Albums nieuw

Het beste uit twee werelden

auteur: Jaap van Eik
geplaatst in: Revolver, maart 2007

Wat denkt een Amerikaanse technicus als hij het verzoek krijgt een plaat te mixen, gevuld met composities in een voor hem volkomen onverstaanbare taal? Als dat maar goed komt? Nee hoor,Chad Hailey had ooit iets met iemand uit Denemarken verhapstukt en dat was uitstekend bevallen.
Daarbij was Boudewijn de Groot zijn teksten grofweg te vertalen, zodat de knoppenschuiver uit Nasville vrij goed wist wat al die vreemde klanken uit wilden drukken. Lage Landen gaat ook niet over de Lage Landen als zodanig, de titel wil slechts duidelijk maken waar de wortels liggen.Natuurlijk staat er een gelijknamig nummer op, maar dat heeft zo een aangenaam dromerige sfeer die welhaast universeel is. Boudewijn heeft naast de muziek veel van de teksten geschreven, mannen als Freek de Jonge en Jack Poels deden een duit in het zakje, en Lennaert Nijgh (overleden in 2002) verleende postuum medewerking. Aan de ingetogen manier van vertolken is duidelijk te horen dat dit niet zomaar een plaat is. De basis lag hier, de afwerking en inspiratie in Nasville. Het beste van twee werelden noemen we zoiets.

Het is snel gegaan met zijn nieuwe album Lage Landen. De opnamen begonnen eind vorig jaar en nu is hij alweer terug uit Nasville, waar de mix plaats heeft gevonden. Of het daar direct mee te maken heeft of niet, opvallend is het frisse en spontane dat van het schijfje afspat. "Ik wilde alles zoveel mogelijk tegelijk doen", verklaart Boudewijn. "En ja, dat betekent dat je altijd met een heel stel mensen in de studio bent. Je wilt niemand al te lang laten wachten, dus zorg je dat het zo snel mogelijk gaat, zonder natuurlijk dat je gaat overhaasten.
Ik ging er ook van uit dat als het drie keer niet goed was, het toch niet goed kwam. Die ervaring heb ik inmiddels wel. Als je iets tien of vijftien keer opneemt, zeg je acht van de tien keer: 'Laten we toch maar even naar de eerste luisteren'. En dan reageert iedereen meestal van: 'Daar zaten een paar foutjes in, maar het leeft wel meer. "Gewoon de kant - en - klare nummers even aan de bandleden voorspelen, lekker thuis uitgewerkt vanwege de moderne elektronica, vooral niet repeteren en hatsekidee de studio in. Zo is het gegaan.
Aftellen en vort met de geit. We zien het graag. Dat Boudewijn voor de laatste loodjes helemaal naar Nasville, Tennessee toog, heeft te maken met de cd Folk is The New Black van Janis Ian, die hem zowel muzikaal als geluidsmatig bijzonder kan bekoren. "Ik hoorde daarop een technicus die een bepaalde smaak had, een wat ander gevoel eigenlijk. Dat interesseerde me, omdat ik me toch altijd afvraag: kunnen ze dat in Amerika nou beter dan hier? Ik bedoel, als ik Amerikaanse opnamen hoor, zit daar een soort transpiratie in. Hoe hard alles ook ten opzichte van elkaar gespeeld wordt, je blijft altijd alles horen. Je hoort harde instrumenten of een orkest, alles is goed op z'n plaats, en als je denkt: als hier de zang komt, moet de hele zaak naar beneden of je verstaat er niks meer van. Maar dan blijft het maar doortetteren, de zang komt erbij en sprankelt er verstaanbaar doorheen. Bij Nederlandse platen, ook de mijne, is me opgevallen dat er meestal iets wegvalt. Zo gauw de zang erin komt, hoor je ineens geen gitaar meer of zo. Ligt dat nou aan de technicus? Is dat de apparatuur? Zijn het de arrangementen, of ligt het aan de mastering? Ik wilde dat graag eens uitzoeken. Nasville is natuurlijk ook dé muziekstad en omdat ik graag terugwilde naar het folkgeluid dat me bij Janis Ian zo beviel, dacht ik: daar moet ik zijn. "De technicus in kwestie heette Chad Hailey, wist Boudewijn. Maar ja,hoe vind je zo'n man? En als dat al lukte, zou hij wel geinteresseerd zijn?" Ik zat een keer bij Sjors Froloich thuis, liet hem wat muziek horen en hij zei: 'Goh, goeie nummers, hoe ga je het doen?" Nou, ik zou eigenlijk het liefst in Amerika willen mixen. Zo kwamen we op Janis Ian en Chad Hailey. 'Dan mail je hem toch?', zei Sjors. Ja, maar ik had geen idee hoe ik dat aan moest pakken. Hij zou wel even zien of hij erachter kon komen. De volgende dag mailde hij me: 'Het is in orde hoor, hij verwacht je mailtje' Zo is het contact ontstaan."

