Teksten Overigen

Liedjes geschreven door Lennaert Nijgh en/of Boudewijn de Groot
en door anderen op de plaat/cd gezet.
Teksten op Internet gezet met toestemming van Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh.


Discografie




Omhoog

Blauwbaard

Lowland Trio
van de LP 10 Jaar Lowland Trio/1974
C. King/T. Stern/vertaling: Lennaert Nijgh
Liep een dame voor hem warm,
hij nam haar mee onder zijn arm,
kneep haar uit op zijn citroenpers,
in zijn bungalow.

Rechts en links smeet die vrouwen
pardoes uit zijn bed,
bloedvlekken op het parket.
Je ziet nog waar er eentje
uiteen is gespet op de kamerdeur.

Dat liet Blauwbaard blauw,
dat liet Blauwbaard blauw,
dat liet Blauwbaard blauw,
dat liet hem blauw blauw blauw.

Dit had jaren zo door kunnen gaan,
maar 't is toch misgegaan.
Hij werd opgejaagd
en in tweeën gezaagd
door een ontevreden maaagd.

Ze vonden z'n hoofd aan het voetenend terug,
er stak nog een metersland mes in zijn rug.
En wat is nu de moraal:
ook nu was zijn maagd te vlug.

Toen was Blauwbaard blauw,
toen was Blauwbaard blauw,
toen was Blauwbaard blauw,
toen was ie blauw blauw.

Toen was Blauwbaard blauw...

Toen was Blauwbaard blauw...

Omhoog

Chaos

Willem Nijholt
van LP Van Elsschot tot Nijgh/1971
Lennaert Nijgh/Ruud Bos
In doodse stille dalen
kookt het paarse wolkendek,
vulkanen open hun bek
en braken geeloranje stralen.
Stikstofhitte vult de grotten.

O in de zee zweeft groen doorzichtig
het levend eiwit rond.
Een cel straalt licht en vorm voorzichtig
en aarzelend de eerste mond.
Er gloeien gele manen
in een grijsberookte lucht.
Het schuwe witte water sist,
grommend nagezeten door de lava.

O en de zee vormt tere stranden
en vonkt van levenslicht.
En op de drooggevallen landen
valt zacht het eerste zonnelicht.

En tussen groene wieren
blijven lauwe plassen staan,
waaruit de eerste leguaan
komt jagen op de eerste mieren.
De eerste spin weeft reuze webben.

O en de zee is teruggedrongen
en kabbelt koel en stil.
Maar op het strand spoelt half verwrongen
iets aan, een plastic zonnebril.

Omhoog

Computer

Jody Pijper
van LP Wie in 't Nederlands wil zingen
Lennaert Nijgh/Alides Hidding
Ik kende je rug
maar niet je gezicht.
In het café
speelde je uren lang op space invaders.
En toen kwam ik dicht bij je staan.

En voor het eerst
verloor je de slag.
Je deed in computers
en je was zo verlegen
en output, dat had je niet veel.

Je praatte verward
in bitjes en bits
en digitaal, digitaal.
Tot ik met cognac
je code doorbrak,
toen viel je mee.

De taal van de liefde
kon jij niet weerstaan.
Maar 0 dat is uit
en 1 dat is aan.
Liefde brengt leven,
zelfs in een computer.

De taal van de liefde...

Maar jij had thuis
ook al zo'n ding.
Zeker een vrouwtje,
ze werd zo jaloers dat ze down ging
en jij al je data verloor.

Maar in ons geheugen
was ruimte voor twee.
Een nieuw begin (print en print).
Wie weet krijgen wij
er uitbreiding bij:
een kleine chip.

De taal van de liefde...

De taal van de liefde...

Omhoog

De drie koningen

uit het theaterprogramma Poez/1969
niet uitgebracht op plaat
Lennaert Nijgh/Thijs van Leer
uitvoerenden: Elly Niemand - Rikkert Zuiderveld - Joost Nuissl - Sylvia Alberts -Astrid Nijgh
Er kwamen drie koningen van ver,
drie koningen met een papieren ster.
De eerste had honger, de tweede verdriet
en de derde had niets en meer wilde hij niet.
Ze zagen een huis en daar klopten ze aan
en een vrouw als een droom heeft hun opengedaan.

Wij zijn drie koningen van ver,
drie koningen met een papieren ster,
de nacht is zo donker en lang is de reis.
Kyrieleys.

