Heemstede.
In de tuin van Boudewijn de Groot wordt druk getimmerd aan een huisje. Geen
Gamma-chalet om tuinmeubilair of grasmaaier in op te bergen, maar een huisje voor
het naderende sabbatical year van de zanger. Hier gaat hij zich het komend
jaar afzonderen om ongestoord te kunnen werken. Waaraan, dat weet hij zelf ook nog
niet. Het kan een boek, een toneelstuk of het scenario van een film zijn,
maar misschien blijft het wel bij het ambacht dat hij al 42 jaar beoefent: het
schrijven van liedjes.
Voordat Boudewijn de Groot zich ruim anderhalf jaar uit het theater terugtrekt,
treedt hij op maandag 19 november nog eenmaal op in Den Haag: in het Scheveningse
Circustheater. Hij eindigt zijn toer met twee concerten op 9 en 10 december in de
Goudse Schouwburg.
Bescheidenheid is bijkans zijn handelsmerk. "Ach ja, sabbatical, dat hoor je
tegenwoordig iedereen zeggen die het een jaartje rustig aan doet," zegt De Groot.
"Ik ben in het verleden wel vaker een tijdje uit de schijnwerpers geweest. De laatste
twaalf jaar heb ik intensief getoerd langs de theaters. Iedereen die mij wilde zien,
is wel aan zijn trekken gekomen. Je moet ervoor waken dat het een sleur wordt en
het publiek genoeg van je krijgt."
De laatste keer dat Boudewijn de Groot het muzikantenbestaan op een laag pitje zette
was begin jaren ’80, maar anders dan nu had hij toen het idee dat het vuur in hem was
gedoofd. "Muzikaal en privé liep het toen niet zo lekker," blikt hij terug.
"Begin jaren ’90 kreeg ik het aanbod de hoofdrol te spelen in de musical Tsjechov.
Dat was precies de wending in mijn carrière die ik op dat moment nodig had. Behalve
zingen kon ik mij voor het eerst ook storten op acteren. En meest belangrijk voor mij
op dat moment was dat ik niet zelf de verantwoordelijkheid voor de productie hoefde
te nemen."
Na de lovend ontvangen musical en nog een grote theaterrol in het toneelstuk Het dagboek van
Anne Frank keerde De Groot in 1996 weer terug aan het muzikale front. Hij bracht
de cd Een nieuwe herfst uit en trok vervolgens twee jaar lang uitverkochte
theaters met een gelijknamige tournee. Een van de liedjes van deze cd, Avond, is via het
theatercircuit aan een opmars begonnen, die eind 2005 resulteerde in een eerste
plaats in de jaarlijkse Top 2000 van Radio 2. ‘Het materialistisch einddoel van het
liedje’, noemt De Groot het. Maar de alom sluimerende nuchterheid kan niet verhullen
dat hij er diep in zijn hart toch ook wel trots op is. "Het is een euforie die door
anderen wordt aangeduid als een hype. Maar dat neemt niet weg dat de Top 2000 is
uitgegroeid tot nationaal instituut. In dat opzicht is het prachtig als jouw liedje
tot nummer 1 wordt uitverkoren."
De Groot zegt zich nooit in zijn carrière te hebben bekommerd of zijn liedjes al of
geen hits zouden worden. "Ik heb mij nooit met de Top 40 beziggehouden. Nu al
helemaal niet, omdat het een ijkpunt is voor een generatie die veel jonger is dan
mijn publiek. Toen de platenmaatschappij mij belde dat mijn laatste cd Lage
Landen vanuit het niets op de eerste plek was binnengekomen van de Album Top 100,
dacht ik slechts: goh, dat zo’n lijst nog steeds een rol speelt. Een verzamelaar van
hitfeitjes wist vervolgens te melden dat ik met mijn 62 jaar de oudste artiest ben
die een dergelijke prestatie heeft neergezet. Dat vind ik dan wel weer grappig om te
horen."
Het eerste deel van het huidige theaterprogramma staat in het teken van de laatste cd.
Na het wegvallen van zijn vaste tekstschrijver Lennaert Nijgh, is De Groot meer
aangewezen op zichzelf. Op de laatste cd zingt hij ook teksten van onder anderen
Freek de Jonge en Willem Wilmink. Na de pauze volgt een selectie van oude liedjes.
"Voor de verandering zing ik geen Verdronken vlinder, Testament of Het
Land van Maas en Waal. Die heb ik al zo vaak vertolkt, dat kan ik mijzelf en mijn
publiek even niet aandoen. Na een uitstapje met het Limburgs Symfonie Orkest (met wie
hij vorig jaar in het Haagse World Forum Theater optrad, red.) heb ik een aantal
liedjes van mijn oude lp Picknick herontdekt. Het publiek wil graag ook oude
liedjes horen. Ik verkeer in de luxe positie dat ik niet afhankelijk ben van twee of
drie oude hits. Van alle nummers die ik in mijn looppbaan op plaat heb gezet zijn er
hooguit twee waar ik niets meer mee kan."
Den Haag heeft hij nog nooit bezongen, zoals hij eigenlijk bijna nooit een liedje aan
een stad opdraagt. "Wat dat betreft ben ik meer een plattelandszanger," lacht hij.
"Maar ik sluit niet uit dat ik ooit iets ga doen met Den Haag. Het is de stad waar ik
als kind vaak kwam, deels door mijn Indische achtergrond. Als ik ooit in een grote
stad zou moeten wonen, dan kies ik voor Den Haag. Hoewel er van het Indische verleden
niet zo veel meer over zal zijn, ademt de stad een sfeer die je nergens anders in
Nederland tegenkomt."
|
|