Lage Landen bevat de overpeinzingen van een enigszins melancholieke, muzikale
vijftigplusser. Boudewijn de Groot ligt ‘in het gras van Maas en Waal’ en haalt zijn
eerste vriendinnetje voor de geest.
In een ander lied ziet hij ‘achter de duinen de stad waar hij begon.’ Ook kijkt hij
vooruit naar het gebied ‘achter de hemelpoort.’ Zo slentert hij door zijn folky
loopbaan in de Lage Landen (waarbij België minstens zo belangrijk is als Nederland),
praat met Paul Simon, en pikt nog iets mee van de sound van Nashville, waar het
album is opgenomen. Met de zwoele en soms JJ Cale-achtige composities van De Groot
zit het natuurlijk goed. Gelukkig kwam er nog tekstmateriaal van Lennaert Nijgh boven
water, maar De Groot blijkt zelf ook heel behoorlijk te kunnen schrijven
|
|