De eerste koning keek in de pan,
de tweede koning vroeg naar haar man.
En toen die er niet was, at de eerste zich vet
en de tweede kroop samen met haar in het bed
en ze wilden haar alletwee als bruid,
maar de derde wou niets en dus moest-ie eruit.

Ik ben een koning van heel ver,
een koning met een papieren ster,
de nacht is zo donker en eenzaam mijn reis.
Kyrieleys.

Hij is gekomen in een stad,
waar hij een huis en vrienden had.
Hij werd er gelukkig en ook nog eens rijk
en hij bouwde een kerk in de bedelaarswijk.
Hij deed voor de armen zo zijn best,
maar toch bleven ze arm en kregen de pest.

Ben jij nou een koning van heel ver?
Een koning met een papieren ster?
Wij hebben honger en jij een paleis.
Kyrieleys.

Hij wilde niet verder, hij wilde niet terug
en hij stierf op een nacht met een mes in zijn rug.
De hemel werd rood en de aarde werd grijs
en hij kwam aan de poort van het Paradijs.
En daar hadden ze al een stoel voor hem staan,
maar hij doofde zijn ster en is verder gegaan.
Kyrieleys.

Omhoog

De drie mandarijnen

Hetty Blok
van de LP Zingliedjes, zegliedjes, o zo ver weg liedjes/1970
Lennaert Nijgh/Ruud Bos
dit lied staat ook op de CD Een nieuwe herfst van Boudewijn de Groot,
dan echter op muziek van Boudewijn zelf
en dat klinkt heel anders
Er kwamen eens drie mandarijnen
in een theetuin over een brug.
Ze waren gekleed in robijnen,
met draken van goud op hun rug.

En een drenkeling die in 't water lag
riep in zijn grote nood:
o hoge heren, help, want ach,
ik sterf, ik wil niet dood.

De eerste hoge mandarijn,
van edelstenen stijf,
sprak: 't is heel goed om droog te zijn,
sta toe dat ik het blijf.

De tweede hoge mandarijn,
gekleed in zwaar brokaat,
sprak: het is niet goed om nat te zijn,
sta toe dat ik het laat.

De derde hoge mandarijn,
van purper was zijn boord,
sprak: ja, uw sterven doet mij pijn,
geef toe dat u mij stoort.

En de drenkeling, hij vloekte luid,
hij zag ze verder gaan.
Drie gouden draken zagen hem uit
de verte zwijgend aan.

Een dag daarna, het was guur en koud,
kwam 't drietal daar weer terug.
Een waterlelie van puur goud
dreef stil onder de brug.

De eerste hoge mandarijn,
toen hij de lelie zag,
sprak: 't is gezond om naakt te zijn
op zo een warme dag.

De tweede hoge mandarijn
zag 't gouden lelieblad,
sprak: om 't allermeest gezond te zijn
is het beste wel een bad.

De derde hoge mandarijn
trok zijn mantel uit van zij
en sprak: om heel precies te zijn,
die lelie is van mij.

Er kwamen eens drie mandarijnen
in een theetuin over een brug.
En opnieuw is de zon weer gaan schijnen,
maar hen zag geen mens ooit weer terug.

Omhoog

De fanfare

Labanda's
single/1968
A banda / Barqua de Holanda/Lennaert Nijgh
Onze fanfare komt langs
en alle mensen doen mee.
Vergeet je zorgen nu maar
want de muziek sleept je mee.
Je hoort de tonen
van de schuiftrompet:
retteterettetet,
retteterettetet.

Onze fanfare komt langs...

Noot van de samensteller: bij de credits staat Lennaert Nijgh vermeld als de Nederlandse tekstdichter van dit van oorsprong instrumentale stuk van Herb Alpert. Bovenstaand tekstfragment komt echter niet voor op de single van Liesbeth List (zie daar). Bovendien denken wij dat Lennaert er iets meer van gemaakt zou hebben dan het bovenstaande. Maar goed...

Omhoog

De markiezin

vertaling van: La marquise
Elly Nieman
van de LP Elly Nieman/1966
vertaling: Lennaert Nijgh/arrangement: Boudewijn de Groot
met dank aan Elly Nieman voor het aanleveren van de tekst
Hoort, hoort! men roert er de trom.
Hoort, hoort! men roert er de trom
al op bevel des konings
omdat de koning wandelen gaat,
zulks is het recht des konings.

De koning loopt, loopt door het bos.
De koning loopt, loopt door het bos,
loopt door het bos te dolen
en een mooi meisje, dat hij daar zag,
heeft hem zijn hart gestolen.

