HAARLEM - Nee, er verschijnt geen cd. En nee, er komt geen dvd.
En inderdaad ja, het concert is ononderhandelbaar eenmalig.
Boudewijn de Groot (61) is beslist: de ode gisteren aan zijn overleden vriend en
tekstdichter Lennaert Nijgh (1945-2002) - een heerlijke zit van liefst 76 liedjes
in de Philharmonie te Haarlem - zal alleen nog in de herinnering van de zanger zelf
en de 1200 aanwezigen geëtst zijn.
Het is typerend voor de nuchtere en principiële De Groot. "Om een tekst van Lennaert aan
te halen: Ik doe wat ik doe. Dit is iets tussen Lennaert en mij, een laatste groet aan hem.
Bovendien wilde ik de oprechte fans een ongedwongen middag aanbieden zonder camera's."
De gelukkigen die een kaartje hadden voor de muziekmarathon van negen uur waren getuige
van een historische gebeurtenis. Voor het eerst voerde De Groot álle liedjes van de
vruchtbaarste samenwerking in de Nederlandstalige popgeschiedenis ooit in één concert uit.
Zo klonken in chronologie vanaf de jaren 60 klassiekers als Strand, Welterusten meneer de
president, Meester Prikkebeen en Malle Babbe, om een bescheiden greep uit het
overstelpende aanbod te doen. Toch zorgde De Groot ook voor zeldzame pareltjes, zoals
Resurrexit (Herrijzenis), dat Nijgh en hij eind jaren 60 voor een Paasprogramma van de
Ikon-tv maakten. En zo werden meer liedjes aan de vergetelheid ontrukt. De Groot: "Bij
sommige nummers had ik iets van: moet ik dát weer gaan zingen. Ik bedoel: het was niet
altijd even goed. Maar als je in deze compleetheid nastreeft, moet je consequent zijn."
De sobere eenvoud van het directe contact tussen musici en publiek werkte voortreffelijk.
De Groot en zijn begeleidingsgroep, met o.a. ex-Doe Maar-leden Ernst Jansz en Jan Hendriks,
waren buitengewoon op elkaar ingespeeld. En zo werd in Haarlem, de stad waar de
Heemsteedse buurjongetjes Boudewijn en Lennaert elkaar regelmatig troffen, geschiedenis
geschreven. Door één man die zijn vriend weliswaar overleefde, maar die de poezië van
Lennaert Nijgh ontroerend tot leven wekte.
|
|