Boudewijn de Groot treedt maandag 18 februari en zaterdag 30 maart op in
Schouwburg Amstelveen en maandag 25 maart in Carré.
GEBOREN: 20 mei 1944 in een jappenkamp op Batavia. ZIJN MOEDER: sterft als hij
één jaar is. TERUG IN NEDERLAND: wordt hij opgevoed door de tweelingzus van zijn
vader. BELANGRIJK: Lennaert Nijgh, medeleerling op het Coornhert Lyceum in
Haarlem en schrijver van teksten van talloze Boudewijn de Groot-liedjes.
INSPIRATIES: Joop Visser (toen nog Jaap Fischer), Jacques Brel en John Coltrane.
WILDE: cameraman worden en ging naar de Filmacademie. DEBUUT ALS FILMMAKER EN
ZANGER: in 1962 met de 8mm-film Feestje bouwen, waarin hij twee liedjes zingt.
ONTDEKKER: nieuwslezer Ed Lautenschlager, die de film in huiselijke kring ziet
en adviseert een demo te sturen naar Phonogram. DOORBRAAK: in 1965 met Meisje
van zestien. WORDT: het jeugdidool van de jaren zestig en zeventig met hits als
Land van Maas en Waal, Meneer de president, Verdronken vlinder en Jimmy (Hoe
sterk is de eenzame fietser). STORT ZICH: met overgave in flower power en het
communeleven. HANGT: in 1984 zijn gitaar aan de wilgen en vertaalt boeken van
Stephen King en Scott Turow. ACTEERDEBUUT: in 1991 als Tsjechov in de
gelijknamige musical. Vier jaar later speelt hij Otto Frank in Het dagboek van
Anne Frank. CONCERTDEBUUT IN AMSTERDAM: pas in 1996 in Paradiso.
NU: is hij op tournee met het theaterconcert Andere tijden. UITSPRAAK: "Ik heb
niks met de jeugd. Ik zie bij jongeren te veel agressiviteit, arrogantie en
niets inventiefs, positiefs of blijvends."
|
|