'Ik geniet enorm van mijn kinderen. Ik ben een blije vader.'

auteur: nn
geplaatst in: Margriet nr 46 1994.

Boudewijn de Groot als Tsjechov, en waarom ook niet?' riep een krantenkop toen bekend werd dat Boudewijn de Groot de hoofdrol gaat spelen in de gelijknamige musical. Het verhaal, dat geschreven werd door Robert Long en de inmiddels overleden Dimitri Frenkel Frank, gaat over de laatste zestien jaar uit het leven van de beroemde Russische schrijver Anton Tsjechov. Boudewijn de Groot is inmiddels 47 jaar, grijs en, excuseer me, nog steeds even prachtig om te zien. Hij is aardig, praat behoedzaam: maakt, hoewel hij later in het gesprek zal zeggen dat het relativeringsvermogen van Nederlanders wel eens wat erg doorschiet, toch ook zelf opvallend vaak gebruik van zorgvuldige afwegingen: "Aan de ene kant..., maar aan de andere kant..."
Boudewijn de Groot als Tsjechov. Op de vraag waarom juist hij voor deze hoofdrol gevraagd is, antwoordt hij met een geamuseerd lachje: "Omdat Willem Nijholt en Eric Schneider nee hebben gezegd." Pas later geeft hij toe dat de jubelende recensies over zijn rol als componist in de Pim de la Parrafilm 'Let the Music dance' mogelijk een rol hebben gespeeld. "Misschien", haast hij zich erbij te zeggen.

Heb je meteen ja gezegd?

"Ik heb er heel even over nagedacht. Voor mij was de hoofdreden om ja te zeggen, het feit dat ik 't ontzettend leuk vind om veel verschillende dingen te doen. Ik heb altijd muziek van mezelf gezongen en nu moet ik met het werk van anderen aan de slag. Dat is gevoelsmatig een grote stap. Nu ik wat meer over de persoon Anton Tsjechov lees, ontdek ik allerlei overeenkomsten tussen hem en mij. De behoefte aan rust bijvoorbeeld en tegelijkertijd aan gezelschap. En als je dan mensen om je heen hebt, voel je je er alleen zijdelings bij betrokken. Er zijn ook andere dingen; het gebruik van sarcasme in opmerkingen; de behoefte om ergens te zijn waar je op dat moment niet bent. Veel willen zien, veel willen weten, veel lezen over van alles. jezelf minder belangrijk vinden dan je omgeving, dat soort dingen herken ik sterk." En dan: "Maar ja, ik zal straks wel moeten acteren en dat is iets waar ik geen enkele ervaring in heb"

Je hebt je inmiddels tot een artistieke duizendpoot ontwikkeld. Hoe zie je jezelf, toch in de eerste plaats als componist?

"Nee, ik doe gewoon wat ik op dat moment leuk vind. Het begrip 'loopbaanplanning' is mij totaal vreemd. Ik zie mezelf meer als een 'free-lance van alles'. Ik produceer af en toe een plaat, maar ik vertaal ook boeken. Dat wil ik zeker blijven doen.

'Ik ben als een vlaggeschip
door dejaren zestig
heen gevaren, ik was een
bekende Nederlander.'
Vertalen is een soort op reis zijn in je eigen kamer Een boek moet alleen niet te dik zijn, want ik verveel me nogal snel.'

Die snelle verveling komt in alle facetten van je leven terug.

"Ja, hoewel ik de laatste tijd toch wat rustiger word. Aan de ene kant is die karaktereigenschap heel vervelend, want je weet dat er op een gegeven moment weer een moeilijke periode komt; van het uitgekeken zijn, van die behoefte aan verandering. Met name voor je omgeving kan dat heel lastig zijn, maar ook voor jezelf. Het is eigenlijk een voortdurende tweestrijd: vasthouden, handhaven wat ik heb en wie ik ben. Dus aan zekerheid. Maar aan de andere kant is er dat zo snel verveeld raken. Dat levert nogal eens de nodige depressies en spanningen op." Met een klein lachje: "Maar ja, die lossen zichzelf wel weer op. Bovendien merk ik de laatste jaren dat ik meer de kracht heb om aan dingen vast te houden. En niet elke verandering is een verbetering, dat heb ik ook geleerd."

