Boudewijn de Groot

binnen de grenzen van de gulden middenweg

auteur: Jan Schuim
geplaatst in: Get It, nummer 7, november 1975

BOUDEWIJN DE GROOT is terug. Terug met een verrassend nieuw geluid, getuige zijn nieuwe lp "Waar Ik Woon En Wie Ik Ben". Boudewijn is ook terug van een tijd van zoeken. Zoeken naar zijn identiteit, waar hij door zijn overweldigende populariteit van weleer, danig mee overhoop lag. Samen met zijn lijf-tekstdichter Lennaert Nijgh heeft hij een generatie aan zijn voeten gehad. Die samenwerking is nu voorbij. Boudewijn kwam in kontakt met een nieuwe, frisse katalysator in de figuur van René Daalder, die voor hem een nieuwe impuls betekende om zijn ideeën over de Nederlandse muziek, gestalte te geven. Onze vliegende reporter Jan Schuim schuimde stad en land af om Boudewijn te pakken te krijgen en trof hem uiteindelijk in het programmabureau van Phonogram, zijn platenmaatschappij. Daar ontstond een interessant interview, dat is weergegeven op de pagina's 7 t/m 9.

'alles hier blijft binnen de grenzen van de gulden middenweg'

Boudewijn de Groot maakte onlangs weer een LP, "Waar ik woon en wie ik ben". Een LP die, afgezien van kwaliteit, staat als een huis. Een plaat ook, die niet te vergelijken is met Boudewijn's eerdere opnamen.
In de tweede helft van de zestiger jaren waren zanger/komponist Boudewijn de Groot en tekstschrijver Lennaert Nijgh een onverbrekelijk duo, van wie vrijwel elke single een onverbiddelijke hit werd. Wie herinnert zich niet nummers als: "Welterusten, mijnheer de president", "Testament", "Beneden alle peil", "Meisje van 16", "Woningnood", "Voor de overlevenden" en "Vriendinnen van één nacht". Teksten die bijzonder goed aansluiting vonden bij het aktieve jongerengebeuren van die jaren. Jaren van beweging, protesten, alternatieve leefwijzen. De teksten zijn nog steeds aktueel. Ook de nieuwe generatie wordt sterk aangesproken door de liedjes; liedjes die niet alleen wat te zeggen hebben, steun geven en troosten, maar waar je urenlang over kunt mijmeren. Inmiddels is Boudewijn 31 jaar en is hij teveel veranderd om op diezelfde voet door te gaan. Ingewikkelde boodschappen ziet hij niet meer zitten. Lennaert Nijgh is niet meer in staat teksten te schrijven zoals Boudewijn ze wil hebben. Het duo is uit elkaar gegroeid.
Boudewijn is te onzeker van karakter om alleen verder te gaan. Door een toeval kwam hij weer in kontakt met René Daalder, (ook) een jeugdvriend. Deze funtioneert nu als "katalysator". "Als ik René niet ontmoet had, zou ik of geen LP gemaakt hebben, of het zou een hele vage geworden zijn", vertelt Boudewijn. Hij is zó tevreden over de totstandkoming van de plaat, dat een volgende niet lang op zich zal laten wachten. Hij is zelfs van plan weer te gaan optreden, iets dat vijf jaar terug één van de (vele) dingen was waarop hij afknapte. Binnen het jaar hoeven we Boudewijn echter niet op de planken te verwachten. Hij wil zich eerst terdege voorbereiden, om het beter te doen dan vroeger. Boudewijn, hoewel konstant bloednerveus, was altijd duidelijk in zijn element op het podium.



