Boudewijn de Groot is de opa van Misha (4 weken), Joâo (1) en Aysha (4)

Tóp-opa's!

auteur: Helen van Hogerhuis, Annemieke van Twuijver
geplaatst in: Ouders van Nu nr 8, Augustus 1998

'Mijn stiefgrootvader leerde ik kennen toen ik een jaar of acht was. Ik had met hem een aangename band, hoewel we nooit handje in handje langs de zee liepen. Mijn 'echte' opa - ik kende hem slechts van foto's - kwam op me over als een voornaam heerschap die boven de rest van de famiie stond. Ik was kind in een tijd waarin opa's en oma's vanwege hun ouderdom 'verheven' waren boven de jongere generaties. Je diende hen als jong persoon met respect te bejegenen. Niet echt een situatie waarin je met iemand een warm contact opbouwt.
Ikzelf wil náást mijn kleinkinderen staan. Als opa, als familie, als mens. Soms bekruipt me de angst dat je, naarmate je ouder wordt, misschien wel 'te oud' kunt worden, dat je verstart en de belevingswereld van een jong kind niet meer kunt bevatten. Ik wil tot in lengte der dagen in staat zijn om mijn kleinkinderen te laten weten dat er met mij te communiceren valt, op welk niveau dan ook. Hoe je van tevoren weet hoe je het grootvaderschap wilt invullen, als je kind vertelt dat er een kleine op komst is? Ik had geen idee. Je kunt daar wel over fantaseren, zo van: door Artis wandelen, naar de Apenheul, op schoot paardje rijden. Eerlijk gezegd heb ik met heel kleine kinderen niet zoveel op. Ik kan weinig met een baby, een kind dat nog in zo'n pril stadium is. Een kind begint voor mij pas te leven als het iets terug kan zeggen, los van het feit dat het hier om eigen familie gaat.
De oudste, Aysha, is nu vier. Ze is er eentje met haar eigen gedachten. Ze is een stil kind dat niet snel bij iemand op schoot springt. Ze is een markante persoonlijkheid en was in het begin behoorlijk eenkennig. Haar broer Joâo heeft een totaal ander karakter, die is veel makkelijker. Hoe baby Misha is weet ik nog niet. Aysha en ik beginnen eindelijk aan elkaar te wennen. Zij vertrouwt me meer en komt sneller bij me. Maar het zal nog wel een jaar of vijf duren voor echt duidelijk wordt welke kant wij opgaan met z'n tweetjes.
Kinderen zijn mensen met een eigen karakter en het is altijd afwachten of je elkaar ligt. Een kind moet je aardig yinden. Als een kind dat niet vindt, dan kun je nog zo veel familie zijn, maar dan is het afgelopen. Dan moet je heel erg je best doen om zijn vertrouwen te winnen.
Bij mij groeit dat vertrouwen langzaam. En bij Aysha ook, zeker omdat ze een meisje is dat weet wat ze wil. Ik hoor sowieso vaak van kinderen (en van grote mensen ook, trouwens) dat ik geen gezicht heb dat iets uitstraalt van 'o, o, wat voel ik me bij jou op mijn gemak.'
Ik doe geen typische opa-dingen. Ik doe eigenlijk ook niet echt dingen met ze alleen, er is altijd wel familie bij. Leuke anekdotes voor later? Ik ben absoluut geen anekdotes-mens. Grappige situaties? Een verbale homevideo kan ik helaas niet produceren. Eigenlijk vind ik dat ook niet belangrijk. Het gaat mij meer om het contact dat ik met ze heb.
Wat ik hoop - en als het in het verschiet ligt, verheug ik me erop - is dat we een goede band met elkaar zullen hebben. Dat ik met ze over de kermis of in de dierentuin loop en dat ze dingen aan me vragen. Ik hoop dat we samen kunnen praten over de dingen van het leven, dat ze me genoeg zullen vertrouwen om te vertellen wat en in ze omgaat of waar ze mee zitten. Ik hoop dat ik ze het gevoel kan geven dat ze dingen bij me kwijt kunnen, dat ze weten dat ik naar ze zal luisteren. Dat hoop ik echt.

'Wat ik hoop is dat mijn kleinkinderen en ik een goede band zullen hebben, dat we samen kunnen praten over de dingen van het leven'


Omhoog
Terug