Boudewijn de Groot, 62 alweer, is de komende maanden op tournee door Nederland.
Onlangs verschenen van hem een cd, Lage Landen, én een boek met zijn
liedteksten: Hoogtevrees in Babylon. Margriet sprak met hem over zijn roots,
zijn engagement, zijn tekstschrijver Lennaert en het onvermijdelijke einde.
'Die platenmaatschappijen teren nog steeds op een soort geloof in de legende
die ik representeer. Dat is toch beangstigend voor mij.'
Boudewijn de Groot in een interview met Ischa Meijer in 1984.
Bent u nog steeds een legende waarop wordt geteerd? "Daar houd ik me niet zo
mee bezig. Ik schrijf wat ik leuk en interessant vind en doe mijn best dat zo goed
mogelijk te doen. Als het klaar is, gaat het wel knagen. Zullen ze het goed vinden?"
Kent u nog zulke onzekere momenten? "Juist omdat ik zo veel succes had. Ik
hoop altijd dat het volgende dat ik maak, beter is. Er is een meetlat en die ligt in
mijn geval hoog. Ik kan behoorlijk onzeker zijn. Ook als iedereen om me heen roept:
'Het is fantastisch!' Denk ik: ja, dat zeggen jullie wel, maar er zijn vast dingen
die jullie niet zeggen. Af en toe neigt het naar zelfmedelijden, al wordt het dat
uiteindelijk nooit. De aanloopperiode vind ik het zwaarst. Want er moet iets nieuws
komen."
Waarom? "Omdat het mijn vak is. Ik moet mijn repertoire geregeld vernieuwen.
En omdat er vanbinnen dingen zitten die eruit moeten en omdat het leuk is om te doen."
Wat is uw grootste talent? "Het schrijven van melodieën bij teksten. Het
tweede is een tekst zo bijschaven dat-ie goed is, dat-ie meer zeggingskracht krijgt.
Het derde is hoe je een lied moet zingen. En het vierde is koken."
Wat is uw specialiteit? "Thais."
'En Petrus zei: 'God? Die naam heb ik nog nooit gehoord. Er is niemand die
zo heet achter de hemelpoort."
Uit: 'Achter de Hemelpoort' van Boudewijns nieuwe cd Lage Landen (2006).
Is het toeval dat na het overlijden van uw goede vriend en vaste tekstschrijver
Lennaert Nijgh enkele liedjes op uw nieuwe album over de dood gaan?
"Het komt dichterbij, da's een feit. Ik ben voorbij de helft. En er zijn in mijn
omgeving steeds meer mensen die overlijden en, helaas, soms op té jonge leeftijd.
Maar het is niet iets wat dagelijks in me leeft en waar ik per se over wil schrijven.
Het speelt bij mij meer in het onderbewuste, de inspiratie geeft daar vorm aan en
dan komt het op deze manier naar buiten."
Is er iets achter de hemelpoort?
"Ik vraag me wel eens af waar Lennaert nu is."
En waar is uw moeder? "Daar ben ik minder mee bezig."
'Ik ben dan wel bekend nu als Boudewijn de Groot. Mijn moeder weet van niets,
mijn moeder is namelijk dood.
Ik heb nog een paar foto's uit Indië waarop ze staat, als verstilde zangeres in een
Lang en wit gewaad.'
Uit: 'Moeder' van Boudewijns album Waar Ik Woon En Wie Ik Ben (1975).
Is 'Moeder' de meest persoonlijke tekst die u ooit schreef?
"Mensen vinden het in elk geval een heel mooi lied; als het over je moeder gaat,
komen de tranen automatisch. En als het dan ook nog gaat over een moeder die je nooit
hebt gekend… Anderen vullen voor mij mijn tranen en emoties in. Ze laten het op mij
slaan én op zichzelf?'
Uw moeder stierf in 1945 in een jappenkamp, een jaar na uw geboorte. U heeft haar
nooit gekend.
"Daarom is dit ook een veel afstandelijker tekst dan bijvoorbeeld 'Papa' van Stef Bos
of 'Pa' van Henny Vrienten. Die praten echt tegen iemand die bestaat. Ik praat niet
tégen mijn moeder, ik praat óver haar. Mijn zusje werd er meer door geraakt, zij
heeft haar gekend en heeft er beelden en herinneringen bij. Ik niet. Mijn grote vraag
over mijn moeder is: hoe zou ze zijn geweest? En vooral: hoe zouden wij samen zijn
geweest?"