M'n beste markies, wie is die vrouw?
M'n beste markies, wie is die vrouw?
O, kon ik haar toch krijgen.
En de markies antwoordde hem:
Sire, het is m'n eigen.

Markies, je bent rijker dan ik.
Markies, je bent rijker dan ik
met een prinses als deze.
Als je haar aan mij geven wilt,
zal ik gelukkig wezen.

Sire, als U de koning niet was,
Sire, als U de koning niet was,
zou 'k U aan mijn degen rijgen.
Maar omdat U de koning bent,
Sire, kunt U haar krijgen.

M'n beste markies, heb geen verdriet.
M'n beste markies, heb geen verdriet.
Ik zal me dankbaar tonen,
ik zal je maken hofmaarschalk
en je met goud belonen.

Adieu mijn lief, adieu mijn hart.
Adieu mijn lief, adieu mijn hart.
Liefelijk als geen ander.
Omdat men de koning dienen moet,
scheiden wij van elkander.

De markiezin kreeg een boeket.
De markiezin kreeg een boeket
al van des konings ga(ar)de,
maar door de geur van dat boeket
stortte zij dood ter aarde.

Omhoog

De meester spreekt bij 't afscheid

ook getiteld: Ballade van de tovenaarsleerling
Yoka Beretty
van de LP Liedjes aan de kerk/1969
Lennaert Nijgh/Boudewijn de Groot
De meester spreekt bij 't afscheid tot zijn knecht,
bij hem nog in de leer:
bewaar mijn huis en mijn gebod.
Bedenk altijd: eens kom ik weer.
De leerling luistert al niet meer
en gaat vol ijver aan het werk
en trots herhaalt hij keer op keer:
dit is de enig ware kerk.

Heb lief, zo heeft de heer gezegd.
De knecht heeft iets van 'lief' gehoord,
en daar verschijnt een tweede knecht,
die ook al goochelt met dat woord.
Nu wordt de eerste zeer verstoord,
maar hij was eerst, dus hij staat sterk
en steeds roept hij bij brand en moord:
dit is de enig ware kerk.

't Getal der knechten groeit steeds aan
en ieder loopt het uit de hand.
Met liefde wordt hier veel gedaan.
Rood kleurt de hemel boven 't land,
't is kerk om kerk en tand om tand.
en steeds leest men op iedere zerk
en op de graven in het zand:
dit is de enig ware kerk.

Nog is de tovenaar van huis
en deed de knecht zijn meesters werk?
Nog rijst op Golgotha het kruis.
Is dit de enig ware kerk?
Is dit de enig ware kerk?

Omhoog

Den Uyl wil nivelleren

Farce Majeur
van de LP Wat dacht je wat/1975
Lennaert Nijgh/Boudewijn de Groot/Jan Fillekers
parodie op: Dag Zuster Ursula
M'n pa en ma zijn stinkend rijk,
m'n bedje is gespreid
en daardoor barst ik van 't geld,
van de vrije tijd.
Maar barst nou gauw,
daar komt Den Uyl met zijn sociaal beleid.
De armoedzaaiers gaan vooruit
en ik raak heel wat kwijt.

Wanneer je ondernemer bent
verlang je een klimaat
waarin de staat je zonder meer
je winst behouden laat.
Vergeet het maar, daar steekt Den Uyl
zijn linkse stokje veur.
Voor ons is nou de sjeu eraf,
dus gaan we er vandeur.

Den Uyl wil nivelleren,
kom zuster Ursula,
dan gaan we emigreren,
wij gaan naar Amerika.
Daar leef je nog in vrijheid,
zoals u allen weet,
daar heb je nog verschillen
en Wiegels bij de vleet.

Dag domme rest van Nederland,
dag domme allemaal.
Ik laat me niet meer plukken
voor een zwarte kannibaal.
Ik laat me niet meer snijden
voor bijstand en cultuur.
Dat mag dan heel sociaal zijn
maar mij wordt 't te duur.

Den Uyl wil nivelleren,
dag zuster Ursula,
ik wens Den Uyl de kleren
vanuit Amerika.
Daar mag een mens nog rijk zijn
of bedelen langs de deur.
Niet allemaal gelijk zijn,
dat geeft het leven kleur.

Den Uyl wil nivelleren
en tart de VVD.
Geef mij maar Spiro Agnew,
al doet-ie niet meer mee.
Die hield nog iets in ere
waaraan wij zijn gehecht:
ontduiking en corruptie
als orde en als recht.

