BOUDEWIJN DE GROOT

ROEM!

auteur: Ton van Dijk
geplaatst in: Vara Magazine 5, 31 januari 2004

'Er zijn wel jongeren die mij kennen, maar mijn publiek is de veertig gepasseerd. Mijn werk hoort bij hun bagage, is een deel van hun nostalgie.'

Boudewijn de Groot (Haarlem 20 mei 1944 speelt een oude protestzanger in De Troebabroers (zondag, Ned. 3, 22:10 uur) Hij is ook te gast in
De vrienden van Amstel live in Ahoy' 2004 (zondag, RTL4, 21:00 uur). In de nieuwe reeks Flikken, die pas na de zomer wordt uitgezonden,
heeft hij de rol van profiler. Zijn nieuwe cd, Het eiland in de verte, komt deze maand uit. De cd, geproduceerd door Ernst Jansz,
omvat acht teksten van Lennaert Nijgh, een paar van Freek de Jonge, een paar van Boudewijn zelf, een van Jan Rot en een van Marcel Verreck.


'Het is al lang geleden dat Troebabroers is opgenomen. Arjan Ederveen en Alex Klaasen - die samen de serie hebben gemaakt - vroegen mij of ik in een aflevering mee wilde doen. Alex Klaasen, die ik van de musical Tsjechov ken, is een leuke talentvolle jongen en ik heb een enorme bewondering voor de programma's van Arjan. Ik speel een oude protesttroubadour die ze onderweg oppikken en van wie ze het protestvak willen leren. Het zijn korte afleveringen met veel improvisatie, heel leuk. Of de rol op mijn lijf was geschreven? Ja, ik herkende er wel dingen in. Deze troubadour is van het type dat nog steeds de wijsvinger omhoog heeft en met wapperende baard roept: "Kom tot inkeer, kom tot inkeer!" Zo ben ik niet, maar zo'n oude man die nog steeds met z'n gitaar door het land trekt em te verkondigen dat hij het er niet mee eens is en dat overal gevaar dreigt, roept wel herinneringen op. Bij mij was de protestsong een onderdeel van mijn repertoire. Niet zoals bij Armand, bij hem was het een way of life. En nog, hij is in ieder geval consequent en integer, althans dat laatste neem ik maar aan.

'Ik ben er regelmatig "even uit geweest". Dan houd ik het even voor gezien en wil ik wat anders doen. Het lijkt me ook wel goed om niet voortdurend te doen waarmee je begonnen bent. Muziek is het hoofdbestanddeel van mijn werk, Troebabroers of de Belgische tv-serie Flikken, waarmee ik nu bezig ben, zijn uitstapjes. Flikken is een jaar werk, dan is af en toe de muziek weer een uitstapje. Flikken komt eind van het jaar in België op de buis. Daarin speel ik een zogenaamde profiler, een forensisch psycholoog zal ik maar zeggen, die het daderprofiel moet zien vast te stellen. Het is een wat rustige man, niet zo nors als inspecteur Morse, hij moet kalmte uitstralen, ook dat herken ik wel in mezelf.'

'In de jaren 60, 70 was ik populairder in België dan hier, dat is nu een beetje omgedraaid, maar kennelijk ben ik toch nog bekend genoeg om mij voor die serie te vragen. Door de jaren heen heb ik geleerd hoe ik iets moet brengen, hoe ik iets moet presenteren. Ik heb ook geleerd om muziek te maken die wat verder gaat dan drie akkoorden. Dat alles bij elkaar maakt dat ik nu, geloof ik, mooie muziek maak, maar dat het oude repertoire daar ook van profiteert. Vroeger zong ik dat gewoon zoals ik dacht dat het moest, zonder enige ervaring en zonder enig inzicht. Impulsief. Mijn ervaring pas ik nu niet alleen toe op wat ik nu schrijf, maar ook op het oude repertoire waaruit ik nog steeds een keuze maak bij een optreden. Als ik had gevonden dat ik het vroeger optimaal gezongen en gespeeld had, dan had ik nu gedacht: wat kan ik er verder nog mee doen? Maar de stukken die ik nog zing, kan ik nu mooier, beter maken. Er zijn stukken zoals Ken je dat land en Vrienden van vroeger en de nummers van de eerste singletjes, die te ver van me afstaan, ze zijn te gedateerd. Als ik ze altijd was blijven doen, hadden ze misschien een 'standard' status gekregen, zoals Testament en Verdronken vlinder. Testament kan ik eigenlijk qua inhoud niet meer zingen, maar omdat ik het altijd toch ben blijven doen, heeft het een soort objectiviteit gekregen. Testament is meegegroeid, Vrienden van vroeger niet.'
'Ik luister niet veel naar mijn oude elpees. Als ik een programma moet doen, dan wel en dan denk ik soms, oh, dat kan ik nog weleens doen.'

'Caya, mijn dochter, heeft de toneelschool gedaan maar heeft dat vaarwel gezegd om zich op het gezinsleven te storten en is op het ogenblik meer ge‹nteresseerd in het stofferen van kinderstoeltjes. Daar heeft ze haar hart aan verpand, ze maakt prachtige dingen. Mijn zoon Jim is ontzettend aan het zoeken. Hij heeft twee platen gemaakt, hij heeft in musicals gespeeld, dat ging heel goed vond ik. Volgens mij wil hij zich toeleggen op het maken van documentaires. Marcel is met zijn Nederlandstalige repertoire wat in het slop geraakt, maar hij is een van de beste gitaristen van Nederland en die erkenning krijgt hij in de muziekwereld ook. Hij spreekt veel stemmen in bij spotjes, dat doet-ie goed.'
'Vooral ouderen herkennen mij en spreken mij aan. Er zijn wel jongeren die me kennen, maar ik merk dat het publiek in de zaal de veertig is gepasseerd. Mijn werk hoort bij hun bagage, het is een deel van hun leven, een deel van hun nostalgie. Op Radio 2 behoor ik nog wel tot de favorieten, maar ik vraag me af of ik op Radio 3 en de commerciële zenders überhaupt gedraaid word.'

'Mijn nieuwe cd komt deze maand uit. Er staan nog acht stukken op van Lennaert Nijgh. Mijn vrouw Anja en ik hebben samen aan zijn bed gezeten toen hij zijn laatste adem uitblies. Anja is ook met hem getrouwd geweest en zij is altijd zijn aanspreekpunt gebleven. Als hij ergens mee zat, kwam hij eerder bij haar dan bij mij of iemand anders. Die band was heel sterk. Het afscheid was een zeer emotioneel moment. Toch waren we er al in meegegroeid. We hebben hem langzaam zien aftakelen. De periode daarvoor was eigenlijk schokkender, de jaren dat we zagen hoe slecht hij zichzelf verzorgde, hoe hij zijn interesses verloor en er steeds slechter uit ging zien. Toen het eenmaal zover was, leek het eigenlijk logisch dat het zo moest aflopen.'


Omhoog
Terug