11 oktober 2003

Sportpaleis Antwerpen

auteur: Daniëlle van der Wekken, foto's: Danny Kerremans en Ronny Verholen
geplaatst in: Frank Boeijen Informatie, oktober 2003

(...)
Een oorverdovend applaus en gejoel stijgt op. De zaal ontmoet Boudewijn. Zijn het fans, is het de verrassing?
Frank laat zich niet zien. De Groots Vrolijke violen zijn goed terug te horen. Een stevig rock 'n' roll-deuntje begeleidt de 'grijze wijze' die er meteen helemaal staat. Moeiteloos, een echte ouwe rocker. Even is er weinig band te horen in een mooi fluit- en strijkerintermezzo. Even is het klein. De vondeling van Ameland - met een tekst van Freek de Jonge - opent groots en wordt
snel eveneens kleiner met alleen piano en wat violen.
Boudewijn de Groot zingt met een lage, warme stem een sfeervol lied met alle ruimte voor het orkest. Hier hebben we op gewacht. De tekst is mooi, het eind ontluisterend. 'Oceaan, ik kom eraan,' zingt de zanger en strekt zijn hand uit. De band heeft een bescheiden, teruggetrokken rol. Boudewijns stem is niet bijzonder, misschien zelfs wel saai, maar het orkest, de tekst en de open volumeknop op zijn stem maken alles goed. Het is sfeervol. Deze liederen zijn ook duidelijk voor het orkest geschreven.
Met Leonardo daagt Boudewijn een ieder uit mee te zingen met 'een onbekend repertoire'. Een sterrenhemel licht op achter het podium en laat het publiek hardop zuchten. Aanstekers schieten de lucht in. Een piccolo fluit 'Leonardo is een tovenaar'
en de sfeer wordt haast lieflijk in het Sportpaleis. Als een kinderliedje, al doet het onderwerp, Leonardo da Vinci, iets heel anders vermoeden. 'De mensen zullen vliegen, de mensen zullen vrij zijn', het sprookje is bijna afgelopen. En tussen alle vlammen staat daar, eenzaam te wachten op de catwalk: Franks gitaar.
Ja, toch nog een duet. Boudewijn noemt zich 'twee keer zo oud als Frank' en meent dat dit een slecht geheugen rechtvaardigt. Vandaar een duet uit zijn repertoire. 'want Frank is niet alleen een goede zanger, hij is ook een schat van een jongen'.
(Daar heeft ie vast goed over nagedacht.) Het is Avond. Ze staan in een vierkant rooster van spotjes, vooraan in de zaal
met twee gitaren. Ger zit op een kruk, zijn vingers beroeren de snaren van een Spaanse gitaar. Als onze zanger het
tweede couplet inzet en collega Boudewijn zich een langgerekt 'waauwh' laat ontvallen, keldert de geloofwaardigheid van laatstgenoemde toch wel enigszins.
En toch, samen klinken ze meer dan goed, ze roepen een ongelooflijke kracht in elkaar op.
De tweestemmigheid is verrassend vol, ja, haast overmoedig. Deze twee 'ouwe rotten' hebben power!
De krachtige afsluiting is orkestraal.
(...)


Omhoog
Terug