Omhoog

Een nieuwe liefde, een ander leven

Dick Ridder
vertaling van: Ein neue Liebe ist wie ein neues Leben
Philips single/1972
Jack White/Fred Jay/vertaling: Lennaert Nijgh
Een wonder heeft plotseling
mijn leven veranderd,
dat wonder dat ben jij,
dat ben jij.

Zijn dit nog dezelfde straten,
nog dezelfde huizen van altijd?
Of is dit toch fantasie van mij
en is er toch geen werkelijkheid?

Is dit nog dezelfde stad
die ik al zoveel jaren zo goed ken?
Alles lijkt wel op z'n kop te staan
omdat ik zo gelukkig ben.

Want met een nieuwe liefde
begint een ander leven.
Na na na na na na.
Het leed is geleden,
jij kwam en vervulde m'n liefste wens.

En met een nieuwe liefde
begint een ander leven.
Na na na na na na.
Ik ben als herboren,
ik voel me een ander mens.

Na nu begint een nieuwe tijd,
vol van warmte en van tederheid,
door jouw liefde wordt m'n mooiste droom
dan toch nog werkelijkheid.

Toen die ander mij verlaten had
werd alles donker om me heen
en ik dacht: het is gebeurd met mij,
ik blijf m'n leven lang alleen.

Toen kwam jij en alle kou verdween,
jij was de lentezon voor mij.
Toen je eindelijk in m'n armen lag,
wist ik: de winter is voorbij.

Want met een nieuwe liefde...

En met een nieuwe liefde...

Want met een nieuwe liefde
begint een ander leven.
Na na na na na na.
Maar nu begint een nieuwe tijd,
vol van warmte en van tederheid.
Door jouw liefde wordt m'n mooiste droom
dan toch nog werkelijkheid.

Maar nu begint een nieuwe tijd...

Omhoog

De geboorte

Miek en Roel
nadere gegevens ontbreken/1970 (?)
Belgisch folkduo
Parlando
Voor iedere moord zijn er woorden te weinig
en zwijgen de mensen als het graf van de man
die stierf door de hand van een naamloze dader,
want moord en geweld, daar schrikt niemand meer van.
Voor iedere oorlog zijn nog té veel soldaten,
te weinig verzet tegen bloeddorst en nijd.
Alleen kan de wereld nog hopen en wachten,
er moet iemand komen die alles bevrijdt,
er moet iemand komen die alles bevrijdt,
er moet iemand komen die alles bevrijdt...

Komt allen tezamen, want hij is geboren,
de redder van mensen, de sterre in 't land.
De hemel scheurt open met bloemen en koren,
hij loopt met een lelie van glas in zijn hand.

Z'n voetstap is licht, als het licht in zijn ogen,
de liefde z'n wapen, de vrede z'n strijd.
En hij doet de oorlog als een inktvlek verdrogen,
strooit zand op het bloed van de vorige tijd.

Vanaf dit moment komen andere tijden,
waar dichters van droomden, ze komen voorgoed.
En nu komt een einde aan angst en aan lijden,
verdwijnen de wolken van buskruit en bloed.

En overal groeien er parels van druiven,
het land van belofte verdrijft de woestijn.
En weer spelen wolven met mensen en duiven
en weer smaakt de regen op aarde als wijn.

In velden en wegen verjaagt hij de bozen
en strooit met z'n glimlach een baan voor de zon.
Opnieuw heeft de wereld de ruimte gekozen
en straalt weer als eerst, toen het leven begon.

Omhoog

Holland is kampioen

Danny Lukassen
van de CD Totaal Oranje/1996
Malle Babbe met andere tekst
Boudewijn de Groot/W. Raterink/M. Adriaansen
Oranje bovenal, mijn nummer één,
het beste team ter wereld, dat weet toch iedereen.
Ze zweven over het veld,ze lopen twee aan twee.
Kijk, de wedstrijd is begonnen, het stadion trilt mee.
En wanneer het spel begint,
is Holland weer de ploeg die alles wint.
Het elftal jong en sterk, barstenvol talent,
zij staan al jaren aan de top van elk klassement.
Karakter, vol met pit, scherp en toch brutaal,
zie ze bruisend combineren, zij zijn het helemaal.
En in naam van onze koningin:
Holland, schiet die bal er nu maar in.

Holland is kampioen, Holland blijft kampioen.
Er is toch geen ploeg die daar iets aan kan doen.
Holland is kampioen, Holland blijft kampioen.
Er is toch geen ploeg die daar iets aan kan doen.
Holland is favoriet, Holland blijft favoriet.
De schrik van de wereld, de cup in 't verschiet.

