Boudewijn de Groot werd geboren op 22 mei 1944.
Op het Coornhert Lyceum in Haarlem ontmoette hij Lennaert Nijgh, met wie hij de liefde voor
intelligente liedjes deelde. Beinvloed door Franse chansons en Nederlandse poetische liedjes
gingen Nijgh en de Groot samen muziek maken-Boudewijn schreef de muziek, terwijl Lennaert de
teksten verzorgde. In 1964 besloot Boudewijn een aantal liedjes op te nemen en naar
Phonogram te sturen. Dat resulteerde in de eerste single Een Meisje Van Zestien, een
vertaling van het nummer Une Enfant van Chales Aznavour. De plaat bereikte nummer 23 in de
Top40. Door dit succes werd de samenwerking tussen Nijgh en de Groot verstevigd.
Dat resulteerde in een lange rij grote hits. In 1966 had Boudewijn een top 10-hit met
Welterusten Mijnheer De President, de eerste succesvolle Nederlandstalige protestsong in de
Top 40. De single werd gevolgd door het carnavaleske Land Van Maas En Waal. Boudewijn nam
zelfs een Engelse versie van het nummer op, onder de titel The Land At Rainbow's End.
Het was volgens Boudewijn een poging om Groot Brittannië te veroveren, maar het bleef bij
een poging. In 1967 en 1968 was Boudewijn de enige Nederlandse zanger die succes had met de
flower power geinspireerde muziek. Hij had hits met singles als Onder Ons, Waterdrager en
Meester Prikkebeen. De laatste was een duet met Elly Nieman, die later met haar man Rikkert
Zuiderveld het duo Elly en Rikkert zou vormen. Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh
beëindigden hun samenwerking in 1969. In datzelfde jaar kondigde Boudewijn zelfs aan dat hij
zich uit de actieve muziek wilde terugtrekken en zich toe wilde leggen op het produceren van
andere artiesten. Tussen 1969 en 1973 was het stil rond De Groot, met uitzondering van een
aantal singles, waarvan Als De Rook Om Je Hoofd Is Verdwenen als enige een (bescheiden) Top
40-hit werd. In 1973 gingen De Groot en Nijgh voor het eerst in vijf jaar weer samenwerken,
voor het album Hoe Sterk Is De Eenzame Fietser en de single Jimmy. In oktober van dat jaar
stond het album op nummer 1 in de albumlijst.
De samenwerking tussen beide componisten was sterker dan ooit, want voor het eerst schreven
ze ook voor anderen. Rob de Nijs had destijds verschillende hits met hun nummers, waaronder
Malle Babbe. De laatste jaren legt Boudewijn zich vooral toe op acteren (onder meer in de
film Let The Music Dance ) en produceren. Zo produceerde hij enkele platen van Rowen Heze.
Zijn zoons Jimmy en Marcel proberen sinds 1990 in vaders voetsporen te treden. Marcel had
in 1995 een grote hit in de Top 40 met Mag Ik Naar Je Kijken. Op zijn album Manen Kweken
leverde vader Boudewijn een paar tekstbijdragen. Boudewijn kwam in 1996 verrassend sterk
terug met het top20-album Een Nieuwe Herfst.
De Top 5 van 11 Februari 1967: