Kerst vertelsel

auteur: Boudewijn de Groot
geplaatst in: Hitweek, 1965

Deze brief vond Boudewijn de Groot op (!) het meisje van 16. We vonden hem de moeite van het publiceren waard. Aldus:

Lieve Mams en Paps, Hier een briefje van jullie meiske. Nu ik ongeveer een maand weg ben, dacht ik opeens dat jullie nog steeds niets van me gehoord hebben. Het spijt me vreselijk, daarom dit briefje. Ik heb een zalige tijd gehad. Jan had wel geen geld maar jullie zult wel gemerkt hebben dat Pappa's geldkistje er niet meer stond. Dat staat nu hier. Ik schrijf deze brief erop. De kist is leeg, ik ook, want Jan is weggegaan omdat hij ruimte nodig had, zei hij.
Oh Mams, hij is zo enig, Jan. Geweldig kreatief en handig en zo. Hij vond laatst een oud fietswiel en dat heeft hij op een doodshoofd (van zijn vader, zei hij, oh, hij is enig!) gezet, (bevestigd, zei Jan altijd) en dat noemde hij 'Vader op weg naar de Heer'. Dat vind ik zo geestig. Ik moest altijd zo lachen om hem. Hij maakte ook zelf woorden. Hij noemde mij 'natel' en hij was een 'vogel'. Goed, hè?
En als hij iets goed vond zei hij altijd: 'Dat is 'prop', joh,. Dat vind ik goed gevonden, geweldig origineel. Gewoon HET einde (die uitdrukking heb ik ook onderweg geleerd).
Oh Mams, we hebben zoveel gelopen. Ik ben doodop. Jan heeft me alles laten zien. Van stad tot stad zijn we getrokken en nu ken ik geloof ik heel Holland. Wat een machtig land! Ik had nog nooit een koe gezien. Jullie wel? Jan heeft ze me laten zien, wel duizend geloof ik. En in het zuiden was een groot gebouw en Jan zei dat ze daar lampen voor de Morele Herbewapening (wat is dat?) Jan wist het ook niet namelijk) maken. Nou, er zijn vast een heleboel mensen die lampen nodig hebben want het was een heel groot gebouw.
Oh ja, Jan heeft me van alles laten zien. En ik ken nu ook een heleboel mensen.
Eh... Jan de Leeuw en Trea en Willeke en Peter M. en Ria V. en nog een heleboel meer. Goed hè?
Maar nu is Jan weg en ben ik alleen. Ik schrijf dit langs de kant van de weg, rijksweg E10. Ze zeggen dat die naar het einde loopt. Tenminste, dat zei Rob de N. (de Koning van de weg - red.) daarnet. Hij kwam langs en zag er zo raar uit. Er zaten geloof ik vleugeltjes op zijn rug. Gek hè. Maar het stond wel schattig vond ik.
Als ik wat uitgerust ben ga ik achter hem aan. Zo'n enige zwerver.
Oooooh Mams, alles wordt opeens zo licht en helder om me heen. En ik hoor muziek, harpen en bazuinen en een strijkkwartet lijkt het wel (echte beatmuziek, hoor). Oh, en een heleboel lang-, zilverharige gedaanten met vleugeltjes (net als Rob de N. Oh jé, en die lange, mooie man met die baard, zilverwit! Dat is ..... dat moet ....... het Kerstmannetje...?
Oh Mams, Paps, ik ga met ze mee. Nu. Daaag. Vaarwel. Veel liefs.

Je Meiske

P.S. Nog een Gelukkig Kerstfeest en een Voorspoedig Nieuwjaar.

De oorspronkelijke spelling is aangehouden.
[Opmerking: we hebben het vermoeden dat niet Boudewijn dit stuk geschreven heeft, maar een van de redacteuren van Hitweek.]


Omhoog
Terug