Voor Boudewijn de Groot komen de andere tijden nu echt.

Hoe zullen we het de stad vertellen?

auteur: Peter Voskuil
geplaatst in: Zakelijk Magazine Info Regio (voor Kennemerland en de IJmond) april 2004

Op 14 mei liep Boudewijn de Groot met zijn gitaartje voor het eerst een opnamestudio binnen. Veertig jaar later trekt hij met een imposant oeuvre het land door alsof dat gisteren was. Van jubileumtour, via tv-optredens naar interviews om zijn nieuwe cd te promoten. Het grote verschil:De groot zal het vanaf nu moeten doen zonder Lennaert Nijgh. De andere tijden , ze zijn gekomen.

Vrijdagochtend in Overveen. Hoe Bloemendaals kan een horecagelegenheid zijn? In hotel Roozendaal zit iemand met een krant op tafel koffie te drinken. Een echtpaar luncht. Een heel gezin, compleet met grootouders, eet taart omdat het feest is. Tussen de tafeltjes rent de ober driftig heen en weer. Ergens achteraan staat Boudewijn de Groot (59} rustig zijn lange, groene overjas uit te trekken. Tijd om de volgende journalist bij te praten over zijn nieuwe cd.

Als zanger en componist heeft hij een lange lijst klassiekers op zijn naam staan. Bijvoorbeeld Testament, Land van Maas en Waal, Annabel, Avond. Ook van zijn hand is Jimmy, het lied over zijn zoon dat tegelijkertijd een lofzang is op de sterkte van eenzame fietsers. Het nummer met aan het einde die fameuze tekstregels die zo nadrukkelijk op de doelgroep van dit blad slaan: als hij maar geen voetballer wordt/ze schoppen hem misschien half dood/maar liever dat nog/dan een bord voor zijn kop van de zakenman/want daar wordt hij alleen maar slechter van.

Bord voor je kop
"Het gaat er niet om dat je geen zakenman moet worden, maar dat je niet dat bord voor je kop moet hebben. Waarop bijvoorbeeld dingen staan als Tijd is geld en Geld maakt niet gelukkig behalve als je het hebt," zegt De groot nu over die hit uit 1974.

Volgens eigen zeggen heeft hij inmiddels de leeftijd bereikt waarop hij de dingen wat genuanceerder is gaan zien. "Op jongere leeftijd schop je om je heen.Politici heb ik ook in het begin van mijn carrière iets genoemd, ouwe klootzakken of ouwe lullen of zoiets. Dat was de politiek in die tijd ook, alleen zei ik het verkeerd.Ik had moeten zeggen: politiek is kennelijk iets van oude klootzakken, terwijl het voor iedereen zou moeten zijn." In zijn lange carrière kwam De groot heel wat zakkenmannen tegen. Met de meeste had hij niets, omdat hij ze kortzichtig vond praten en denken. Maar hij kwam er ook voldoende tegen waar hij ontzettend goed mee op kon schieten, en die met hele andere dingen bezig waren dan louter het vermeerderen van hun kapitaal.

In een lied is volgens hem geen plek voor dat soort nuanceringen. Het ging tekstschrijver Ruud Engelander erom gewoon een kort statement te maken: zakenlieden hebben een bord voor hun kop. Uit.

Was het ook niet een beetje hip in die tijd om er zo over te denken? "De romantiek van het artiestendom was toen nog dat artiesten uitgebuit moesten worden, moesten lijden, onbegrepen moesten zijn. Als je iets artistieks deed, hield je je niet met zaken bezig, anders was je geen goede artiest. Als ik echt zakelijk was geweest, dan was ik megamiljonair en weet ik veel wat nu. Maar als geld had dan trakteerde ik, investeren en beleggen was er niet bij."

Van bitterheid tegenover de muziekindustrie met zijn slechte platencontracten van toen is geen sprake bij hem. "Gelukkig ben ik goed verkopend en sta ik nog steeds in de belangstelling, dus profiteer ik mee van de verbeterde honorering." Hij vindt dat het allemaal commercieler geworden is, en harder. Als voorbeeld noemt hij het programma Idols. "Het zoeken naar en vinden van talenten op zichzelf is niet een misdaad. Maar om een jongen die is ontdekt als zanger en performer voornamelijk bekend te laten worden als brildrager, dat slaat natuurlijk nergens op. Hetzelfde voor die andere jongen die nu aan het merk Mars gekoppeld wordt,"