Met name op het gebied van relaties lijkt me die behoefte aan verandering nogal problematisch.

"Natuurlijk, je moet uiteindelijk wel een keuze maken. Het is ook niet zo dat die behoefte meteen leidt tot onherroepelijke veranderingen. Laat ik het zo zeggen: er moet voldoende afleiding zijn. Of ik wel eens spijt heb gehad van bepaalde beslissingen?
O, ja zeker wel. Dat is onvermijdelijk met zo'n instelling. Ik ben ook niet impulsief in die zin dat ik - knipt met z'n vingers - hup zo maar dingen weg doe. Ik moet alleen het gevoel hebben dat ik ook een andere kant op kan. Vroeger deed ik dat rigoureuze afkappen wel. Toen ik voor de eerste keer stopte met zingen, bijvoorbeeld. Ik had er absoluut geen zin meer in, wilde iets heel anders, maar wat? Geen idee. Maar ik stopte dus wèl. En donderde vervolgens ijn een diep gat. Het heeft zich uiteindelijk wel weer opgelost, maar het was een ontzettend vervelende periode"

Kijk jij met nostalgische gevoelens terug naar de jaren zestig?

"Ja, ik vond het leuk. Ik ben als een vlaggeschip door al die jaren gevaren; ik was een bekende Nederlander in die tijd, dus hoe die periode ook geweest zou zijn: flower power, een depressie, hiphop, nozemtijd of wat dan ook, voor mij komt er altijd die extra dimensie van het bekend zijn bij. En dat bepaalt toch hoe je zo'n tijd beleeft. Voor mij was het een heel positieve periode, alles ging erg goed. En 't was ook een heel krachtige tijd met zo'n ongelooflijke sféér. Ik weet niet hoe de jongeren nu tijd beleven, maar ik krijg niet de indruk dat er nu sprake is van een bepaalde sfeer. Het lijkt allemaal vlak, maar ik sta er natuurlij een beetje buiten. Aan de andere kant: als ik naar mijn kinderen kijk, of naar de dochter van mijn vriendin Trudy; met wie ik samenwoon, dan zijn die net zo goed onzettend bezig met hun eigen dingen. Alleen de muziek van nu, ik weet niet, ik vind er bal aan. Misschien vinden veel jongeren dat ook en wordt er daarom zo veel teruggegrepen naar de muziek uit de jaren zestig".

Je zegt dat je je succesperiode heel positief ervaren hebt. Maar wie zich een beetje in je geschiedenis verdiept, ziet dat je niet alleen van je succes genoten hebt. Er zaten ook negatieve kanten aan.

"In menselijke relaties was het heel moeilijk. Omdat het haast niet te bepalen is waar je precies op beoordeeld wordt.Ik werd ontzettend onzeker door mensen die mij benaderden; vroeg me constant af wat ze van mij vonden. Ik ging ervanuit dat mensen mij gelijk stelden met de muziek die ik maakte; dat die waardering hetzelfde was. Als je bekend bent, word je daar in eerste instantie op beoordeeld: 'O ja, de Groot is die jongen van die stomme liedjes'. Als je dat denkt, moet je eerst over een drempel stappen om te kijken of je mij verder dan wèl aardig vindt. Zo'n oordeel, positief of negatief, komt altijd eerst en dat dat frustreerde mij ontzettend. Het feit dat ik wel degelijk succes had, hielp me daar vreemd genoeg niet bij. Gevolg was dat ik mensen meer en meer ging mijden en op een gegeven niet meer wist hoe het verder moest. Ik heb me toen op een boerderij in Drente teruggetrokken. Dat was een heel abominabele periode niets tot stand kwam. Ik kwam er wel tot rust, maar het stomme was dat ik daarvoor niet op die boerderij was gaan zitten. Nu, achterat weet ik dat ik had moeten zeggen: 'Ik trek me nu even terug en als zich iets nieuws aandient, dan zie ik het wel'. Maar ik ging juist krampachtig zoeken iets anders. Dat was een grote fout."
'Mijn kinderen zijn niet
bang voor mijn succes. Ze
zijn zelf heel talentvol'
Het is met jou altijd erg op en neer