De gedachte dringt zich op dat hij definitief alle persoonlijke problemen te boven is, en opnieuw een grootse karrière tegemoet gaat.
"Ik wil je nu, hier op het kleed en hou niet op voor je alles vergeet", zingt Boudewijn op zijn nieuwste LP. Hij probeert iets recht te zetten. Hij is niet de Nederlandse Held, maar slechts een gewoon mens. In de song "Travestie" legt hij uit: "Ik ben een Lorelei in travestie, waarop jij je te pletter vaart; mijn ijdelheid heeft jou verleid..." De harde woorden, "Ik wil je nu", volgen direkt op de stem van een jonge vrouwelijke fan (in werkelijkheid zijn buurmeisje Kathy), die enige regels zingt uit het nummer "Beneden alle peil". Boudewijn zingt: "...zo'n meisje noemt zich dan een fan, maar weet totaal niet wie ik ben, zingt teksten die ik niet meer ken..." en "die onschuld ben ik kwijt, wat jij zingt is al geweest, jij bent de schoonheid, ik het beest". We hoeven niet langer in onzekerheid te blijven. Boudewijn wil nu verder. Niet meer gezeurd over vroeger, het heden is daar. Duidelijker kan het nauwelijks.

BANG OM VERKEERD BEGREPEN TE WORDEN

Toch eigenlijk een erg smerige uithaal naar de fan. Boudewijn grinnikt wat verlegen. ,,Jaa..., zo hard mogelijk. Ik laat daar blijken dat het echt menens is. En geen lolletje. Ik bedoel, ik wil mezelf niet serieus nemen, maar wel ernstig. Het is niet zo dat ik niet meer achter de teksten zou staan, maar het is gewoon voorbij. Produkten van de afgelopen periode. Nu ben ik een paar jaar verder. Dat houdt evenwel niet in dat ik de dingen van vroeger, dat imago en repertoire, zondermeer verwerp. Nu gaat het echter over mijzelf en veel dingen zijn anders. Dat wil ik zo hard mogelijk duidelijk maken. Als een fan mij tien jaar lang op de voet gevolgd heeft, en daar gaat dat lied over, dan zit zij in een bepaalde dromerij. Ik wil haar daar uithalen en in de realiteit brengen. Zo van: "Ik vind het fantastisch dat je het mooi vond, maar nu ben ik zò. Nu ben ik eerlijk en oprecht. Ik zou er zelfs voor uit durven komen dat ik je hier op het kleed wil nemen, weetjewel..." Als die fans tien jaar lang in mij, in mijn werk, geïnteresseerd zijn geweest, vind ik dat ze er nu recht op hebben om mij wat persoonlijker te leren kennen. Van dat recht moeten ze zich ook bewust zijn, vind ik. Ik heb tien jaar lang dingen gezongen die in zoverre persoonlijk waren, dat niemand anders ze op die manier zong en dat is dan misschien mijn image. Maar ze gingen nooit over mezelf, over mij persoonlijk. Het waren algemene problemen, die Lennaert en ik aan konden voelen, of het waren nog algemenere dingen, die uitsluitend sfeertekeningen waren... Het is nu simpelweg de tijd om het over mezelf te hebben", vertelt Boudewijn onderuitgezakt op een bankstel in de "kantine" van het programmabureau van Phonogram, een Hilversumse villa. Hij komt over als een vriendelijke, maar verlegen jongeman: spreekt op een bedachtzame toon, met weinig stemverheffingen, formuleert zijn zinnen aarzelend, voorzichtig. Bang om verkeerd begrepen te worden, vertelt hij soms driemaal hetzelfde, steeds met andere woorden. Hij blijkt in ieder geval spraakzamer dan ik had durven hopen. Laat zich ook nauwelijks van zijn apropos brengen door de met veel lawaai binnenkomende mensen. Naarmate het gesprek vordert, wordt Boudewijn alleen nog maar spraakzamer.



