Boudewijn de Groot beoefent zijn vak nog steeds met hart en ziel. Geduldig wacht hij tot
Lennaert Nijgh weer met een nieuwe stapel liedteksten voor de deur staat. Daarna kan hij
aan de slag: melodieën componeren voor een nieuwe cd. "De fluit- methode werkt niet meer zo
goed als vroeger."
Wie verwacht dat hij in de wilde stad leeft, heeft het mis. In een Hans en Grietje-achtig
huisje in het keurige Heemstede woont hij, Boudewijn de Groot (55), muzikant, acteur,
hippie en protestzanger van weleer. De woonkamer staat vol met antiek, er is een klein
charmant tuintje en in ijzeren mandjes ligt fruit. Onder de televisie staan videobanden met
tekenfilms. Want grootvader is hij inmiddels ook.
Vanwaar Heemstede?
"Ik ben hier opgegroeid. Ik heb ook op andere plekken gewoond, maar om de een of andere
reden keer ik hier steeds weer terug. Dat heeft denk ik vooral met mijn hang naar het
verleden te maken. Ik weet niet precies waar dat vandaan komt. Dat heb ik altijd al gehad.
Mijn gedachten gaan vaak terug naar vroeger."
Om mooie herinneringen op te halen?
"Zowel mooie als minder mooie momenten komen dan terug. Het weemoedige in mij maakt dat ik
verlang naar alles wat ik niet heb. In mijn geval kunnen nare dingen uit het verleden
evenveel nostalgie oproepen als de hoogtepunten. Het is niet zo dat ik het allemaal meteen
over wil doen. Maar ook in tijden dat het niet goed met me ging, leefde ik in een bepaalde
sfeer, een gemoedstoestand. Dat had ik toen niet zo in de gaten, maar jaren later kan de
herinnering eraan me weemoedig maken. Want die momenten zijn, omdat ze in het verleden
liggen, onbereikbaar en niet meer wezenlijk terug te halen."
Die weemoed, daar hadden ze tijdens de Romantiek ook last van. Ben je een romanticus?
"Nou, in die zin wel. Ik kan ook tamelijk emotioneel zijn. Niet dat ik voortdurend zit te
huilen, hoor. Maar soms zie ik iets in een film en dan schieten de tranen wel in mijn ogen.
Ook op momenten dat het misschien helemaal niet ontroerend bedoeld is. Ik wil nog wet eens
erg geëmotioneerd raken als ik vind dat iets heel goed gedaan is. Dat kan in een film bij
wijze van spreken bij een heel komische scène zijn. Die vind ik dan zo goed gespeeld dat
het me ontroert. Bij muziek heb ik dat ook. Vakmanschap vind ik mooi."
Praten over jouw muziek kan nauwelijks zonder dat tekstschrijver Lennaert Nijgh wordt
genoemd.
"Wij werken al zo ontzettend lang samen. Dus als ik een plaat maak, dan is dat met
Lennaert. Maar het schrijven gaat niet altijd even vlot. Ik moet gewoon wachten tot hij
weer met teksten komt. Hij roept in ieder geval weer dat er een plaat moet komen. Dat deed
hij de vorige keer niet en toen duurde het heel lang voor hij materiaal voor me had. Ik
heb goede hoop dat het dit jaar gaat lukken zodat ik aan de gang kan. Hem stimuleren van
mijn kant heeft weinig zin, want hij weet wel hoe graag ik wil. Dus ik wacht gewoon af."
En hoe gaat dat dan? Staat hij opeens voor de deur met een stapel liedjes?
"Eigenlijk wel. Op dat moment begint het voor mij pas. Dat is heerlijk. Ik heb bij de
teksten van Lennaert nooit zoveel moeite om er een melodie bij te verzinnen. Hij schrijft
vrij muzikaal."
En hoe ga je uiteindelijk te werk? Wacht je net zo lang tot er iets bij je opborrelt?
"Vroeger had ik daar een speciale methode voor. Ik hing de teksten aan de muur en ging er
dan voor staan. Als er iets in me opkwam, floot ik het voor me uit en zo kwam ik tot een
melodie. Later ben ik gewoon met mijn gitaar erbij gaan zitten en zong ik vanzelf iets.
Bij de laatste plaat lukte dat wat minder. Toen ben ik die oude fluitmethode weer gaan
proberen, maar het werkte jammer genoeg niet zo goed als vroeger."
Hoe komt dat?
