Recensie Andere Tijden.

Passie blijft kracht Boudewijn de Groot

auteur: Paul Wouters
geplaatst in: Eindhovens Dagblad, 28 januari 2002

Een meisje van zestien. Het doorbraaknummer van Boudewijn de Groot in 1965 én het openingsnummer ruim 35 jaar later in De Hofnar in Valkenswaard. De nostalgische start suggereerde vrijdagavond een avondje terug in de tijd. Even flitsten oude beelden voorbij. Boudewijn de Groot enkel en alleen met een akoestisch gitaar in een rokerige, pikzwarte ruimte. De waarheid is anno 2002 anders.
Er staat een meneer De Groot op het podium - zoekend naar vernieuwingen - met achter zich een compleet muzikaal bedrijf.


De terugblik naar het verleden duurde ondanks de lange zit met dertig liedjes relatief kort. De basis bestond vooral uit nieuw en minder bekend repertoire waaronder veel werk van Lennaert Nijgh, maar ook teksten van Freek de Jonge en Jan Rot. Hoewel meer oud werk wenselijk was, zijn de nieuwe nummers vanuit het perspectief van Boudewijn de Groot begrijpelijk. De achtkoppige*) begeleidingsband telt klinkende namen als de ex-Doe Maar-leden Jan Hendriks en Ernst Jansz. Verder soleert veteraan Jan de Hont op gitaar en is er een hoofdrol voor violiste Monique Lansdorp, die een bijzonder verfrissende werking heeft op het geheel.

Met de vele mogelijkheden in huis kiest Boudewijn de Groot voor thematische muziek, waarvan het aanvankelijk monotone country-blok het minst in de smaak viel. De kracht van Boudewijn de Groot blijft de passie, die bij het nummer Malle Babbe magnifiek tot uiting kwam. Wie kent het door Rob de Nijs afgeraffelde liedje niet? Bij Boudewijn de Groot komt de persoon Malle Babbe daadwerkelijk tot leven, omdat de zanger het verhaal meesterlijk vertolkt. De meefeestende toeschouwer begreep de bijzondere ambiance niet en kreeg volkomen terecht geen bijval.
Ook bij het nieuwe 'zeeblok'-liedje Matroos Havenloos (tekst Freek de Jonge) over de Zangers Zonder Naam werd de verhaallijn door de performance van Boudewijn de Groot versterkt. De inmenging van het publiek bij het Leonardo da Vinci-lied leek een gewaagde zet. Boudewijn de Groot is immers nooit het type geweest dat het publiek opzweept. Desondanks zong vrijwel iedereen de tweede stem mee vanwege de ongedwongen manier waarop hij het mini-project tot stand bracht.

Boudewijn de Groot heeft ideeën genoeg. Tal van muzikale variaties passeren de revue waaronder 'glasmuziek' en Ierse folk. Jammer dat de afsluiting Maas en Waal iel en rommelig klonk. De volgende keer daarom liever geen gezamenlijk akoestische, maar een krachtigere versie. Dan komt het schilderij van Jeroen Bosch veel meer tot leven.

*) Red: moet zijn: zevenkoppige.


Omhoog
Terug