Oranje favoriet, Oranje nummer één,
Oranje, in heel de wereld kent toch iedereen.
Het is alom bekend,
Holland levert het talent.
Daarom blijft het bovendien
een genot om ze te zien.
En in naam van onze koning:
Holland, schiet die bal er nou maar in.

Holland is kampioen...

Stupide tekst vol met taalfouten. Als Lennaert zou zien wat ze geflikt hebben met zijn 'Malle Babbe', kreeg hij ter plekke een hartstilstand.

Omhoog

Ik ben zo blij (Y de la joie)

Jetty Pearl
Charles Trenet vert. Lennaert Nijgh/Cobi Schreijer
'k Ben zo blij
Dag lieve vogels, goedemorgen
'k Ben zo blij
De lucht is blauw, alleen voor mij
'k Ben zo blij
De zon is warm, ik heb geen zorgen
'k Voel me blij en dus ben ik blij
'k Ben verliefd
De liefde kriebelt in m'n benen
'k Ben verliefd
Oh, lieve dames alsjeblieft
'k Ben verliefd
De zon heeft in mijn hart geschenen
'k Voel me vrij en dus ben ik blij

Wat hebben de mensen een stralend humeur
De bakker brengt dansend het brood langs de deur
De postbode zweeft ergens hoog boven straat
Als 'n duif die met luchtpost naar de engelen gaat
De tram loopt z'n rails uit en gaat aan de zwier
Hij rijdt naar het bos en hij schudt van plezier
De conducteur staat zwaaiend op het balkon
Hij is in een roes van verliefdheid en zon

'k Ben zo blij
De Westertoren gaat aan 't schuiven
Onverwacht
Springt hij dan in de Prinsengracht
Alles lacht
Hij zegt: "Ik wou mezelf eens fuiven
Op een bad, ziezo, dat is dat"
'k Ben zo blij
En de belastingontvanger
Sluit z'n zaak
Hij fluistert teder: "Heus, ik staak
Kijk, daar ga 'k
Ik wil uw dure geld niet langer
Hou et maar 't is waar, hou et maar!"

De bromfietsen dansen op straat een ballet
Maar plotseling zit ik rechtop in m'n bed
'k Heb alles gedroomd, want de hemel is grauw
door 't raam zie ik dat de mensen rillen van kou
Maar toch heeft m'n droom wel iets goeds voortgebracht
Want 'k heb er meteen een melodie bij bedacht
Nu zing ik mijn droom als een lentechanson
Als 'n lied vol van jeugd, als een lied vol van zon

'k Ben zo blij
Dag lieve vogels, goedemorgen
'k Ben zo blij
De lucht is blauw, alleen voor mij
'k Ben zo blij
De zon is warm, ik heb geen zorgen
'k Voel me blij en dus ben ik blij
'k Ben verliefd
De liefde kriebelt in m'n benen
'k Ben verliefd
Oh, lieve dames alsjeblieft
'k Ben verliefd
De zon heeft in mijn hart geschenen
'k Voel me vrij en dus ben ik blij

Hilversum : KRO, 1970. - geluidsband : mono
Lied gezongen in het TV cabaretprogramma "Cabaretaria XII";
uitgezonden op 21 februari 1970


Omhoog

Ik doe wat ik doe

André van Duin
van de LP De tamme boerenzoon/1974
Lennaert Nijgh/Astrid Nijgh/Jan Fillekers
Mijn rechtberbuur man heeft twee linkerhanden
maar toch doet ie aan zelfdoenerij.
Laatst was ie druk de ramen af aan te branden,
nou even later brandde heel het huis erbij.
Zijn lelijk eendje wilde niet meer lopen,
hij heeft de motor zelf gereviseerd.
Toen de garage sprak: u kan hem nu wel slopen,
riep ie: hoera, alweer wat geleerd.

Ik doe wat ik doe
en ik doe het zelf.
Ik doe wat ik doe,
dat scheelt me de helft.
En giert soms de boel uit de klauw,
denk ik bij mijn eigen:
wat hindert dat nou, ach kom nou.
Ik doe wat ik doe.

De snelkookpan die wou niet snel meer koken,
een reparatie die meneer wel zelf kon.
De pan was klaar en de gasvlam werd ontstoken
en baf! de groentesoep zat tegen het plafond.
En op een dag toen was opeens het licht stuk,
meneer heeft aan de leiding wat gedaan.
Als ik nu buiten even op de bel druk,
gaat binnen de tv vanzelf aan.