"Waar ik woon en wie ik ben" vind ik een LP die op dit punt van mijn ontwikkeling het meest to the point vind. Omdat hij over mezelf gaat, direkt bij mij persoonlijk betrokken is, bepaalde mooimakerijen, die op voorgaande LP's voorkwamen, niet meer heeft, ontdaan van iedere overbodige verdoezeling en mij persoonlijk presenteert en representeert".
De LP leidt een nieuwe fase van zijn karrière in. Boudewijn blijkt andere muziek te maken; de teksten zijn veel simpeler en staan literair op een veel lager niveau dan voorheen. Filmregisseur René Daalder schreef alle teksten en deed, samen met Boudewijn, de produktie. René betekent erg veel voor Boudewijn. Hij nam Lennaert Nijgh's funktie als tekstdichter, maar ook als mentor, katalysator over. Boudewijn kende hem van de filmakademie. René, die al jaren in de V.S. woont en werkt, belde Boudewijn begin vorig jaar eens op. "Hij is geïnteresseerd in kommunikatie en entertainment, in iets maken voor een publiek", aldus Boudewijn. Van het een kwam het ander. "Als René niet opgebeld had toen, zou het een heel andere plaat geworden zijn. Wel wat ik bedoeld zou hebben, maar ik zou het in een andere richting gezocht hebben. Meer de kant uit van "Hoe sterk is de eenzame fietser", waar ik overigens helemaal niet zo tevreden over ben. Het zou dus weer een vage plaat geweest zijn. Omdat ik onduidelijker werd in wat ik deed. Ik had al het idee dat het simpeler moest worden. Daarbij had ik "Jimmy" of het "Kindermeidslied" voor ogen. Maar verder wist ik nog niets. René en ik hebben lang zitten praten over wat ik aan het doen was. Dankzij hem kreeg ik inzichten hoe een artiest over zou moeten komen, over het juiste effekt van een plaat. Die inzichten gebruik ik ook als producer. Ik heb met René op het moment ontzettend goed kontakt voor wat betreft mijn eigen ontwikkeling".
"We kwamen tot de konklusie dat datgene wat ik aan het doen was, niet over mij persoonlijk ging. Dat ik wel een bepaalde imago had, maar dat ook niets over mij persoonlijk vertelde. En dit is de formule die ons voor de geest stond: simpelheid, direktheid, oprecht en eerlijk, sober, geen zijpaden, geen dubbele bodem, niets. En geen verdoezelingen, geen versieringen. Simpel en direkt", stelt Boudewijn nadrukkelijk.

NAAR AMERIKA

Op 20 mei 1944 werd Boudewijn in het toenmalige Batavia geboren. In betrekkelijke rust groeide hij in Heemstede op. Boudewijn: "De omgeving waar ik vandaan kwam, heeft altijd nogal over mijn platen gehangen. De sfeer van een zekere beschaafdheid en rust. Mijn muziek is niet eksentriek, zoals ik terecht gezongen heb. Iedere buitenissigheid was ver te zoeken. Geen hoogte- en geen dieptepunten. Dat was op school - ik zat op het Lyceum - ook zo. Los van het feit dat ik mijn mening überhaupt nooit durfde te geven en nogal een slappe indruk gemaakt moet hebben. Het was sowieso een school waar geen ekstremiteiten voorkwamen. Er waren geen probleemkinderen of iets dergelijks. Uit die sfeer zijn mijn platen ook ontstaan. Eksentriciteiten zijn er voor mij trouwens nog steeds niet bij"



Als kleine jongen had hij ook geen vreemdsoortige idealen. Hij wilde gewoon filmster worden. "Maar dan wel Amerikaans filmster, weetjewel. Ik wilde de glamour en de glitter van de Amerikaanse filmindustrie proeven. Die zei me meer dan de Engelse humor of de Franse "esprit". Op een gegeven moment dacht ik: "Ja kom, filmster worden is eigenlijk een jongensdroom. Je kunt beter iets intelligents bij de film gaan doen. Ik besloot kameraman te worden. Daarom ging ik uiteindelijk naar de filmakademie", vertelt Boudewijn. "Tot in de laatste klas van het lyceum heb ik dus nooit zo precies geweten wat ik wilde gaan doen. Ik was altijd ontzettend in de weer met Amerika. Ik wilde daar vanaf mijn dertiende jaar al graag naar toe. Met name het prachtige leven dat voorgeschoteld werd in advertenties in Amerikaanse bladen, trok me erg aan. Grote stationwagen (hij spreekt het op zijn Amerikaans uit), vissen. Kortom: plezier maken in het land van de onbegrensde mogelijkheden. En dan ook voornamelijk toegespitst op film".