"Ja, ontzettend. Dat heb je als je steeds het gevoel hebt iets anders te moeten gaan doen. Je moet dan wel héél erg voor het geluk geboren zijn, wil dat in een permanent stijgende lijn blijven gaan. Iedere verandering was in mijn geval eigenlijk meer een reactie op het voorgaande, dan een werkelijke voortzetting. Maar achteraf bezien vind ik het niet eens zo erg dat het zo gelopen is."

Je bent in een Indonesisch interneringskamp geboren. Ben je ooit terug geweest?

"Nooit. Ik heb daar vreemd genoeg nooit behoeft aan gehad. In feite weet ik niets over Indonesië, omdat ik al op tweejarige leeflijd naar Nederland kwam, maar ik heb wel een bepaald gevoel over dat land. Dat wil ik liever niet concretiseren door ernaartoe te gaan. Ik ben veel te bang voor de ontguchtering als blijkt dat dat gevoel niet als blijkt dat dat gevoel niet klopt. Mijn broer is wat dat betreft heel anders; die is er haast niet weg te slaan. En mijn zus is er inmiddels ook geweest." Hij staat op en pakt een mapje foto's. "Zij heeft daar voor mij het graf van mijn moeder gefotografeerd, die in 1945 in het kamp is gestorven. Ik vond dat ontzettend lief van haar, en ik vind het leuk om die foto's te hebben. Maar ja, dat is het dus eigenlijk hè, ik kijk naar het graf van mijn moeder waar ik geen bewuste herinneringen aan heb. Voor mijn broer en zus ligt dat anders. Toch ken ik de behoefte om terug te gaan naar plekken uit je jeugd wel. Daarom ga ik vaak naar Kennemerland, waar ik ben opgegroeid.'

Iets heel anders, je bent vader van drie artistieke kinderen.

"Mijn dochter Caya (24) heeft net de toneelschool gedaan en mijn zoons Marcel (27) en Jim (18) zijn allebei zeer muzikaal. Jim en Caya gaan trouwens straks allebei in de televisie-serie 'Spijkerhoek' spelen. (lachend): Als elkaars geliefde, dus dat kan nog wat worden. Ik geniet zeker van het vader zijn, ontzettend zelfs, hoewel ik het tijdens hun opvoeding op een bepaald moment wel heb laten afweten. Tenminste, in die zin dat ik ze niet zelf heb opgevoed. (Boudewijn is twee maal getrouwd geweest) Ik prijs me gelukkig dat hun respectievelijke moeders dat ontzettend goed hebben gedaan. Maar ik ben wel steeds in de buurt geweest. Ik vind het leuk wat ze doen, we praten er veel over, er is veel contact. Het zijn ontzettend aardige kinderen en heel talentvol".

Dat klinkt als een heel trotse vader.

Met veel nadruk: "Zeker, en vooral een blije vader. Ik herken ook veel van mezelf in ze. Het is prettig om met ze samen te werken omdat ze zo verstandig zijn. Er is geen eigenwijsheid, je kunt goed niet ze praten, er is geen angst voor het feit dat ik bekend ben of succes heb in datgene wat ik doe. Ze hebben absoluut niet het gevoel dat ze daaroverheen moeten komen of hetzelfde moeten presteren. Dat maakt het contact zo makkelijk."

Tot slot: komt er ooit nog een cd met Lennaert Nijgh?

"Die plannen zijn er al jaren, alleen komt Lennaert maar niet af met z'n teksten. Hij heeft 't druk met andere dingen, en bovendien drukt de last van het verleden ook zwaar op z'n schouders; kwalitatief moet hij hetzelfde presteren als toen. Daar zit 'ie nogal tegenaan te hikken, En als ik roep: 'Het is tijd dat je weer met iets komt', antwoordt ie altijd trouw: 'ja ja, ik ben bezig'. Ik blijf gewoon op z'n nek zitten!"


Omhoog
Terug