Waarom bent u nooit teruggegaan naar uw geboorteland Indonesië?
"Indië is iets wat in mij zit en waar ik bepaalde beelden bij heb, die niet berusten
op eigen waarneming. In mijn jeugd zijn dingen binnengekomen als ik op bezoek ging
bij ooms en tantes in Den Haag, die ook in Indië hadden gewoond en bij wie in huis
een Indische sfeer hing. Daar werd met veel heimwee over dat land gesproken. Mijn
heimwee naar Indië is nergens op gebaseerd. Op een bepaalde manier speelt dat van
binnen en dat koester ik. Ik heb geen enkele behoefte om dat aan de werkelijkheid te
toetsen. Ik heb ook geen kampsyndroom overgehouden aan de oorlog."
Heeft u het gevoel dat u iets heeft gemist in uw leven?
"Natuurlijk Een eigen moeder is toch iets anders dan een tante of stiefmoeder, hoe
lief die ook waren en hoe goed ze het ook hebben gedaan; het feit ligt er dat ik
nooit een echte moeder heb gekend. Maar emotioneel heeft het me nooit geraakt,
vandaar dat ik nooit op zoek ben geweest naar wie zij was. Ik kan mijn moeder niet
terughalen, ik kan niet zelf voelen hoe het is met haar samen te zijn. Als anderen
vertellen hoe zij was, denk ik: het zal wel. Ik zie haar dan toch liever als dat
danseresje dat daar op die foto staat."
Wordt het thema belangrijker voor u naarmate uw ouder wordt?
"Nee... Nou, wel iets meer, ja. Maar niet zozeer de drang erheen te gaan. Als ik op
zoek moet gaan naar mijn roots kan ik net zo goed naar Hoofddorp gaan of naar Het
Gooi, want ook daar komt een deel van mijn familie vandaan."
'Lage Landen, Lagen Landen. Melk en honing. Overvloed. En ineengeslagen
handen, grootgebracht met Neerlands Bloed.'
Uit: 'Lage Landen' van de gelijknamige cd (2006).
'Lage Landen' is een thema dat u vaker gebruikt.
"Het is de plek waar ik ben opgegroeid en altijd heb gewoond, de plek waar ik me
thuis voel. Zonder dat ik die verheerlijk. Het is geen ode aan Nederland, geen
patriottische liefdesverklaring. Maar wel met liefde geschreven."
Is er een lange zoektocht aan voorafgegaan voordat u wist wat 'thuis' was?
"Geen zoektocht. Ik heb op een groot aantal plekken gewoond en weet nu dat ik niet
ergens anders zou willen wonen, zelfs binnen Nederland niet. Ik keer altijd weer
terug naar deze omgeving, Zuid-Kennemerland. Hier voel ik me thuis, hier is het
relaxed. Hier kom ik tot rust. Een vertrouwde omgeving, een soort band met het
verleden. Zonder dat ik per se conservatief ben of continu in retrospectief leef.
Ik ben geen avonturier, ben niet steeds op onderzoek uit of op zoek naar iets nieuws.
Globetrotter zijn is niet voor mij weggelegd."
U heeft in Drenthe in een boerderij gewoond met een aantal muzikanten, een paar
keer in Amerika gewoond. Is dat achteraf goed geweest?
"Natuurlijk! Ik ben weggegaan omdat ik dat wilde, ik wilde niet in dat Heemstede
blijven zitten. Ik wilde een aantal keren weg uit de situatie waarin ik verkeerde,
ik heb een aantal maal een streep gezet. Allemaal bewuste keuzes. Dat vond ik leuk en
noodzakelijk om te doen. En het heeft natuurlijk ook met onrust te maken."
Waar kwam die onrust vandaan?
"Tja, zo ben ik geboren. Ik wilde telkens wat anders en heb altijd gedaan wat ik
wilde. Het ging niet altijd vanzelf, maar uiteindelijk toch zoals ik het hoopte of me
voorstelde. Wat dat betreft is het goed gelukt."
Gingen uw keuzes ten koste van anderen?
"Als je bepaalde dingen niet meer wilt en je gaat strepen trekken, dan zijn andere
mensen daar meestal de dupe van. Uiteraard."