"Er zitten minder melodieën in mijn hoofd die er per se uit moeten, zoals vroeger. Ik maak
al zo lang muziek, dat het niet zo raar is dat die drang minder is."
Heb je nog bepaalde rituelen die inspiratie oproepen?
"Ik heb nooit iets gedaan om inspiratie te krijgen. Ik geloof daar niet in. De mooiste
ideeën komen vaak op de meest onverwachte momenten. Op de fiets of onder de douche. Juist
op tijdstippen dat je niet zo bewust zit te denken."
Je wacht dus op materiaal voor een nieuwe plaat. Maar intussen zit je niet stil, want
je speelt in de musical Tsjechov. Hoe is dat?
"Hartstikke leuk. Ik zou best vaker willen acteren."
Die rol speel je nu voorde tweede keer. Heb je er iets aan veranderd?
"Het blijft dezelfde rol, maar ik probeer meer na te denken over Tsjechovs diepere
motivaties en emoties. De eerste keer speelde ik hem vooral als een heel rustige
introverte man. Nu probeer ik meer van zijn grotere gevoelens te laten zien."
Je bent zelf ook niet de meest extraverte artiest die er rondloopt. Helpt het acteren
je om die kant bij jezelf te ontwikkelen?
"Ik durf me mede door Tsjechov meer vrijheden te veroorloven op het toneel. Ik heb het
altijd moeilijk gevonden om daar heel uitbundig te staan. Ik liep altijd tegen een
bepaalde gêne op. Nu durf ik ook tijdens concerten meer theater te laten zien."
Hoe vind je het dat je nog steeds aangeduid wordt als protestzanger?
"Ik hoor het tegenwoordig gelukkig niet meer zo vaak. Ik heb me nooit in die titel kunnen
vinden. Een etiket beperkt je. Diversiteit vind ik erg belangrijk. Natuurlijk heb ik
protesttiedjes gezongen, maar ik heb nog zoveel andere nummers op mijn repertoire staan.
Mijn publiek begrijpt dat ook, dat is in leeftijd met me mee opgeschoven. De twintigers
uit de jaren zestig zijn nu vijftigers, net als ik. En ze komen nog steeds naar mij
kijken. Maar er staan ook zeventienjarigen in de zaal. Dat heb ik altijd gehad, dat
gemengde publiek. Dat maakt het tijdloos."
Over blijkbaar tijdloze muziek gesproken: Ernst Jansz heeft jaren in jouw band gezeten.
Begin dit jaar heeft hij die hele hectische Doe Maar-revival meegemaakt. Hoe vond je dat?
"Hahahaha, dat was nogal wat, ja. Ik kan me niet voorstellen dat mij dat zo was overkomen,
hoewel ik me kan indenken dat het een enorme kick voor die jongens is. Zij zijn natuurlijk
op een hoogtepunt gestopt en nu, jaren later, weer op dat hoogtepunt verder gegaan. Dat is
mooi. Maar het is niks voor mij. Ik ben gewoon altijd blijven zingen. Ik ben nooit echt
weg geweest. Natuurlijk kent mijn carrière pieken en dalen, maar mijn publiek is altijd
gebleven."
Houd je van optreden?
"Ik heb het nooit zo verschrikkelijk leuk gevonden, tot de laatste tournee. Toen klopte
alles: de muziek, de begeleiding en de sfeer in de band. Ik had het tijdens de toer niet
zo in de gaten, maar toen het afgelopen was, miste ik het heel erg."
Weer die eeuwige heimwee dus.
"Ja, zo kun je het wel noemen"
Je hebt in je leven een aantal hele heftige beslissingen genomen. Je verliet onder meer
twee keer je gezin. Hoe kijk je op die periode terug?
"Het waren gebeurtenissen. Ik denk niet dat het goed zou zijn geweest als ik een andere
beslissing had genomen, hoewel het toen heel moeilijk was. Nu neem ik minder radicale
beslissingen dan toen, denk ik. Ik overweeg de dingen wat langer."
Je hebt eens verteld dat je op je derde en huidige vrouw nooit verliefd bent geweest.
Is het voorbij met de heftige emoties?
(glimlacht een tikje verlegen) "Liefde is een vreemde ziekte, zeg ik dan maar. Ik vind
verliefd zijn ontzettend vervelend. Het zorgt voor onrust, voor frustratie, voor
teleurstelling. Als die prachtige verliefdheid eenmaal over is, kan het heel erg
tegenvallen. Maar als je begint met een kleine genegenheid die zich bestendigt, dan kan er
iets veel langdurigers ontstaan."
|
|