ANTWERPEN - Als ik in de zomer met de auto op vakantie ga, zing ik de liedjes van Boudewijn de Groot. Een cassette met de mooiste liedjes uit zijn repertoire gaat al 25jaar mee in het handschoenkastje, toch was het dit jaar de eerste keer dat ik hem live aan het werk mocht zien op de Nekka Nacht 2007 waar de Groot centrale gast was. Het sportpaleis mag dan geen voor de hand liggende locatie zijn voor het kleinkunstgenre, het wonderkind van de jaren zestig bewijst dat ook het Nederlandstalige lied een uitverkocht sportpaleis kan bekoren. Meisje van zestien, Als de rook om je hoofd is verdwenen en Jimmy worden door tienduizenden kelen plus die van mij mee geschreeuwd. Het wondermooie duet met Eva De Roovere Meester Prikkebeen is om in te lijsten. En wonder boven wonder: de stem van Boudewijn klinkt nog even zuiver als op mijn cassette.
|
|
|
|