Boudewijn de Groot op Nekka-Nacht 2007

"Nekka brengt Vlaanderen en Nederland samen"

auteur: nn
geplaatst in: Wablieft, april 2007

Boudewijn de Groot is opnieuw de hoofdgast op Nekka-Nacht 2007. Die vindt op 20 en 21 april plaats in het Sportpaleis in Antwerpen. Tien jaar geleden stond Boudewijn de Groot ook al in de kijker op Nekka.
Toen liepen er wat dingen mis. "Daarom vroegen we Boudewijn nu opnieuw", zeggen de mensen van Nekka-Nacht. "Hij verdient het. En nu zal alles goed gaan. Dat beloven we."

Nekka-nacht is een hele avond muziek in het Nederlands. Boudewijn de Groot zingt het grootste deel van de avond. Hij mocht ook andere zangers en zangeressen uitnodigen. Boudewijn vroeg Peter Koelewijn, Eva De Roovere, Kommil Foo, Yasmine en Lenny en de Wespen. Hij zal ook samen zingen met zijn zoon Marcel. Dat wordt zeker een moment om nooit te vergeten. Wablieft sprak met Boudewijn de Groot over Nekka en over zijn nieuwe CD 'Lage Landen'. Die CD stond meteen op nummer 1 van de Album Top 100.

Wablieft: Tien jaar geleden was u al hoofdgast op Nekka. Nu staat u er opnieuw. Zijn er dan geen nieuwe artiesten genoeg? Boudewijn: Dat denk ik wel. Er zijn nog genoeg andere artiesten. Maar 10 jaar geleden liep er wel wat mis op Nekka. Het publiek merkte daar niet veel van. De mensen vonden het een goed optreden. Toch wilden de mensen van Nekka iets goed maken.

Wat betekent dit optreden voor u?
Ik vind het heel leuk. Nekka is heel belangrijk voor de muziek in het Nederlands. Bovendien brengt Nekka Nederland en Vlaanderen samen. Dat is fijn. Want er veranderde in 10 jaar veel. Vroeger vonden jonge Vlamingen alles uit Nederland veel beter. Dat is nu niet meer zo. Ze houden nu meer van de eigen Vlaamse groepen en zangers. En dat is goed. Want er is heel veel goede Vlaamse muziek. Maar zangers uit Nederland zijn hier nu minder bekend. Op Nekka kunnen zij zich nog eens laten zien.

Treedt u liefst op in grote zalen? Of houdt u meer van een optreden in een kleine zaal?
Het is anders. In een kleine zaal kan ik meer doen wat ik wil. Ik zit er dichter bij het publiek. Zo kan ik het intiemer houden. De mensen zien alles wat ik doe en zeg. Dat is niet mogelijk in een grote zaal zoals het Sportpaleis. Je ziet er de mensen op de laatste rij gewoon niet. En het is ook niet zeker dat ze jou zien. Maar je bereikt er wel veel meer mensen mee. En iedereen gaat tevreden naar huis. Als ik echt mag kiezen? Dan kies ik toch wel voor de kleinere zalen.

Nieuwe CD 'Lage Landen'
"Ik kan niet wachten om terug liedjes te schrijven" Boudewijn De Groot is al meer dan 40 jaar zanger. Pas kwam zijn 17de CD 'Lage Landen' uit. En je hoort het meteen. Het is een plaat van Boudewijn De Groot. Boudewijn heeft nog altijd zijn eigen geluid. De nieuwe CD klinkt een beetje meer Amerikaans. Hij werd ook voor een stuk in Amerika gemaakt. De CD stond meteen op plaats 1 in de top 100 in Nederland.

Wablieft: U brengt op Nekka ook nummers uit uw nieuwe CD. U schreef er zelf enkele teksten voor. Is dit daarom één van uw belangrijkste CD's?
Boudewijn: Dat weet ik pas over enkele jaren. Toen ik begon te zingen had ik het gevoel te werken aan iets heel bijzonders. En dat was ook zo op dat moment. Daarom zijn mijn platen uit die tijd nog altijd belangrijk voor mij. In de jaren daarna maakte ik andere platen. Die vind ik ook belangrijk. Ik zeg niet dat ze allemaal even goed lukten. De plaat 'Maalstroom' vind ik bijvoorbeeld beter dan 'Eiland in de verte' en 'Nieuwe herfst'. Maar voor 'Nieuwe herfst' werkte ik na 12 jaar voor het eerst weer samen met Lennaert Nijgh. Hij was een heel goede vriend. Want hij schreef veel teksten voor mij. 'Eiland in de verte' maakte ik na zijn dood. Daarom vind ik die plaat toch belangrijk. Iedere plaat heeft zijn eigen belang.

