Het verlangen van Boudewijn de Groot

Eeuwig heimwee

auteur: Roos Schlikke
geplaatst in: NCRV Gids, 12-18 augustus 2000

Boudewijn de Groot beoefent zijn vak nog steeds met hart en ziel. Geduldig wacht hij tot Lennaert Nijgh weer met een nieuwe stapel liedteksten voor de deur staat. Daarna kan hij aan de slag: melodieën componeren voor een nieuwe cd. "De fluit- methode werkt niet meer zo goed als vroeger."

Wie verwacht dat hij in de wilde stad leeft, heeft het mis. In een Hans en Grietje-achtig huisje in het keurige Heemstede woont hij, Boudewijn de Groot (55), muzikant, acteur, hippie en protestzanger van weleer. De woonkamer staat vol met antiek, er is een klein charmant tuintje en in ijzeren mandjes ligt fruit. Onder de televisie staan videobanden met tekenfilms. Want grootvader is hij inmiddels ook.

Vanwaar Heemstede?
"Ik ben hier opgegroeid. Ik heb ook op andere plekken gewoond, maar om de een of andere reden keer ik hier steeds weer terug. Dat heeft denk ik vooral met mijn hang naar het verleden te maken. Ik weet niet precies waar dat vandaan komt. Dat heb ik altijd al gehad. Mijn gedachten gaan vaak terug naar vroeger."

Om mooie herinneringen op te halen?
"Zowel mooie als minder mooie momenten komen dan terug. Het weemoedige in mij maakt dat ik verlang naar alles wat ik niet heb. In mijn geval kunnen nare dingen uit het verleden evenveel nostalgie oproepen als de hoogtepunten. Het is niet zo dat ik het allemaal meteen over wil doen. Maar ook in tijden dat het niet goed met me ging, leefde ik in een bepaalde sfeer, een gemoedstoestand. Dat had ik toen niet zo in de gaten, maar jaren later kan de herinnering eraan me weemoedig maken. Want die momenten zijn, omdat ze in het verleden liggen, onbereikbaar en niet meer wezenlijk terug te halen."

Die weemoed, daar hadden ze tijdens de Romantiek ook last van. Ben je een romanticus?
"Nou, in die zin wel. Ik kan ook tamelijk emotioneel zijn. Niet dat ik voortdurend zit te huilen, hoor. Maar soms zie ik iets in een film en dan schieten de tranen wel in mijn ogen. Ook op momenten dat het misschien helemaal niet ontroerend bedoeld is. Ik wil nog wet eens erg geëmotioneerd raken als ik vind dat iets heel goed gedaan is. Dat kan in een film bij wijze van spreken bij een heel komische scène zijn. Die vind ik dan zo goed gespeeld dat het me ontroert. Bij muziek heb ik dat ook. Vakmanschap vind ik mooi."

Praten over jouw muziek kan nauwelijks zonder dat tekstschrijver Lennaert Nijgh wordt genoemd.
"Wij werken al zo ontzettend lang samen. Dus als ik een plaat maak, dan is dat met Lennaert. Maar het schrijven gaat niet altijd even vlot. Ik moet gewoon wachten tot hij weer met teksten komt. Hij roept in ieder geval weer dat er een plaat moet komen. Dat deed hij de vorige keer niet en toen duurde het heel lang voor hij materiaal voor me had. Ik heb goede hoop dat het dit jaar gaat lukken zodat ik aan de gang kan. Hem stimuleren van mijn kant heeft weinig zin, want hij weet wel hoe graag ik wil. Dus ik wacht gewoon af."

En hoe gaat dat dan? Staat hij opeens voor de deur met een stapel liedjes?
"Eigenlijk wel. Op dat moment begint het voor mij pas. Dat is heerlijk. Ik heb bij de teksten van Lennaert nooit zoveel moeite om er een melodie bij te verzinnen. Hij schrijft vrij muzikaal."

En hoe ga je uiteindelijk te werk? Wacht je net zo lang tot er iets bij je opborrelt?
"Vroeger had ik daar een speciale methode voor. Ik hing de teksten aan de muur en ging er dan voor staan. Als er iets in me opkwam, floot ik het voor me uit en zo kwam ik tot een melodie. Later ben ik gewoon met mijn gitaar erbij gaan zitten en zong ik vanzelf iets. Bij de laatste plaat lukte dat wat minder. Toen ben ik die oude fluitmethode weer gaan proberen, maar het werkte jammer genoeg niet zo goed als vroeger."

Hoe komt dat?
"Er zitten minder melodieën in mijn hoofd die er per se uit moeten, zoals vroeger. Ik maak al zo lang muziek, dat het niet zo raar is dat die drang minder is."

Heb je nog bepaalde rituelen die inspiratie oproepen?
"Ik heb nooit iets gedaan om inspiratie te krijgen. Ik geloof daar niet in. De mooiste ideeën komen vaak op de meest onverwachte momenten. Op de fiets of onder de douche. Juist op tijdstippen dat je niet zo bewust zit te denken."