De eigenlijke opnamen vonden in Nederland plaats, met Tjeerd van Zanen achter de knoppen en Boudewijn zelf als producer. Hailey was inmiddels in the picture en souffleerde zijn Nederlandse collega tussen de bedrijven door over allerlei technische finesses, teneinde het basisgeluid tot stand te brengen waar hij later in Nasville mee aan de gang kon gaan - alles vanzelfsprekend via de digitale snelweg. Bij aankomst in Nasville bleek men zeer onder de indruk van hetgeen Tjeerd had gedaan.
Voor Boudewijn was het de bevestiging dat we voor de opnamen in ieder geval niet perse de oceaan over hoeven. Wat is het verschil dan wél? " de technici met wie ik hier heb opgenomen en gemixt, zijn ontzettend detailgericht. Ze bepalen het geluid per spoor en gaan eerst een hele tijd zitten vogelen met één instrument.
Maar Chad mixte voortdurend in het totaalbeeld en haalde er heel af en toe één instrument of een stuk zang uit om dat bij te regelen.
Daarna, pats, gelijk weer alles tegelijk. Bovendien viel me op dat hij regelmatig even naar buiten liep om iets anders te doen. Zo bleef hij fris in zijn hoofd en zijn oren."

Opvallend is dat er op het album enkele teksten staan die geschreven werden door zijn in 2002 overleden kameraad en artistieke steunpilaar Lennnaert Nijgh. Dat wil zeggen, Sonnet 1V bestond al, terwijl Hogeduin en Het jagen Voorbij eigenlijk weinig meer waren dan aanzetten. Boudewijn moest ze af zien te maken, oftewel als het ware in het hoofd van iemand anders kruipen. Hoe goed je de betreffende persoon ook hebt gekend en gewaardeerd, Dat moet toch verschrikkelijk lastig zijn geweest? "Ja, maar er was voldoende om te weten welke kant het op ging. Hij had heel impulsief en associatief geschreven en het had nog niet de uiteindelijke vorm gevonden. Wel had hij zinnen en woorden die belangrijk waren vaak onder elkaar gezet. Je kon eruit opmaken hoe de volgorde moest worden en wat het verhaaltje moest zijn. De ingredienten waren er al."
Aldus kreeg Boudewijn nog eens de bevestiging van hoe Lennaert zijn teksten schreef. Heel anders dan hij gewoon is het te doen. "Hij had een idee en een soort werktitel. Daar moest het over gaan.Vervolgens schreef hij een heleboel zinnen en woorden op, die een lijn volgden maar in een bizarre, warrige volgorde van zinnen. Je kon er een bepaalde chronologie in ontdekken die het uiteindelijk moest gaan worden, maar die totaal cryptisch was.
Daarvan wist hij dan op een gegeven moment: oké, dat gebruiken we niet, volgende, tekst, klaar. Dat kan ik dus niet. Voor mij moet er al meteen een volgorde zijn, het moet een logica en een duidelijk metrum hebben. En dat bedenk ik niet van tevoren. Ik ga gewoon zitten en hoop dat er iets komt. "Vanaf nummer vier Het Jagen Voorbij lijkt Boudewijn iets extra's in zijn stem te leggen; alsof hij ineens door een zekere emotie wordt bevangen. "Nou ja, Het Jagen Voorbij en Hogeduin zijn echt de laatste teksten die Lennaert heeft geschreven. Vooral in Het Jagen Voorbij is het iemand die het nu toch echt wel heeft opgegeven. Niet het leven of zo, maar dat zoeken en wachten op die eeuwige onbereikbare liefde, die als rode draad door het leven liep. Het was al te merken aan een aantal eerdere teksten, maar hier wordt het toch wel vrij expliciet gezegd. Dat ontroerde me wel. Altijd Samen heb ik voor Anja geschreven, mijn huidige vrouw, en Zelden Kunnen Praten is voor mijn eerste vrouw (Boudewijn werkte in deze compositie samen met Jack Poels). Dat huwelijk hield op een gegeven moment vrij snel op, voor haar op een minder prettige manier, en dat hebben we eigenlijk nooit uitgesproken. In deze tekst kom ik daar dan een beetje op terug. Dus ja, het zijn inderdaad dingen waar meer emotie in zit."