Er zijn plannen om Nijgh met een beeldje ergens in de stad te eren. De Groot is er vooralsnog niet bij betrokken, maar op zich vindt hij een goed idee. "Het hoeft niet perse een Laurens Coster te worden, maar het moet ook geen beeldje zijn dat je alleen ziet als je daar moeite voor doet." Nijgh heeft Haarlem daar in zijn ogen genoeg gegeven. "Hij heeft Haarlem altijd uitgedragen. Hij is de stad altijd trouw geweest, is er altijd blijven wonen, heeft Haarlem beschreven, heeft haar geschiedenis beschreven in een prachtig boek. Hij is altijd verliefd geweest op de stad.Die trouw, die liefde en genegenheid, daar kun je dan wel iets voor terug doen."

De Groot is zelf niet Haarlem maar Heemstede trouw, "Ik ben veel verhuisd in mijn leven maar altijd weer teruggekomen. Nu blijf ik daar. Ik stoor me niet aan de bekaktheid waar veel mensen die hier zijn weggegaan zich wel aan storen. Ik houd meer van de regio als geheel. Ik houd van Zuid-Kennemerland, ik houd van het strand en de duinen, van de sfeer van Bloemendaal, de steegjes en straatjes van Haarlem, ik houd van de plek waar ik ben opgegroeid in Heemstede."

De Groot noemt zichzelf een sul als het om zakelijk talent gaat. "Ik denk dat ik mijn carrière toevallig goed heb laten verlopen door regelmatig even niets te doen. Ik ben steeds met de juiste projecten teruggekomen, zoals op een gegeven moment de musical Tsjechov. Het viel allemaal net goed. Wat dat betreft ben ik geneigd om te denken dat ik een zondagskind ben." Even is het stil. Dan, spitsvondig zwaaiend met zijn wijsvinger: "Hoewel ik op een zaterdag geboren ben."

