Recensie
Het Eiland In De Verts
auteur: Arnold van Huet, foto: Fred van Diem
geplaatst in: Fret (blad van het nederlands popinstituut), april 2004
Na acht jaar is er weer een nieuw album van Boudewijn de Groot: Het Eiland In De Verte.
Met acht teksten van zijn overleden vriend Lennaert Nijgh een klein monument. Vanaf
eind maart trekt hij bovendien door het land met zijn 40-jarige jubileum tournee
Eeuwige Jeugd.
Net op het moment dat iedereen zich afvraagt waar hij in vredesnaam mee bezig is, komt
Neerlands bekendste troubadour met een nieuwe cd opduiken. Oké, hij treedt op, speelde
Tsjechov in de gelijknamige musical en vertaalt boeken, maar Boudewijn de Groot is erg
zuinig met het opnemen van nieuw materiaal. In de afgelopen twintig jaar verschenen or
slechts twee studioplaten: Maalstroom (1984) en Een Nieuwe Herfst (1996).
Nu is er dan eindelijk een nieuw album: Het Eiland In De Verte.
'Het was geen bewuste keuze zo lang te wachten, hoewel ik niet denk dat het goed is elk
jaar een plaat te maken. Dan wordt het te dwangmatig. Als ik alles zelf zou doen zou de
productie hoger liggen. Maar ik ben afhankelijk van teksten, en dan kan ik niets anders
doen dan afwachten. Nee, ik word niet onzeker als het wat langer duurt. Dit tempo van
platen maken vind ik prima zo. En het heeft tot nu toe niet in mijn nadeel gewerkt. Maar
als het te lang duurt gaat het kriebelen.'
Monument
In mei wordt de zanger 60 jaar en dan is het precies 40 jaar geleden dat hij voor het
eerst een studio indook. Zijn hele carrière is hij onlosmakelijk verbonden met
tekstdichter Lennaert Nijgh. Samen schreven ze talloze hits die verankerd liggen in de
Nederlandse popmuziek. Nijgh is verantwoordelijk voor acht van de vijftien liedjes die op
het nieuwe album staan. De meeste nummers schreef hij vlak voor zijn overlijden in
november 2002. Het lied Het Eiland In De Verte heeft hij echter nooit voltooid en
heeft De Groot zelf afgemaakt. Het album is volgens de zanger echter geen groot eerbetoon
aan Nijgh geworden, maar meer een klein monument ter nagedachtenis aan zijn oude vriend.
'Deze cd had er eigenlijk al moeten zijn toen ik met de vorige tour Andere Tijden
(2002) begon. Maar het tempo waarmee Lennaert teksten aanleverde, vond ik te langzaam. Ik
begon op een gegeven moment te twijfelen of ik deze plaat zou kunnen maken met alleen zijn
teksten. Zolang ik hem smeekte en vriendelijk vroeg om teksten zei hij dat ik geduld moest
hebben. Maar als ik wat geïrriteerd reageerde waarom het zo lang duurde, werd hij alleen
maar kwaad. Het had geen zin om hem achter zijn kont aan te zitten. Dat werkte eerder
averechts. Dus toen ik nog niet alle teksten van hem had, ben ik aan het werk gegaan met
teksten van Freek de Jonge, Jan Rot en Marcel Verreck. Overigens heb ik altijd naar teksten
van anderen uitgekeken. Ook toen Lennaert nog leefde.'
Hecht koppel
Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh waren geen boezemvrienden. 'Hij was niet iemand bij
wie ik mijn hart uitstortte. We voerden geen intieme gesprekken en deelden geen verdriet
met elkaar. Toen we nog samen op school zaten, hadden we nog dezelfde interesses. Lennaert
was in die tijd ook veel avontuurlijk. Later is hij wat bezadigder geworden. Hij sloot
zich af. En hoewel we niet meer uitgebreid met elkaar praatten, zijn we toch een hecht
koppel gebleven. Niet alleen in de muziek, ook in het dagelijks leven. Maar op een gegeven
moment wisten we het allemaal wel van elkaar. Er waren geen ontboezemingen meer, de
intimiteit was verdwenen. Lennaert had daar helemaal geen behoefte meer aan. Uiteindelijk
ik ook niet meer, omdat ik wist dat het toch geen zin had. Niet dat ik hem minder
belangrijk vond overigens. Ja, ik mis hem wel. Maar niet op het emotionele vlak. Ook niet
dat ik dagelijks denk: Goh, ik zou wel even naar Lennaert willen. Maar er is ergens
een leegte. Een plek waar ik niet meer heen kan.'