Ik doe wat ik doe...

Zo heeft hij laatst zichzelf een kies getrokken,
dat werd een bloedbad, maar het kostte hem geen duit.
Door het dolle heen sneed hij toen onverschrokken
de likdoorn van zijn vrouw er ook nog uit.
En van de week zijn eerste operatie,
de blindedarm van zijn broer bestaat niet meer.
Zijn eigen dokter vond dat een prestatie
en is nu zelf bij mijn buurman in de leer.

Ik doe wat ik doe...

Omhoog

Kindervloot

uit de musical Met man en muis/1969
Lennaert Nijgh/Harry Bannink
Kijk, de grote witte kindervloot
vaart naar de berg van Sint André.
De zon verft de zeilen limonaderood
en van zijde is de grote blauwe zee.
Wie gaat er mee, wie gaat er mee,
naar de berg van Sint André.

Het hele grotemensenland
staat in de krant.
Pas op voor de soldaten,
kijk, het gras zit vol met gaten
en de scholen staan in brand.
De kinderen vluchten naar het strand
en dansen hand in hand,
heel ver, heel ver weg.

Kijk, de grote witte kindervloot...

Ze hebben zelf geen kleren meer,
geen teddybeer,
alle ouders zijn verdwenen.
En heel stil, op blote tenen
gaan de kinderen door het land.
Ze vluchten naar het laatste strand
en zingen hand in hand,
heel ver, heel ver weg.

Kijk, de grote witte kindervloot...

De kinderen vliegen door de nacht,
niet een die lacht.
Geen ernstige meneren
meer om kinderen te leren.
Er is geen leven in dit land,
behalve aan een heel ver strand,
daar wuift een kinderhand,
heel ver, heel ver weg.

Kijk, de grote witte kindervloot...

Omhoog

Liefste

Mouth & MacNeal
single/1974
My friend / Hans van Hemert/Lennaert Nijgh
copyrights: Ananas Music
Als je eens wist wat ik voor je voelde,
zou je dan anders zijn dan je bent?
Maar zou je dan nog wel van me houden,
ben ik dan anders dan je me kent?
Dus ik zeg maar niet, want dan overdrijven we.
Wees stil dan blijven we fijn bij elkaar.
Als je maar blijft geloven in liefde,
ben ik gelukkig, dan houd je van mij.

Liefste, jij bent de liefste.
Liefste, houd je van mij?
Liefste, jij blijft de liefste,
ook in de winter,
ook in de zomer,
ik houd toch altijd van jou.

Als je eens wist...

Liefste, jij bent...

Omhoog

Luilekkerland

Hetty Blok
van de LP Zingliedjes, zegliedjes, o zo ver weg liedjes/1970
ook gezongen in de musical Poez/1969
Lennaert Nijgh/Ruud Bos
Vroeg opstaan, het is suikertijd
en 's morgens smaakt het water zoet.
Want dag en nacht braakt de vulkaan
een stoomkolom van overvloed.
En de gemalen pompen wijn,
daar zwemt een vis van marsepijn.
't Is verboden de smoor in de krijgen.
En wie eet, kan niet anders dan zwijgen.

Maar leven in Luilekkerland
is lief lief lief.
Leven in Luilekkerland is lief.

De etalages in de stad
zijn vol met borsten wit en zoet,
en op het plein spuit de fontein
van limonade rood als bloed.
En over alle daken zweeft
de wind die warm van suiker kleeft.
En in 't gebit van de straten
knagen suikeren muizen hun gaten.

Maar leven in Luilekkerland...

't Soezenvolk puilt uit van room
en stopt met room zijn oren vol,
want buiten in de zwarte nacht
daar brult de honger lang en hol.
Dan komt het eind van dit plezier:
de grote rode hongerpier
komt met kaken en scharen en tangen
om de suikeren wereld te vangen.

Maar leven in Luilekkerland...

Omhoog

Marleentje

Joost Nuissl
LP Er staat wat te gebeuren/1970
Lennaert Nijgh/Joost Nuissl
Marleentje zou de dochter van een leeuwentemmer zijn,
die kon wel leeuwen temmen maar zijn vrouw kreeg hij niet klein.
Een dame die na korte tijd zondanig uit de hand liep
dat zij op zekere nacht zelfs met een leeuw in 't ledikant sliep.
Haar man, die wat bijziende was, die heeft zich toen vergist
en staat nu sedertdien te boek als enigszins vermist,
de leeuwentemmersdame sliep vanaf die tijd alleen.
Maar hoe dan ook verscheen dan toch Marleen,
het werd een aardig meisje, korenblond en blank als sneeuw,
althans tot aan haar navel, voor de rest was zij een leeuw.

