Andere tijden voor Boudewijn de Groot

auteur: Nico Heemelaar
geplaatst in: Algemeen Dagblad, 13 februari 1997

Foto, door kwaliteitsverlies tijdelijk niet beschikbaar

Een nieuwe cd, een nieuwe begeleidingsband, een hernieuwde samenwerking met tekstschrijver Lennaert Nijgh, een cd-box met verzameld oud werk en een nieuw theaterprogramma met de titel Een nieuwe herfst. Boudewijn de Groot is terug. "Ik heb het idee op hetzelfde punt te zitten als 35 jaar geleden."

DE NIEUWE HERFST van Boudewijn de Groot begint geruisloos. Na een lange reeks 'try-outs' is zijn eerste 'normale' voorstelling vanavond in theater De Warande Turnhout. De eerste Nederlandse niet-try-out speelt zich ook al ver van zijn woonplaats Heemstede af, op 19 februari in Emmen.
Toeval noemt De Groot het. "Misschien is de lijst van try-outs wel te lang geweest en heeft de voorstelling haar première al achter de rug. Ik hoef niet zo nodig een officiële avond voor genodigden en pers. Ik geloof dat ze in Turnhout na afloop van de show wat hapjes en drankjes willen serveren. Dat is mooi genoeg."
"Geboren in 1944 op Java in het jappenkamp Kramat." Zo luidt de eerste zin van de biografie bij zijn vorig jaar verschenen cd Een nieuwe herfst. De haardos is grijs geworden en misschien wat minder weelderig dan in de jaren van Meester Prikkebeen, maar hij zegt geen besef te hebben van zijn huidige leeftijd. "Met dit programma heb ik het idee op hetzelfde punt te zitten als 35 jaar geleden."
Een van de liedjes op zijn laatste cd heet Een wonderkind van 50 over een kunstenaar die zich zijn hele leven miskend voelt. Het is hem al vaak gevraagd de laatste maanden, maar dat wonderkind is niet Boudewijn de Groot of Lennaert Nijgh. Hoewel? Maar van de kunst alleen kan niemand leven, dus het werd een baantje bij een grote krant. En wat-ie verder in ziin leven heeft geschreven, hield met zijn idealen geen verband. Herkennrn we daar niet Lennaert Nijgh in? En hoe groot is het Boudewijn de Groot-gehalte in: Ach, hij deed nog wel een keertje een vertaling of zoiets, waar geen eer mee kon behaald? De Groot: "Als er één liedje in het repertoire is dat én op mij én op Lennaert betrekking heeft, dan is het 'Er komen andere tijden'. Ik kan niet lange tijd hetzelfde doen. Daarom ben ik ook al een paar keer gestopt met muziek, heb ik al verschillende relaties achter de rug en ben ik mijn leven ongeveer dertig keer verhuisd. Aan deze theatertournee ligt geen drijfveer ten grondslag. Het past bij de golfbewegingen in mijn carrière. Over een paar jaar doe ik misschien weer iets heel anders. Al hoop ik privé nu toch eindelijk de rust te hebben gevonden."
Ook de vriendschap en samenwerking met Lennaert Nijgh tonen gelijkenis met een knipperlicht. Ze hebben al menig ruzie beslecht, maar ze hebben elkaar ook weer steeds opgezocht. Over de laatste hereniging in 1992 schrijft Boudewijn in het inlegboekje van de verzamelcd Wonderkind aan het strand: "Toch weer bij Lennaert op de stoep en deze keer zelfs al te letterlijk. Ik zocht een bed om in te slapen en een dak boven mijn hoofd. En ik wilde weer een plaat maken met alleen maar zijn teksten. Een bed en een dak waren geen probleem, maar tekstdichten lag al ver achter hem."
Na lang smeken, vloeken, vleien, grappen maken en deuren smijten is het er toch weer van gekomen. De Groot en Nijgh maakten met de cd Een nieuwe herfst in 1996 een fantastische comeback. De liedjes haalden weer het niveau van hun beste jaren. De Groot: "Vooral voor Lennaert was het een enorme opluchting dat de cd zo goed is ontvangen. Hij was bang dat zijn teksten niet meer zouden aansluiten bij de huidige tijd. De kunst is ook om de tijd waarin je leeft naar jezelf om te zetten, zonder dat het een kloon van je verleden is. De Golden Earring doet dat bijvoorbeeld heel goed, vandaar dat deze band nog altijd volle zalen trekt."
Over belangstelling heeft Boudewijn de Groot tot dusver ook geen klagen. De try-out in theater De Willem in Papendrecht - afgelopen vrijdag - is geheel uitverkocht. Publiek is er van alle leeftijden, al is de generatie die het liedje Testament uit 1966 woord voor woord kan meeneurieën in de meerderheid. De Groot laat zich begeleiden door zeven door de wol geverfde muzikanten onder wie de ex-Doe Maarleden Ernst Jansz en Jan Hendriks en éminence grise van de Nederpop Jan de Hont.
Bijzonder is het fraai uitgelichte decor van gestapelde pallets. Zonder vooraf ingestudeerde sketches weet De Groot zijn voorstelling gemakkelijk aan elkaar te praten. In Papendrecht maakt hij grapje over de cabaretiers die er het gastenboek hebben getekend. "Ze schrijven dat het publiek hier moeilijk op gang komt, maar dat zegt waarschijnlijk meer over het Nederlands cabaret dan over u."
Een dag later, thuis in Heemstede: "Nee hoor, daarmee spreek ik geen waardeoordeel uit over het Nederlands cabaret. Mij kan het in elk geval niet erg boeien.' Ik ben een paar keer naar Youp van 't Hek geweest. Ik heb het nu alweer gehad met hem."
In het circuit van poppodia komt hij nog zelden, al volgt hij de ontwikkelingen nog wel. Bands als Van Dik Hout, De Dijk, Burma Shave en dEUS kunnen op zijn sympathie rekenen. "Marco Borsato doet mij niet zoveel, al is zijn succes verklaarbaar. Hij is typisch een kind van deze tijd. Geen geweldige stem, geen trendsetter, maar een aardige jongen met een algemene jaren 90-uitstraling. Het publiek heeft behoefte aan een idool dat het massaal kan koesteren. Zo is de geschiedenis altijd al geweest, of ze nu Jezus, Hitler, Eivis Presley of Marco Borsato heten. En over vijf jaar is het allemaal weer voorbij. Massaliteit is haar eigen katalysator." Dertig jaar geleden was het rebellie, nu zijn het de zorgvuldig geformuleerde woorden van een gerijpt mens. De essentie van zijn uitspraken lijkt dezelfde te zijn gebleven als in het gezamenlijk lijflied van Boudewijn en Lennaert. En de man bovenaan is de laagste van straks, want er komen andere tijden!


Omhoog
Terug