Lennaert's laatste
De naam in memoriam mag de cd niet dragen, schrijft De Groot voor de zekerheid in het begeleidende boekje. Maar een klein Nijgh-monumentje is het wel. Er komen andere tijden was de titel van een lied dat De Groot al in de jaren zestig zong. Als een soort van watermerk liet Nijgh die kreet lp na lp na cd weer ergens terugkeren in één van de tekstregels. Op de nieuwe cd Eiland in de verte keert die kreet ook weer terug, en meer. De nieuwe cd, nummer voor nummer.
Berlijn
"Een tekst die Lennaert in 1968 schreef, voor en over zijn vader. Destijds heb ik gezegd dat ik er niks mee kon." Later nam Nijgh de tekst op in zijn bundel Ik doe wat ik doe. Met als commentaar erbij: ik hoop dat daar ooit nog muziek op komt, het liefst van Boudewijn. "Toen Lennaert slecht werd, dacht ik; ik moet dat toch echt doen want het is belangrijk voor hem."
Op weg naar mijn lief
"Valt er een beetje buiten op de plaat, omdat het niet te maken heeft met ouder worden of met nostalgie of met jeugd of je druk maken over ouder worden. Eiland in de verte impliceert wel op weg zijn ergens naartoe, en dit is dan wel ergens naartoe op weg zijn, maar het is niet vaag. Dit lied kwam eigenlijk een beetje door de oorlog in Joegoslaviè, ik heb opgetreden voor War Child. Toen was ik even heel erg bezig met oorlogskinderen en zo."
Eeuwige jeugd
"Vele jaren geleden, toen ik nog in Amerika woonde, kwam Freek de Jonge bij mij om te vragen of ik muziek wilde schrijven bij wat teksten uit z'n programma. Daar heb ik ja op gezegd, maar kennelijk niet enthousiast genoeg. Ik hoorde nooit meer wat van hem, en zelf dacht ik: graag of niet.T oen kwam ik hem een aantal jaar geleden in Carrè weer tegen en vroeg hem waar het nou mis was gegaan. Toen zei hij: ik dacht dat je niet wilde, dus ik dacht graag of niet. Dus we dachten allebei hetzelfde. Op de trap hebben we toen besloten om alsnog wat te gaan doen. De eerste tekst die hij mij stuurde was Eeuwige jeugd."
Hoe zal ik het de stad vertellen
Tekst van Marcel Verreck over Lenneart en Haarlem. "Ik had dat helemaal niet in de gaten in het begin. Ik ben vrij naïef met dat soort dingen dus als ik een tekst lees of hoor die gaat over ik en jij, dan denk ik dat, jij, het meisje is. Dus ik dacht dat het ging over een jongen die verdriet had omdat zijn vriendin weggegaan was.
Nergens heen
"Gaat over de laan in Heemstede waar Lennaert en ik als kind opgroeiden. De Cèsar Francklaan, een hele brede laan met weinig verkeer die in die tijd bij de Wagnerkade opeens ophield. Waar nu het Diaconessenhuis staat lagen de weilanden met in de verte het Spaarne. Als kind kon je daar fantastisch op straat spelen, we hadden uitzicht op de oneindigheid, dat Lennaert heel mooi verwoord."
De winter
"De winter is het meest aandoenlijk, samen met Het eiland in de verte, omdat Lenneart tot het einde van zijn leven de hoop heeft gehouden de ware liefde te vinden. Dat heeft hem altijd bezig gehouden, een soort kracht gegeven. Als het dan mislukte raakte hij daar niet vreselijk door gedeprimeerd, maar werd-ie meer berustend."
Sonnet voor A.
Dat zat in zijn nalatenschap. Ik had hem al een paar keer gevraagd of-ie geen archief had. Ik wilde weten of hij nog een dossier had bijgehouden over de eerste teksten en hoe die ontstaan waren. Hij dacht van niet, maar vlak voordat hij het ziekenhuis in ging vertelde hij mij dat ik maar even op zolder moest kijken, want daar stonden nog een paar dozen. Sonnet voor A. vond ik in een schoolschriftje waarin hij een dagboek bijhield, begin jaren zestig."
De vondeling van Ameland
"Net als Het land van Koning Jan van Lenneart een fantasieverhaal. Daar is Freek de Jonge erg goed in natuurlijk. Ik denk niet dat je er een allegorische betekenis aan vast moet hangen."
Land van Koning Jan
"Geschreven door Nijgh in 1969 en ik heb er nu pas muziek op gemaakt. Ik kan me niet herinneren dat hij dat toen aan me gegeven heeft. Misschien heeft-ie het ook voor iemand anders geschreven, maar niemand heeft er tot nu toe muziek op gemaakt."
Klok onder water
"Lennaert heeft Anja - mijn vrouw en zijn exvrouw - gevraagd er bij mij vooral op aan te dringen dat ik daar muziek op zou maken omdat het heel belangrijk voor hem was. Hij kwam graag in die kleine havenstadjes als Enkhuizen, Hoorn en Volendam enzo. ij heeft het verhaal gehoord van een van zijn schippersvrienden."
Ballade van de onsterfelijkheid
"Het is tekst die een beetje speelt met oud worden, met bejaardenhuizen. Ooit had ik het Land van Maas en Waal bedoeld als een veel zompige, meer trage en stotende mars of misschien zelfs wel een langzame polka. Maar de arrangeur van Land van Maas en Waal pikte het niet op, en maakte er een carnavalsoptocht van. Het nummer is daardoor een hele andere kant op gegaan, en met succes. Maar tijdens één van de laatste tours zijn we Maas en Waal live alsnog zompig gaan doen. Toen we deze ballade opnamen, zijn we dat ook op die manier gaan spelen."
Eiland in de verte
Opgenomen met driekwart van de originele bezetting van Doe Maar. Eèn van Nijgh's laatste teksten, uit 2001. Hoezeer De Groot ook aandrong, op het einde van zijn leven schreef Nijgh steeds minder liedteksten. Gebrek aan routine en misschien ook wel de angst of de op zijn reputatie gebaseerde verwachtingen wel waar kon maken, speelden daar een rol in. "Maar uiteindelijk had hij het ook lichamelijk moeilijk. Hij deed z'n dingen wel, columns bleef hij wel schrijven, maar teksten schrijven is emotioneler en inspannender. Als je niet goed in je vel zit, en voortdurend kwakkelt en ziek bent dan heb je geen zin om te schrijven."
Blauwe uren
"Eerst zat op de melodie een tekst van Jan Rot, een tekst die ik heel mooi vond. Producer Ernst Jansz had er meer moeite mee, die had eigenlijk niet zo'n zin in dat nummer. Een keer zat ik zo'n beetje te spelen voor mezelf aan Lenneart te denken, hoe dat verder moest en toen kwam die ene zin bij mij op, nu jij niet meer kan schrijven. Vervolgens hoorde ik het metrum van die zin, en dacht; o, dat kan misschien wel op die muziek van die tekst die van Ernst niet zo mooi vindt. Het bleek te passen en toen kwam in èèn keer die hele tekst eruit."


Omhoog
Terug