Maar niemand wist daar iets van haar, ze bleef voor iedereen
gewoon een aardig meisje, maar misschien wat schizofreen.
't Is duidelijk dat zo'n jeugd voor ieder kind verward is,
's morgens naar de kleuterschool en 's middags naar de Artis.
En toen ze voor het eerst aan het strand kwam, was ze van de kaart
en vroeg: zeg mama, waarom hebben jongetjes geen staart?
En was ze met haar moeder eens een dag naar buiten toe,
dan zat ze met zo'n vreemde blik te staren naar een koe.
En allen die het zagen, die vertellen rechts en links:
Marleen, dat is een leuke meid, maar het is een echte sfinx.

Marleentje werd een meisje rein en ongerept als sneeuw,
want waar er iets te reppen valt, zat bij haar die leeuw.
Dit leidde op zekere nacht tot een geweldig drama,
er klom een jongeman vol hete driften door haar rama.
In plaats van minnenspel ontstond een bloedig handgemeen
tussen leeuw en hete driften, tussen minnaar en Marleen.
Wie zou het nu gaan winnen, maagd of leeuw of vrouw of bruid?
Afijn, het werd leeuwin en het werd nimmermeer leeuw uit.
Maar Marleen is tot haar grote spijt alleen in bed vandaag,
ontwaakt als een halve vrouw maar met een hele volle maag.

Omhoog

Moeder Medea

Hetty Blok
LP Zingliedjes, zegliedjes,
o zo ver weg liedjes/1970/1998
Lennaert Nijgh/Ruud Bos
Na het zinken van de zon,
rood en vaal, schijnt in het woud
in nachten zilvergrijs en koud
haar bleke glazen lampion
en klinkt haar roepen dun en oud,
ijlend in de koude wind,
zij zoekt haar zoon, haar enig kind
en 's morgens smaakt de dauw naar zout.

En geen mens
durft haar naam ooit te noemen:
Moeder Medea van de dode bloemen.

Haar spoor blijft zichtbaar in het zand,
het gras sterft af onder haar voet,
de lucht wordt grijs van kruit en roet,
tot aan de verte brandt het land
met geuren wee en bitterzoet.
En waar zij komt, daar delft de wind
een grafkuil voor haar dode kind
en 's morgens geurt de dauw naar bloed.

En geen man
durft haar naam ooit te noemen:
Moeder Medea van de dode bloemen.

Zo dwaalt zij eeuwig door het veld,
haar hart verbitterd en vol gram
en waar haar bleke schaduw kwam
is geen soldaat ooit meer een held,
omdat men hem het leven nam.
In alle doden die zij vindt
herkent zij steeds haar eigen kind
en 's morgens dooft de dauw haar vlam.

Geen soldaat
durft haar naam ooit te noemen:
Moeder Medea van de dode bloemen.

[versie van Hetty Blok:]
Zo dwaalt zij eeuwig door het veld
van Israel tot aan Vietnam...

Omhoog

Nautilus

Margriet Eshuys
Vara-programma Wereldwijs/1988
Lennaert Nijgh/Peter Schön
Leg een schelp tegen je oor en
als je stil bent, kan je horen:
diep daar binnen ruist de zee,
de zee die eeuwig zingt
en die als je heel goed luistert
zo veelbelovend fluistert.

En de golven springen op
als witte paarden in de branding
en rollen voor je voeten
in kristallen waaiers uit.
En de golven laten allemaal
hun schelpen zachtjes vallen
met een rinkelend geluid.

O de zee belooft je reizen
naar de verre paradijzen
in de blauwe oceaan;
maar veel van wat de zee belooft, blijkt even later
geschreven met zout water.
[En de wind veegt het weer uit.]

Maar ergens ligt het eiland
waar de meisjes 's avonds dansen
en de snoeren witte schelpen
op hun warme bruine huid
hoor je als ze dansend draaien,
zachtjes om hun heupen zwaaien
met een rinkelend geluid.

Maar veel van wat de zee
belooft, blijkt even later
geschreven met zout water.
[En de wind veegt het weer uit.]

