Acht teksten had Boudewijn de Groot nog van tekstdichter Lennaert Nijgh gekregen voordat
deze in november 2002 overleed. Zij vormen het hart van De Groots eerste cd sinds Een
Wonderkind Aan Het Strand (1996). En opnieuw verbijstert de bijna 60-jarige zanger met
zijn onnavolgbaar heldere dictie. Niemand kan zo natuurlijk, verstaanbaar en mooi in het
Nederlands zingen als hij.
Mooie teksten ook weer, maar muzikaal had het allemaal wel wat spannender gemogen.
'Duizend melodieën schrijven/ Ik doe het zonder pijn/ Maar duizend mooie woorden/
Hoe wijs moet je dan zijn', luidt een zelfgeschreven tekst, maar het zijn juist de
melodieën die wel wat meer variatie konden gebruiken. Een enkele keer, zoals in Ballade
Van De Onsterfelijkheid, permitteert De Groot zich enige frivoliteit, maar meestal
kabbelt het wat al te ingetogen voort.
Heel mooi, maar toch een beetje saai.
|
|