Op dit moment zit hij, zes weken lang, in Amerika. Zonder vaste plannen. Misschien gaat hij er nog wel muziek maken ook. Boudewijn: "Ik wil gewoon van alles gaan bekijken. Ik zoek de weidsheid. Wil gewoon een tijdje uit Nederland zijn. Nederland is klein en ik zit hier alweer dertig jaar. Ik heb hier veel gezien, van Amerika heel weinig". Op l oktober vertrok hij. Meteen verliet hij ook Phonogram als producer in vaste dienst. Boudewijn is altijd al erg op vrijheid gesteld geweest. Nu is hij vrij te produceren voor wie hij wil.
Naast zijn passie film, hield hij zich ook met andere dingen bezig. In zijn familie was hij de eerste die een muziekinstrument bespeelde. Gitaar. Op den duur begon hij zelf wat weemoedige teksten te schrijven en maakte bijpassende muziek. Hij beoordeelde dat dan aan de hand van Jaap Fischer's repertoire. Op de HBS had hij Lennaert leren kennen. Samen maakten ze op een gegeven moment 8 mm speelfilmpjes, waarvoor Lennaert het scenario schreef. "In het eerste filmpje zong ik ook een paar liedjes. Op aanraden van iemand begon Lennaert teksten te schrijven, waar ik dan muziek op maakte. Zo kregen we kontakt met platenmaatschappijen", vertelt hij. De telefoon gaat... geïrriteerd spreekt hij een paar woorden, hangt op en vervolgt zijn verhaal zonder aarzeling...
"Ik debuteerde op de tv met "Welterusten, mijnheer de president" in het programma Nieuwe Oogst. Ik herinner het me nog goed, ik keek bij mijn opa en oma".
De jury, die hem eerst hield voor "een verdwaalde Beatle" (hij had lang haar, toen nog niet zo gewoon), was uiteindelijk dan toch wel positief over zijn kansen in de platenbusiness. Het bleek het begin van een bijna onvoorstelbaar sukses voor het duo De Groot/Nijgh. Boudewijn werd een van de eerste superstars van Nederland. Hoewel hij de naam protestzanger opgespeld kreeg, verschilde hij toch sterk van tijdgenoot Armand, die zich presenteerde als op en top-protest-zanger. Boudewijn's liedjes waren veel aangrijpender. De teksten spraken allen die zich jong voelden aan, bleven ook iedereen bij. Muziek en zang bleven steeds vriendelijk. Voor ontelbaren was Boudewijn een held. En dat dat nog steeds zo is, blijkt bijvoorbeeld uit de verkoopcijfers van de verzamel-LP's "Vijf jaar hits". De afgelopen vijf jaar werden er 130.000(!!) van verkocht.