"Teksten van anderen zingen is niet altijd zo leuk", zei Stef Bos eens. "Een zanger zingt het liefst eigen teksten." Is dat voor u ook zo?
Neen, helemaal niet. Ik ben vooral muzikant. Daar ligt mijn talent. Mijn hart gaat ook uit naar de muziek. De tekst is wel heel belangrijk. Daarom wil ik zo graag mijn eigen teksten schrijven. Maar teksten van anderen zingen vind ik helemaal niet vervelend. Ik ben wel heel gelukkig met mijn eigen teksten voor deze CD. Ik kan bijna niet wachten om terug te gaan schrijven.

Nogal wat liedjes op deze CD gaan over de dood. Bent u daar mee bezig?
Ik ben er niet de hele tijd mee bezig. Maar natuurlijk, de jaren gaan voorbij. Ik sta niet meer aan het begin van mijn leven. En dan begin je er meer over na te denken. Vroeger was de dood iets uit de wereld van de ouderen. Zelf kreeg ik er weinig mee te maken. Nu sterven er regelmatig mensen die ik goed ken. Daardoor ging ik natuurlijk nadenken: 'Wanneer overkomt het mij?' of 'Hoe zal ik sterven?' Er komen ook meer kleine angsten. Voel ik bijvoorbeeld ergens pijn? Dan denk ik meteen: 'Wat zou het kunnen zijn?' Vroeger dacht ik daar niet over na. Ook in het verkeer heb ik dat gevoel soms. Je hoort zo vaak over ongevallen. Ik heb ook kinderen. Als ouder ben je wat meer bezig met die dingen. Maar zingen over de dood of over God is geen bewuste keuze.

Nog niet zo lang geleden ging u een tijdje in een klooster wonen. Blijkbaar beviel u dat goed?
God en het geloof houden mij wel bezig. Ik denk er graag over na. Maar ik geloof niets zomaar. Ik wil eerst bewijzen zien. Eigenlijk is het een soort spel. Ik vind het leuk om dingen te verzinnen die misschien kunnen. Maar er is niets waar ik heilig in geloof.

Er staan ook heel veel rustige liedjes op de CD. Dat zijn bijvoorbeeld 'Het jagen voorbij' en 'Altijd samen'. Bent u rustiger geworden?
Dat geloof ik niet. Ik ben wel meer tot rust gekomen. Dat is zo. Ik heb nu toch al wel wat meegemaakt. Daar maak ik me niet meer zo druk over. Toch zijn er nog dingen die hevige gevoelens in mij losmaken. Ik ben dus nog niet helemaal tot rust gekomen.

U bent nu 62 jaar. Heel wat jongeren zingen liedjes van 40 jaar geleden met u mee. Ze voelen dezelfde passie. U zingt deze liedjes nog vaak bij uw optredens. Is dat vooral om uw fans plezier te doen? Of zingt u ze nog graag?
Ik zing ze nog graag. Want dat is prettig voor de mensen. Zeker op een avond met vooral nieuwe liedjes. Ga ik zelf naar een optreden? Dan vind ik dat ook leuk. Het is altijd prettig om dan een nummer te horen dat je kent. Doe je het niet? Dan vinden de mensen dat spijtig. En ik wil dat het publiek tevreden is. Het is ook goed voor jezelf als zanger. Je brengt best eerst wat nieuwe liedjes. En daarna enkele oude liedjes. Dat geeft de mensen een goed gevoel. Anders zeggen ze: 'Nu heb ik het wel gehoord'. Dat werkt tegen je. Het heeft geen zin om dat te doen.

Uw liedje 'Avond' stond dit jaar op nummer 1 in de top 100 aller tijden. Welk liedje van uzelf is voor u nummer 1?
Dat heb ik niet. Enkele liedjes zijn me wel heel dierbaar. Ik heb ze misschien iets liever dan andere liedjes. Maar mijn meest geliefde liedje verandert wel eens. Soms denk ik: 'Dat is echt wel een heel mooi liedje.' En dan is dat voor mij een tijdje favoriet. Nu is dat 'Canzone 4711'. Daar ben ik heel erg aan gehecht. Ik vind 'Avond' zelf niet mijn beste nummer. Maar ik begrijp wel waarom het zoveel mensen aanspreekt.

Bent u zenuwachtig voor een optreden?
Neen, ik ben niet zenuwachtig. Ik ben zenuwachtiger bij de voorbereiding van een toer. Maar dat zal wel door de ouderdom komen. De vorige toer was heel goed. Daarom wil ik dat het nu ook zo wordt.
Ik hoop niet dat mensen achteraf zeggen: "De vorige toer was beter." Dat zou ik erg vervelend vinden.


Omhoog
Terug