Was u eerlijk ten opzichte van die anderen?
"Soms. Maar het is nooit zo geweest dat ik doelbewust wilde kwetsen."
'Ik jaag niet meer op jou, ik jaag niet meer opjou.
Er woedt niets meer in mij aan het einde van de zomer. Het jagen voorbij.'
Uit: 'Het Jagen Voorbij', een tekst van Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh van de
cd Lage Landen (2006).
Gaat dit over de rust die u in uw derde huwelijk heeft gevonden? "Het gaat
heel erg over Lennaert zelf, ik ben nooit zo'n teleurgestelde jager geweest als hij.
Ik had na mijn jachtpartijen meestal wel iets geschoten aan het eind van de dag,
Lennaert had daar meer moeite mee. De onbereikbare liefde was het eeuwige onderwerp
van hem, die liep als een schaduw achter hem aan en soms voor hem uit. Hij jaagde dat
na. Dat culmineerde uiteindelijk in het besef dat het definitief geen zin had. Het
is niet zozeer de onbereikbare liefde waar dit over gaat, maar over het feit dat hij
geen zin meer heeft om die liefde na te jagen. Een typische Lennaert-tekst."
Wat is een typische Boudewijn-tekst?
"Er loopt geen rode draad door mijn teksten. Gisteren op de radio hoorde ik dat bij
Robert Long 'de dood' een rode draad in zijn oeuvre en leven was. Ik ken zijn
repertoire niet goed, maar dacht: oké, dat is dus Robert Long. Freek de Jonge zal ook
wel een rode draad hebben. Dat zijn mensen die zo veel teksten hebben geschreven dat
je zo een rode draad zou kunnen aanwijzen als je dat zou willen. Ik heb dat niet."
Jaagt u nog succes na?
"Wanneer ik iets nieuws maak hoop ik dat de mensen het mooi vinden. Maar ik heb het
applaus of die volle zaal niet per se nodig; ik voel me best prettig als ik thuis
zelf muziek maak. Het is natuurlijk nog steeds een kick om voor een volle zalen te
staan, begrijp me niet verkeerd."
Men kan u niet meer maken of breken?
"Nee, maar dat moet je niet al te zwart-wit zien. Een lege zaal zal ik vervelend
vinden maar dat zal me niet weerhouden om dan toch muziek te blijven maken. En met
veel plezier."
U stond in de vorige editie van de Radio 2 Top 2000 op nummer l met 'Avond'. Een
mijlpaal in uw carričre?
"Dat was leuk. Ik werd meegesleurd in het enthousiasme, het was een heel unieke
ervaring om daar het middelpunt van te zijn. Maar het was geen creatieve mijlpaal.
Ik vind het leuker om te kijken naar mijn platen en te denken: dít heb gemaakt. Het
feit dat ik 42 jaar lang erkenning heb gekregen en gehouden, vind ik eigenlijk de
enige mijlpaal."
'Er zijn te veel burgerlijke, laffe, egoďstische mensjes.
En dan zijn er ouden van dagen die alleen in een huis met zes kamers wonen.'
De 21-jarige Boudewijn de Groot in een interview uit 1965.
Hoeveel kamers heeft het huis van de familie De Groot?
"Een stuk of vijf."
In hoeverre bent u iemand geworden op wie u vroeger afgaf?
"In een bepaald stadium denk je dat je nooit je wilde haren zult kwijtraken en dat je
nooit zult zijn als alle anderen. Voor mij geldt dat ik nu bezadigder ben dan toen.
Ik ben geen avonturier, ik ben geen vernieuwer. Ik ga ook niet zo mee met de trends."
U heeft geen iPod?
"Wel een iPod, maar ik doe niet aan de laatste mode en ik probeer ook niet krampachtig
mee te doen met de jongere generatie. Ik hoor bij de oudere generatie en dat straal
ik ook uit, denk ik"
Is er sprake van melancholie als u aan vroeger denkt?
"Geen melancholie naar de wilde haren, wel naar het ervaren van de dingen. Aan het
begin was alles nieuw. Ik wist een hele hoop nog niet en dat moest ik uitzoeken. Die
grote verwondering is een ander soort enthousiasme dan waar ik nu muziek mee maak.
Het is de last van de ervaring."