AFGEKNAPT, ZOEKEN NAAR ZEKERHEID

Boudewijn, introvert als hij is, kon de suksessen echter niet verdragen. In 1969 raakte hij in een identiteitskrisis en verruilde Nederland en zijn karrière voor een soort kommune in Antwerpen. Hij bleef wel met muziek bezig. Hij richtte er de begeleidings-popgroep Names And Faces op, waarbij hij Engelse teksten zong. Geen fan echter tippelde op de daarvan uitgebrachte singles. In het Engels zag niemand Boudewijn zitten. Zomer 1970 was hij alweer terug. Met zijn vrouw Anneke ging hij naar Dwingeloo, weer in een komune. De spanningen bleken echter niet verminderd en tenslotte leed zijn huwelijk schipbreuk. De zaak werd er nog moeilijker op door enorme belastingschulden.
Waar was hij in 1969 tenslotte op afgeknapt? Boudewijn: "Het was niet omdat ik het idee had dat het publiek me niet begreep, ofzo. Het artiest-zijn was juist nogal oppervlakkig, uitsluitend afgestemd op emoties, stemmingen en atmosfeer. Ik heb nooit getwijfeld aan begrip bij het publiek. Maar alles kulmineerde op een gegeven moment in totale wanhoop. Alles. Optreden werd een gigantische depressie - ik vond, zuiver technisch geredeneerd, niets professioneel. Alles ging intuïtief. Steeds weer was ik ontzettend bang dat ik het niet waar kon maken - verder verveelde alles me mateloos. Ik wilde heel iets anders doen. En| meer in het persoonlijke leven waren er ook vele dingen waar ik hevig op afknapte".

Eind 1970 bood Phonogram, waar hij sinds 1964 onder kontrakt stond, hem een baan aan als producer. Vanaf dat ogenblik verdween hij vrijwel geheel uit de publiciteit en hield zich alleen nog maar met platen van anderen bezig. Don Rosenbaum en Leon de Graaf waren enkele hits van De Groot als producer. Tegenwoordig is het Rob de Nijs, met wie hij veel bezig is. Ook in het vervolg zal hij Rob's plaatwerk blijven produceren, ze kunnen namelijk uitstekend met elkaar overweg.
Boudewijn herinnert zich: "Ik had overal een streep onder gezet, was naar België gegaan en weer teruggekomen. Op een bepaald moment was de situatie zo verward, dat ik mezelf werkelijk volledig kwijtraakte. Toen heb ik alles losgelaten. Ik ben teruggegaan naar een vertrouwde omgeving, Heemstede, en ging daar samenwonen met een vertrouwde vriendin. Ik ontmoette ook Lennaert weer regelmatiger. Ik kreeg toen een onweerstaanbare drang om alles weer terug naar het oude te brengen, om vandaaruit verder te gaan. En zin om weer een LP te maken met de mensen met wie ik dat indertijd gedaan had. Het is te beschouwen als een zoeken naar zekerheid en in mijn geval was dat bij vertrouwde dingen, die zich in het verleden hadden bewezen als rustgevend".



AANHANGER VAN DE REVOLUTIE

Voorjaar 1972 begon hij aan "De eenzame fietser". Pas in het najaar van 1973 was de plaat af. De bezadigdheid waarmee hij opgenomen was, kwam er weer op over als vrijblijvendheid en gezapigheid. Een deel van de teksten waren van de hand van zijn zwager Ruud Engelander, toneelkritikus en leraar aan de Amsterdamse toneelschool. Boudewijn verklaart: Ik wilde simpeler teksten, die ook meer over mezelf gingen. Niet meer die schitterende volzinnen. Zelf kan ik heb geen teksten schrijven. Vandaar dat ik niet alle teksten die Lennaert op dat moment voor me had, aksepteerde. Lennaert en ik waren gewoon uit elkaar gegroeid".
Een proces overigens, dat zich in alle geleidelijkheid voltrokken heeft. In de Haagsche Courant van 16 november 1968 merkte Boudewijn op: "Lennaert en ik gaan beiden een eigen richting op. Ik geloof dat het verschil tussen ons altijd al aanwezig is geweest, maar nu pas aan het licht komt".

De "Eenzame fietser" was opgedragen aan zijn tweede vrouw, Alma. Ondanks teleurgestelde fans leverde het produkt toch een gouden plaat op. Boudewijn: "Toen zakte ik weer weg in geborgenheid, gemak en vertrouwdheid. Ik had al snel door dat dat toch niet hetgene was wat ik zocht. Op dat moment belde René op... Het komt erop neer dat ik Lennaert niet meer gebruiken kon als katalysator en dat René deze leemte opvulde".