Je wacht dus op materiaal voor een nieuwe plaat. Maar intussen zit je niet stil, want je speelt in de musical Tsjechov. Hoe is dat?
"Hartstikke leuk. Ik zou best vaker willen acteren."

Die rol speel je nu voorde tweede keer. Heb je er iets aan veranderd?
"Het blijft dezelfde rol, maar ik probeer meer na te denken over Tsjechovs diepere motivaties en emoties. De eerste keer speelde ik hem vooral als een heel rustige introverte man. Nu probeer ik meer van zijn grotere gevoelens te laten zien."

Je bent zelf ook niet de meest extraverte artiest die er rondloopt. Helpt het acteren je om die kant bij jezelf te ontwikkelen?
"Ik durf me mede door Tsjechov meer vrijheden te veroorloven op het toneel. Ik heb het altijd moeilijk gevonden om daar heel uitbundig te staan. Ik liep altijd tegen een bepaalde gêne op. Nu durf ik ook tijdens concerten meer theater te laten zien."

Hoe vind je het dat je nog steeds aangeduid wordt als protestzanger?
"Ik hoor het tegenwoordig gelukkig niet meer zo vaak. Ik heb me nooit in die titel kunnen vinden. Een etiket beperkt je. Diversiteit vind ik erg belangrijk. Natuurlijk heb ik protesttiedjes gezongen, maar ik heb nog zoveel andere nummers op mijn repertoire staan. Mijn publiek begrijpt dat ook, dat is in leeftijd met me mee opgeschoven. De twintigers uit de jaren zestig zijn nu vijftigers, net als ik. En ze komen nog steeds naar mij kijken. Maar er staan ook zeventienjarigen in de zaal. Dat heb ik altijd gehad, dat gemengde publiek. Dat maakt het tijdloos."

Over blijkbaar tijdloze muziek gesproken: Ernst Jansz heeft jaren in jouw band gezeten. Begin dit jaar heeft hij die hele hectische Doe Maar-revival meegemaakt. Hoe vond je dat?
"Hahahaha, dat was nogal wat, ja. Ik kan me niet voorstellen dat mij dat zo was overkomen, hoewel ik me kan indenken dat het een enorme kick voor die jongens is. Zij zijn natuurlijk op een hoogtepunt gestopt en nu, jaren later, weer op dat hoogtepunt verder gegaan. Dat is mooi. Maar het is niks voor mij. Ik ben gewoon altijd blijven zingen. Ik ben nooit echt weg geweest. Natuurlijk kent mijn carrière pieken en dalen, maar mijn publiek is altijd gebleven."

Houd je van optreden?
"Ik heb het nooit zo verschrikkelijk leuk gevonden, tot de laatste tournee. Toen klopte alles: de muziek, de begeleiding en de sfeer in de band. Ik had het tijdens de toer niet zo in de gaten, maar toen het afgelopen was, miste ik het heel erg."

Weer die eeuwige heimwee dus.
"Ja, zo kun je het wel noemen"

Je hebt in je leven een aantal hele heftige beslissingen genomen. Je verliet onder meer twee keer je gezin. Hoe kijk je op die periode terug?
"Het waren gebeurtenissen. Ik denk niet dat het goed zou zijn geweest als ik een andere beslissing had genomen, hoewel het toen heel moeilijk was. Nu neem ik minder radicale beslissingen dan toen, denk ik. Ik overweeg de dingen wat langer."

Je hebt eens verteld dat je op je derde en huidige vrouw nooit verliefd bent geweest. Is het voorbij met de heftige emoties?
(glimlacht een tikje verlegen) "Liefde is een vreemde ziekte, zeg ik dan maar. Ik vind verliefd zijn ontzettend vervelend. Het zorgt voor onrust, voor frustratie, voor teleurstelling. Als die prachtige verliefdheid eenmaal over is, kan het heel erg tegenvallen. Maar als je begint met een kleine genegenheid die zich bestendigt, dan kan er iets veel langdurigers ontstaan."

De selectie van Boudewijn de Groot

"Ik houd van goede films. Het genre maakt me niet zo veel uit, eerlijk gezegd. Een film als Sunset Boulevard vind ik mooi. Verder ben ik een liefhebber van Forensic detectives (Discovery Channel, donderdag 22.00). Hele interessante verhalen zijn dat. Ik houd van allerlei soorten programma's, ze hoeven niet per se kunstzinnig te zijn. Minder gek ben ik op praatprogramma's. Daar zijn er zo veel van dat ik er niet zo'n zin meer in heb. Zomergasten (VPRO, zondag 21.00) is een positieve uitzondering. Dat vind ik een leuke formule. Het jammere daarvan is, dat het erg van de presentator afhangt of het een leuke avond wordt of niet. Vind je diegene niet interessant, dan houdt het op. Ik heb echt een hekel aan 'reality TV'. Eén keer heb ik naar Jerry Springer (SBS 6, ma-vr 18.15 en 00.00) gekeken. Verschrikkelijk. Dat zet ik dus nooit meer aan. Tegen Big Brother (Veronica, vanaf september) heb ik mezelf dan ook beschermd. Dat heb ik nooit gezien."


Omhoog
Terug