Wereldverbeterend, vrijblijvend of gezellig? Hoe moeten we uw werk omschrijven?
"Ik zou zeggen: inhoudsvol, onderhoudend. Het gaat om inhoud, iets waar ze langer
over na kunnen denken. Desnoods met de vraag: 'Wat bedoelt-ie daar in godsnaam mee?'"
Hoe geëngageerd bent u nog?
"Niet per se, dat vind ik een beperking. Maar ik wil af en toe best laten blijken dat
iets me bezighoudt, ook al is het zijdelings. Maar het is niet zo dat ik daar een
heel repertoire aan ga ophangen. Ik probeer op de hoogte te blijven van wat er
gebeurt en daar iets van te vinden. En dat wat ik vind moet wel aan de kant staan van
de verdrukten en de mensen die het moeilijk hebben. In de jaren zestig werd daar veel
meer nadruk op gelegd. Omdat mijn liedjes succesvol waren, werd er uiteraard aandacht
aan besteed. Wereldwijd was er een sociale en culturele omwenteling, iedereen had
daarmee te maken. Er werden taboes en heilige huisjes omver geworpen. En er was die
grote Amerikaanse oorlog die meer en meer in het nieuws kwam en waar iedereen zich
mee ging bemoeien."
Er is nu ook een oorlog.
"Ja, maar toen veranderde er zó veel. Alles kwam samen. Na Vietnam zijn er oorlogen
geweest in het Midden-Oosten, burgeroorlogen in Afrika en het voormalige Joegoslavië.
Afghanistan, de voormalige Sovjet-Unie. Het is allemaal even erg. Dus om dan nu nog
een protestlied te gaan zingen over de oorlog in Irak? Dat is een open deur intrappen.
Niemand kijkt daar meer zo van op als destijds in de jaren zestig. De tijdgeest nu is
er één van het angstaanjagende terrorisme, het verschrikkelijke vooruitzicht dat de
Noordpool zomers ijsvrij zal zijn en de zeespiegel gaat stijgen. En dan nog zegt een
groot deel van de mensen: Ach, het zal wel meevallen.' En inderdaad: vaak lost het
zich vanzelf op."
Het lied 'Red de IJsbeer' zal niet uit uw pen komen?
"Ik denk dat een lied als 'Welterusten Meneer De President' met dezelfde kwaliteit en
dezelfde gepassioneerdheid nu best geschreven zou kunnen worden. En misschien gebeurt
dat ook. Ik ben weleens gaan zitten omdat ik een tekst wilde maken over iets wat
ontzettend bij me leefde, maar dan is het zó belangrijk voor me dat het al meteen bij
de eerste regel niet goed genoeg is. Dus waag ik me daar niet meer aan."
Bent u bezorgd over de toekomst van uw kleinkinderen?
"Ik draag de cd aan hen op, maar dat heeft niets te maken met een hoop op een betere
wereld. Natuurlijk hoop ik voor mijn kleinkinderen, voor alle kleine kinderen, dat
het beter wordt. Ik ben van mening dat alles in golfbewegingen gaat. Dus als het een
tijdje minder goed gaat, zal het vanzelf wel een keer beter worden. Kijk maar naar de
economie. Soms denk ik: waar maakt iedereen zich druk over? Ik ben ervan overtuigd
dat de wereld beter wordt."
"Nooit meer terug' is de grondregel waar ik naar probeer te leven.'
Boudewijn de Groot in een interview met Hervormd Nederland in 1984.
Dat klonk stellig.
"Ik probeerde toen niet te verzanden in de liedjes die ik op dat moment zong. Ik had
daar niets nieuws meer aan toe te voegen. En ik wilde ook niet te lang stilstaan bij
het verleden. Het was een vrij algemeen statement."
Wat is de grondregel nu?
"Ik heb geen motto dat op een tegeltje zou passen. Wat ik wil is doorgaan met wat ik
nu doe en dat klinkt behoorlijk saai. Maar dat heb ik altijd wel gehad. Mijn jeugdig
elan van toen kwam voort uit het feit dat het nieuw was voor me, meer dan dat ik zelf
dingen wilde vernieuwen. Voor mij was het al nieuw. En da's nu niet zo. Ik heb niet
het idee dat ik nog dingen kan vernieuwen, behalve dan mijn eigen repertoire. Ik heb
ook niet die behoefte."
|
|