De teksten van René zijn over het algemeen van beduidend minder niveau dan die van Lennaert. De rijmwoorden zijn af en toe zelfs banaal te noemen. Boudewijn reageert: "De teksten zijn niet verpakt in schitterende volzinnen, maar wel adekwater, veel onomwondener. Als je iets tegen ze hebt, komt dat door je gekonditioneerdheid op het gebied van literatuur en vooral poëzie. Op dingen die verdoezelen. Rijmwoorden doen mij niet zoveel. Voor mijn part geen rijm. Het gaat er gewoon om wat er gebeurt tussen die rijmwoorden", stelt hij.

Sinds "Welterusten, mijnheer de president" is de felheid van zowel tekst als muziek - ruwweg gezegd - alleen maar afgenomen. Heeft hij de protestsong nu helemaal afgezworen? Omstandig vertelt hij: "Ik ben altijd nogal beïnvloedbaar geweest. De hele roes van provo en anti-Vietnam toestanden vond zijn weerslag in die teksten. Zoals de Flower Power op de LP "Picknick" werd weergegeven, De meest persoonlijke LP is dan ook "Voor de overlevenden". Die was het minst onderhevig aan invloeden. "Maar wat moet ik ermee", vraag ik me af. Ik bedoel, ik kom uit een land waar vergeleken met de rest van de wereld niets gebeurt; waar iedereen ontzettend beschermd is via fantastische sociale wetten enzo. Als ik dan op de tv een Chileens protestzanger hoor, die later gevangen genomen en gedood wordt, dan voel ik een ontzettende gêne opkomen. Zo gemakkelijk, gevaarloos als het hier is. Het enige wat je doet, is een mening representeren die je er ook buiten de tekst op na kunt houden. En die niets duidelijk maakt over jezelf. Als ik dan ga protesteren, oké, maar dan vind ik wel dat men eerst moet weten wie er zingt. Daarom vind ik deze LP op dit moment veel belangrijker dan wat ook. En als ik op een gegeven moment ga reizen en in kontakt kom met ontstellende misstanden, zou ik ze kunnen verwerken als reisverhaal. Om de mensen gemotiveerd te houden, hoef ik het ook niet te doen. Ze worden er al voortdurend aan herinnerd. Er zijn zoveel kranten die met meer dan wezenlijke informatie komen over misstanden".
Is Boudewijn dus verloren voor de revolutie? "Ik ben een aanhanger van de revolutie. Maar of ik strijder ben, waag ik te betwijfelen."



GEWOON HUP, DURVEN!

Terwijl er frisdrank wordt geserveerd, vertel ik hem dat een vriend, die onlangs bij mij op bezoek kwam, nog hele stukken van "Nacht en ontij" uit zijn hoofd meedeklameerde. Boudewijn grinnikt wat verbaasd: "Het was een plaat die ik erg graag wilde maken. Ik was geïnteresseerd in het onderwerp en wilde gewoon een verhaaltje vertellen. Het was natuurlijk een ontzettend gekunstelde plaat. Eén literaire brij van omstreden kwaliteit. In vergelijking met mijn andere werk is hij slecht verkocht"

De Boudewijn-fans, van wie de oren nog gericht zijn op zijn oudere werk, zullen waarschijnlijk grote moeite hebben met zijn nieuwste plaat. Moeite om de "nieuwe" Boudewijn te vinden. Ik moest hem verscheidene keren draaien voor ik de eenvoud kon waarderen. De Boudewijn van nu klinkt nogal romantisch, rustig en direkt, wat in eerste instantie voor "kaal" wordt versleten.

