Velen van zijn musicerende generatiegenoten liggen tegenwoordig 's avonds thuis op de bank. Of de
hele dag op het kerkhof. Boudewijn de Groot is niet klein te krijgen. Komt er van als je kwaliteit
levert. Met tussenpozen al veertig jaar. In andere tijden. Laat dat nu ook de titel zijn van de
theatershow waarmee De Groot momenteel door het land reist.
De Heemstedenaar, geboren in 1944, gaat met zijn tijd mee. Niet dat hij ineens techno is gaan
maken, maar wel omdat hij verse liedjes in zijn repertoire opneemt. En het zijn vaak goede
composities. Al moeten ze het weliswaar afleggen tegen de klassiekers die De Groot gisteren in een
uitverkochte Lampegiet speelde. Slechts het jazzy Het Einddoel met een duffe tekst van Jan Rot
zorgt voor audio-irritatie.
In het toegiftendeel zingt De Groot twee van zijn beste liedjes, Verdronken vlinder en Testament,
solo en slechts met gitaarbegeleiding. Groots. In de meeste andere gevallen weet hij zich begeleid
door een band met een groot vakmanschap. De Groot kijkt niet op een cent. En dan kun je beschikken
over twee voormalige Doe Maar-leden, Ernst Jansz (piano, zang en wasbord) en Jan Hendriks (gitaar).
En over een solide ritmesectie. Alsmede over een toetsenist Ake Danielson, die ook een meester
blijkt op glasorgel. Ook markant van de partij: gitarist Jan de Hont van ZZ & de Maskers, nog zo'n
veteraan die niet van ophouden weet. Een van de sterkste troeven van de band is violiste
Monique Lansdorp.
Oude rotten zijn het, die in De Lampegiet een innemend spelplezier etaleren. Zowel de oude als
nieuwe liedjes krijgen een liefdevolle behandeling en zijn met veel gevoel voor detail
gearrangeerd.
Saillante deelaspecten: de mondharmonica van Jansz in Laat het water open, zijn wasbord in Wegen,
de weemoed-viool in Eeuwige jeugd, de accordeon in de ballade De vondeling van Ameland of de piano
in Avond.
Met souplesse beweegt De Groot zich door veertig jaar muziek en uiteenlopende muzieksoorten.
Afgezien van overbodige cocktailjazz komt De Groot met pop, chansons, countryrock, beschaafde rock
en pseudo-klassiek. En met een Zangeres zonder Naam-smartlap met tekst van Freek de Jonge en met
een reggae-achtig nummer dat, geen wonder met twee ex-leden in de band, aan Doe Maar doet denken.
Een van de liedjes van De Groot heet Een wonderkind van 50. Hoewel hij zo grijs is als een bejaarde
muis, oogt De Groot vanwege zijn vitaliteit als een wonderkind van 58.
|
|