Cabaretier Freek de Jonge schreef twee nummers: Eeuwige jeugd en De vondeling
van Ameland. De Groot kwam hem tegen in Amerika. 'Hij vroeg mij muziek te maken voor
zijn programma en ik was daar erg enthousiast over, maar dat straalde ik niet erg uit. Dat
heb ik wel vaker. Ik kan heel enthousiast zijn, maar de mensen hebben dat niet altijd in
de gaten. Die vinden dat ik afstandelijk of zelfs arrogant overkom. Freek dacht blijkbaar
hetzelfde en liet het erbij zitten. Een jaar later spraken we het misverstand uit. Ik
vroeg hem toen wat teksten te sturen. Een van de eerste was Eeuwige jeugd, dat ik
meteen fantastisch vond. Daarna werd het wat minder. Ik werd een beetje bang dat het
eenmalig was, maar toen kwam hij met De Vondeling Van Ameland. En die vond ik ook
erg mooi. Freek heeft mij veel teksten gegeven, maar ik kon er slechts een klein gedeelte
van gebruiken. Maar met dat kleine gedeelte kon ik heel goed werken. Toch is het anders
dan met teksten van Lennaert. Muzikaal gezien kon ik daar praktisch altijd goed mee uit
de voeten.'
De voormalig protestzanger heeft een rijk oeuvre waarin hij zingt over allerlei
maatschappelijke onderwerpen. Op deze melancholische plaat gaat het echter niet over grote
issues, maar houdt hij het dicht bij huis. 'Platen als Picknick en Maalstroom
hadden een vooropgezet concept. Op dit album bleek pas achteraf dat de liedjes een gemene
deler hadden. Zo gaat het bijna altijd. De rode draad is heimwee, weemoed en het verlangen
naar iets onbereikbaars. Nee, persoonlijk ken ik dat gevoel niet. Simpelweg omdat het zich
nog niet gemanifesteerd heeft als iets onbereikbaars. Ik heb nog geen moeite gedaan om er
aan te beginnen. Het lijkt me bijvoorbeeld mooi een scenario voor een film of een boek te
schrijven. Je moet het geduld opbrengen om er echt voor te gaan zitten. Met liedteksten is
dat geen probleem, omdat ik de ervaring heb dat dat nog wel eens wil lukken. Ik ben meer
onzeker een boek te schrijven. Ik heb angst om er aan te beginnen omdat het mijn wereldje
niet is. Maar ook de angst omdat ik mij afvraag of ik het talent wel heb. De realiteit
daarop stel ik nog even uit. Maar als het er echt uit wil, dan komt het wel.'
Di- rect
Boudewijn de Groot, een doorleefd gezicht en een grijze haardos die steeds dunner wordt.
Een oude rot in het vak, maar fans van het eerste uur blijven hem trouw. Weten jongeren
eigenlijk nog wel wie hij is? 'Ik weet niet hoe het met de cd-verkoop zit, maar in de zaal
zitten verrassend veel jongeren. En niet alleen voor een eerste kennismaking, want ze
zingen de teksten letterlijk mee. Vroeger waren de fans van mijn eigen leeftijd, en dus
een stuk jonger. Die generatie is meegegroeid, maar ik lig er niet wakker van of er
jongeren bijkomen. Ik heb geen idee wat er met mijn muziek gebeurt als ik er niet meer ben.
Dat is interessant voor mijn kinderen en kleinkinderen. Natuurlijk, het is een spannende
en vleiende gedachte dat mijn muziek over vijftig jaar nog gedraaid wordt. Dat ik in een
rijtje sta van Nederlands talent dat door de geschiedenis heen gekoesterd is gebleven.'
De zanger laat zich niet beïnvloeden door de hedendaagse muziek om jongeren de zaal in te
lokken. 'Ik heb ook weinig met de muziek van nu, al probeer ik wel op de hoogte te blijven.
Di-rect on Beef vind ik leuk. Maar in het Nederlandstalige genre is er weinig dat van
lange duur is en zijn er ook weinig bands die mij kunnen bekoren. Thé Lau en Huub van der
Lubbe vind ik erg goed. Maar dan meer om hun persoontje dan de band waar ze uit komen. Een
paar nummers van Bløf zijn mooi, maar ik zal het thuis niet opzetten.'
Evergreen
Met zijn jubileumtour Eeuwige jeugd trekt hij tot 14 mei langs de Nederlandse en
Belgische theaters. En ook al zitten er jongeren in de zaal die zijn muziek liefhebben,
grotendeels is het preken voor eigen parochie. Hij komt er niet onder uit klassiekers te
zingen die het publiek zo graag wil horen. 'Nieuwe nummers worden tijdens de tour
afgewisseld met oud werk. Maar ik zing alleen oude nummers die ik zelf nog leuk vind.
Liedjes als Meneer de President en Strand kan ik nu niet meer waarmaken.
Maar het kost me geen moeite Testament voor de duizendste keer te zingen. Het is
een evergreen geworden. Aan inhoud heeft het niets ingeboet, maar de identificatie is
verdwenen. Ik breng het nummer als een neutrale performer. Na veertig jaar zingen en
zestig jaar leven is de titel Eeuwige jeugd een hoopgevende kreet. Ik voel me
jonger dan ik ben. Dat deel ik niet alleen met mensen van mijn generatie, maar ik denk dat
meer mensen dat gevoel hebben.'