je sindsdien ook niet meer gedaan...
"Ja, toen heb ik overal een streep onder willen zetten, ik wilde alleen met muziek bezig blijven maar op een heel andere manier. Optredens in het hele land... dat maakte me ook depressief, op vele manieren. Ik bedoel, alleen zijn, alleen optreden, alleen ergens naartoe gaan... Lennaert ging later vaak mee, maar het optreden was toch een eenzame affaire, op eenzame plaatsen vaak ook nog... ik werd er vreselijk triest van en gedeprimeerd."
- Zou je het nog steeds niet willen?
"Nee, omdat ik er nog steeds aan denk hoe het toen was en mezelf er nog niet van heb kunnen overtuigen dat het nu anders zou zijn... Ik ga wel eens met Rob de Nijs mee en zie dan de omgeving waarin hij staat, terwijl hij toch erg populair is en behoorlijk veel succes heeft... 't is vaak te triest voor woorden.... Tenten met een houten podiumpje, temidden van een goochelaar en een Spaans dansduo..."
- Maar jij zou toch zo langzamerhand wel naar de schouwburgen van de grote steden toe kunnen?
"Ik zou dat misschien ook wel willen doen, volgend jaar, een paar optredens... maar er zijn ook nog andere dingen, ik ben bij optredens sowieso nerveus... Dat merk ik wanneer ik iets voor de televisie moet doen, ik ben de hele dag nerveus en ik maak me de grootste zorgen en ik raak m'n tekst kwijt en het loopt helemaal door mekaar... Het is... intussen gebrek aan ervaring en het is misschien ook wel een gebrek aan vakmanschap wat dat betreft... Maar ik dúrf het niet, ik durf het gewoon niet aan. En iedereen overtuigt me ervan dat de zaal vol zit en dat het publiek het fantastisch vindt... en ik durf het niet aan. Ik kan iedere medewerking krijgen die ik hebben wil, ik kan zelfs met een orkest van veertig man gaan staan, bij wijze van spreken, in het Concertgebouw van Amsterdam... Ik kan zelfs een bedrag krijgen, zodat ik geen verlies lijd, of wat dan ook! Wat dan ook, ik word nerveus bij de gedachte alleen al... en ik weet dat ik het moet overwinnen want ik voel als ik bij een concert van een groep zit dat ik ontzettend graag daar op dat toneel zou willen staan. Dus ik weet dat ik het diep in mijn hart graag wil, maar het jaagt me angst aan."

TRENDS

- Als je de platen die je tot nu toe gemaakt hebt op een rijtje zet, en je plaatst ze een beetje in hun tijd, dan valt het op dat de platen heel duidelijk de kenmerken van die tijd met zich meedragen. Zoals 'Picknick' in de flower power periode valt, en 'Voor de overlevenden' in de tijd van de protestsong... en iemand anders suggereerde aan mij dat in de tijd dat de fiets populair werd en zaken als milieubewustzijn, kwam ook 'De eenzame fietser' op de proppen. En het laatste is misschien wat al te ver gezocht, maar na het Simplisme hou jij het op je laatste elpee ook maar simpel...
"Ja, het Simplisme, ha ha... nee, het Simplisme heeft er niets mee te maken. Ik ben niet heer Groot."
- Maar meer algemeen gesproken ben je toch behoorlijk... en dat kun je dan achteraf zeggen, het is nog de vraag of je dat bewust gedaan hebt... ben je toch behoorlijk trendbewust geweest.
"Alleen bij 'Picknick' is dat vantevoren helemaal zo bedoeld, maar bij de rest was het niet inhaken op een trend... alleen die protestsongs zijn uiteraard geschreven in de pre flower power tijd, in de provotijd, dus uiteraard beïnvloed door een heel wereldprotest... dus wat dat betreft ook geschreven naar aanleiding van een trend... Maar behalve die twee is de rest uitsluitend spontaan gekomen en is er niet bewust ingehaakt op een rage... En die 'Eenzame fietser' heeft verder ook niets met milieu te maken."
- Wat ik wel opvallend vind aan de laatste elpee is dat het idee achter de plaat én door het feit dat er een nummertje over je moeder op staat...
"John Lennon."
- Dat-ie kwa opzet inderdaad aan de eerste solo-lp van Lennon doet denken... zonder dat ik nu vind dat je erg door 'm beïnvloed bent...
Die plaat is natuurlijk veelvuldig genoemd tijdens het schrijven van deze plaat. Niet om daar voorbeelden als zodanig uit te putten, maar onherroepelijk bij het schrijven van een plaat praat je over voorbeelden, al was het alleen maar om duidelijk te maken wat je bedoelt als je aan platen denkt. Dus... eh... John Lennon, Bob Dylan, de Kinks... we hebben 't er veel over gehad, ja. Binnen die trend kan je die plaat ook zetten, ja, maar niet als trendvolging, maar gewoon één van de voorbeelden."
Boudewijn maakt me dan ook duidelijk dat de zeer persoonlijke aanpak van de teksten op deze laatste elpee tot stand is kunnen komen o.m. door de specifieke aard van zijn relatie met René Daalder; bij een eventuele volgende elpee wil Boudewijn ook of weer met René werken óf met iemand anders, die dan wel op dezelfde wijze als René als een soort klankbord voor zijn ideeën- en gedachtenwereld zal moeten kunnen funktioneren. Het zal niet eenvoudig zijn zo iemand te vinden. En Lennaert Nijgh dan?
"Ik heb met Lennaert in principe best een goede verstandhouding maar het is geen verstandhouding waaruit dit soort teksten voortkomt..."
- Maar op 'De eenzame fietser' was dat dus nog wel mogelijk?
"Ja, maar dit speelt allemaal sinds begin vorig jaar... dat het echt voor mezelf duidelijk is..."
- Duidelijk hoe je je songs nu voorstelt?
"Ja, wat ik wil en hoe ik vind dat m'n songs moeten zijn. En bij 'De eenzame fietser' was dat enigszins duidelijk, ik bedoel... ik hoorde op die plaat te veel nummers die me aan vroeger deden denken en die me uiteindelijk weinig zeiden toen die plaat eenmaal klaar was... en de dingen die me meer zeiden en waarin ik verder wilde gaan. Dat was bijvoorbeeld een heel persoonlijk nummer als 'Jimmy' en dat was een simpel nummer als 'Kindermeidslied'... Dus die ideeën simpelheid en persoonlijkheid kreeg ik aan de hand van 'De eenzame fietser' natuurlijk ook wel."
- Zoals je nu bent kan ik je helemaal niet rijmen met de figuur die je in het nummer 'Travestie' bent. Daarin zingt dat meisje oude liedjes van jou en daarin zeg je dat je je onschuld kwijt bent en dat je nu het beest geworden bent...
"Ja, het is zo agressief mogelijk duidelijk maken wat er aan de hand is. Ik heb ze tien jaar lang verleid zoals een Lorelei zeelieden verleidt, met dingen die niet over mij persoonlijk gingen maar die verpakt waren in... eh... dingen die mooi klonken, uiterlijk. Daarmee heb ik ze verleid en nu wil ik ze met de neus op de feiten drukken en het ze allemaal niet zo mooi geven zoals ik het altijd gedaan heb, maar wél oprecht. Ik wil ze dat hard duidelijk maken omdat het vanaf nu alleen nog maar eerlijk toe zal gaan."


Omhoog
Terug