Vorig jaar maart begonnen de opnamen in de Arti Sound-studio in Duivendrecht. In juni ging Boudewijn naar Los Angeles waar hij inzong en in drie weken tijds ("dag en nacht gewerkt") samen met René, de mixing deed. Hij wilde het graag in de V.S. doen, omdat hij meende dat de mentaliteit ten opzichte van platen maken daar anders, gedisiplineerder is. Een eksperiment dat hem bevallen is. Het tweede nummer van kant een, "Calypso", gaat over de Surinamer in Nederland. Het klinkt soms nogal amateuristisch en erg rommelig. Af en toe valt ineens een Surinamer in, soms halverwege een zin. Boudewijn vertelt: "Dat nummer was een hele hang-up. Het ritme werd op één of andere manier niet aangevoeld, kwam er niet uit. Zo is het uiteindelijk ook opgenomen: rommelig. Bij de mixage zijn we als idioten te keer gegaan. We stonden met zijn drieën - met zes handen dus, te mixen. Waar wat leuks gebeurde, werd een fader opengesmeten. Kortom, het is een chaotische manier van mixen geweest. Dat was het hele idee trouwens: zeker niet volgens strikt arrangement. Die Surinamer was ik trouwens zelf. Het oorspronkelijke idee, om het als keurig nette calypso te brengen, moest ik laten schieten. Het klikte gewoon niet. Het bleef steken in een keurig aangepast ritmisch geheel, in plaats van losjes swingend. Misschien typisch Nederlands: het veilig geborgene, het op safe spelen. Dat is waar de volgende song, "Links, rechts, verkeerd" over gaat: iedere ekstremiteit terughalen tot de realiteit. Alles moet binnen bepaalde grenzen blijven, binnen de grenzen van de gulden middenweg. Daarom ook zijn we met de mix - van de hele plaat - zo tekeer gegaan. Niet zozeer letten hoe het er uiteindelijk netjes op kwam te staan. Gewoon, hup, durven. Niet angstig gaan zitten schuiven. Emoties zijn er nog nooit zoveel geweest als met deze LP".
Na het al eerder genoemde "Travestie" komt het lied "Wegen". "Al ben ik meer dan eens de weg kwijt, en rij ik hele einden om, (...) ik ben op weg om je te vinden, en ik weet dat jij dat weet; ik wil alleen maar bij je zijn...". Een lied speciaal voor de fans geschreven. "Het lied ervoor ben ik hard tegen ze geweest. Nu wil ik zeggen dat ze in mijn gedachten zijn", aldus Boudewijn. "Er wordt wel gedacht dat het lied "De verbouwing" een allegorie op het huwelijk is. Het is gewoon wat er staat, in ieder geval géén dubbele bodem. Het gaat over een verhouding die op een dood spoor raakt. Eén van de oplossingen is de omgeving te veranderen, om aan de verhouding nieuwe kleur te geven. Zo wordt bij velen de situatie veranderd, zonder dat ze de verhouding zélf gaan bekijken. Dat is een probleem voor een heleboel mensen. Het houdt mij erg bezig, heeft ook direkt betrekking op mezelf. Het speelt vooral in deze leeftijd, rond de dertig. De leeftijd dat men zich dingen af gaat vragen. Ook de leeftijd dat het idealisme overgaat in realisme, of het verval, de vervlakking optreedt. Dat laatste is ook van mij een grote angst".
In de laatste song, "Wie ik ben", zingt hij over zichzelf, zoals de fan hem tot nu toe zag: de Boudewijn uit de vroegere teksten: "... feesten, stranden, wilde jaren, (...) ik was bang voor de volwassenheid, die ik in mijn jeugd verzon..."

Boudewijn probeert met deze LP dus duidelijk te maken dat hij anders is. Dat hij een geheel nieuwe stijl en nieuw repertoire heeft. Hij hoopt dat al zijn oude fans hem begrijpen en - als het even kan - waarderen. Maar of hem dat helemaal gelukt is, is nog een open vraag. De open vraag waar de plaat mee afsluit:
"... toch moet ik er niet aan denken dat jij je ooit in mij vergist, want dan zal je moeten schuilen voor de tranen die ik zou huilen; en misschien zal het weer tien jaar duren, voor ik die heb weggewist..."

De oorspronkelijke spelling is aangehouden.


Omhoog
Terug