Op een nadere manier persoonlijk zijn de openingsnummers Hoogtevrees in Babylon en Achter De Hemelpoort, beide met tekst en muziek van Boudewijn. In het eerste geval knoopte hij twee songtitels uit het verleden, Hoogtevrees en Babylon, op vernuftige wijze aan elkaar - aanvankelijk om naam te geven aan een boek met eigen songteksten, dat eveneens uitgebracht zou worden. Vervolgens leidde het één tot het ander. "Hoogtevrees In Babylon is een leuke titel. Toen ging ik verder denken: 'hé, toren van Babylon, hoogtevrees, da 's natuurlijk nóg interessanter, Misschien is er iets mee te doen, misschien is er wel een tekst op te bedenken. Zo kwam ik op het idee om er een triptiek van te maken, een drieluik. Hoogtevrees dus en dan Hoogtevrees in Babylon, gevold door nog een andere tekst.
Omdat Hoogtevrees In Babylon gaat over iemand die een toren bouwt om tot de hemelpoort te komen, bedacht ik me dat Achter De hemelpoort mooi het derde paneel van dat triptiek kon zijn. Op een gegeven moment kwam ergens weer eens ter sprake of God nu wel of niet bestaat, of je dat nu wel of niet gelooft, en of er wel een hiernamaals is of wat dan ook. Toen kwam het bij me op: stel je voor dat je bij de hemelpoort komt en Petrus zegt: 'God? Daar heb ik nog nooit van gehoord. Komt gerust binnen en verder zoek je het maar uit."
Luister en huiver, zullen we maar zeggen. De goede poortwachter Petrus blijkt in Achter De Hemelpoort namelijk nog meer religieuze kopstukken te kennen. Tenslotte: hoe staat Boudewijn na de snelle werkwijze in groepsverband, het zelf produceren van de basisopnamen in Nederland en het mixen in de VS, tegenover Lage Landen? Is het geworden wat hij ervan verwachtte? "Dit is het verkeerde moment om dat te vragen", legt hij op besliste toon uit. "Daarom heb ik eigenlijk ook een hekel aan produceren: ik wil muziek niet te vaak horen. Als je alleen artiest bent, kun je mixen zeggen: 'Jongens ga je gang, mix het maar, ik kom over een uurtje wel eens luisteren'. Maar omdat ik nu ook producer ben, heb ik alle nummers zó vreselijk vaak gehoord in allerlei stadia, dat ik er geen zinnig woord over kan zeggen. Alleen dat ik blij ben met het eindresultaat. De kick komt pas later. Ik heb dat trouwens met al mijn platen gehad. Het is zelfs zo dat ik Voor De Overlevenden en Picknick pas een jaar of tien geleden echt met plezier kon beluisteren. Dit komt ook wel weer. Maar ik geloof wel dat het geworden is wat ik wilde.


Omhoog
Terug