Omhoog

Niets gaat zo snel

Dave
single/1968
vertaling van: Mon seul problème
Dave/Lennaert Nijgh
Niets gaat zo snel
als het geluk dat je vergeet,
je lief en je leed.
Voor je het weet,
ben je hem kwijt,
die heerlijke tijd.
'k Denk niet meer terug
sinds ik jou niet meer zag,
want ik laat los,
ik drink en ik lach,
ik flirt en ik vrij telkens met anderen.

Maar ben ik bij een ander,
blijft een ander vreemd voor mij,
de pijn blijft toch,
jij bent er nog voor mij.

Niets gaat zo traag
als het vergeten van je verdriet,
vergeet je het niet,
het groeit en je ziet
de band blijft en schrijnt,
die nooit meer verdwijnt.
Nu al meer dan een jaar
zijn wij uit elkaar,
maar vaak wanneer ik alleen ben,
dan weet ik dat ik jou nooit vergeet.

Maar ben ik bij een ander,
blijft een ander vreemd voor mij.
De pijn blijft toch,
jij bent er nog voor mij.
Maar ben ik bij een ander,
blijft een ander vreemd voor mij.
De pijn blijft toch,
jij bent er nog,
ik zoek je nog.
Toch houd ik nog steeds van jou.

Omhoog

Een nieuw Paaslied

muziek: Laurens van Rooyen
gebruikt in de film Lieve Jongens/1980
In een visioen van storm, omringd door eenzaamheid
zag ik Golgotha, waar 't kruis de hemel tartte.
En God verhief zich in Zijn Majesteit
en aan Zijn voeten lag Zijn Moeder, vol van smarten.
Toen sprak Hij: Vrouw, het is genoeg geweest,
daar kunt U verder ook niets aan veranderen.
En in Uw handen, Heer, beveel ik Mijne geest,
ween niet om mij, Mevrouw, maar om uzelf en de anderen.

En toen zag ik een jong soldaat op wacht,
een kind nog haast, wanhopig en verloren,
ver van zijn moeder - tot hij in de koude nacht
haar stem die zacht zijn naam riep, dacht te horen.
In een gezicht verscheen zijn moeder daar aan hem,
zo stralend, zo dichtbij, maar toch van verre.
Hij kon niet spreken en de wind verwoei zijn stem,
ze zag er jonger uit en droeg een krans van sterren.

Zij streelde zacht zijn jonge nek en blonde haar,
bood hem haar borsten en nam hem in haar armen.
En toen pas wist hij wie Zij was, herkende Haar,
die hem in duisternis en dood daar kwam verwarmen.
Het was zo lief, zoals hij bij Haar lag,
zij de Glorierijke, Onbevlekt Ontvangen,
totdat het gloren van de ongeboren dag
een zachte blos gaf aan zijn bleke, dode wangen.

Omhoog

Reizigers nachtlied

Joost Nuissl
LP Er staat wat te gebeuren/1970
Lennaert Nijgh/Joost Nuissl
De avond valt, de dag is uit,
en ik eindig hoog op een berg alleen.
Kijk over het stille landschap uit,
waar ga ik morgen heen?
Jij die als de hemel bent,
alle zorgen kan verzachten,
jij die mij al jaren kent,
jij die steeds op mij zult wachten.
Ach wat heeft mijn eeuwig reizen
naar 't geluk nu nog voor zin?
Lieve koele blauwe avond,
in jouw armen slaap ik in.

Het stof van noord en zuid en west,
het verft al lang mijn laarzen grijs,
nu mij alleen het oosten rest
misschien mijn laatste reis.
Jij die als de hemel bent...

De uil roept van de torenkrans,
de koekoek roept de regen aan.
Ik denk aan de verloren kans
die deze dag mij gaf.
Maar jij die als de hemel bent...

Omhoog

Sneeuw

Josee Koning
Lennaert Nijgh/Rik Elings
bron: Tekst en Uitleg/1991/Conserve
Er had de hele dag iets in de lucht gehangen,
de wolken werden dik en grijs.
Nu kon het ieder ogenblik gaan sneeuwen -

maar er gebeurde niets.
Het werd alleen maar vroeger donker
in deze troosteloze stad
waar ik nu zo lang al probeerde
om jou te vergeten,
om eindelijk te vergeten
zoals je mij vergeten had.

En ik weet dat ik jou nooit terug zal zien,
nooit van mijn leven terug zal zien,
maar als geluk in werkelijkheid
voor mij niet meer bestaat,
dan zal het mijn verbeelding zijn
waarin het verder gaat.

Er kwam wind uit het oosten
en kou uit de hel,
er was bijna niemand op straat.
Ik vluchtte een tunnel in
en miste de trein:
voor de zoveelste keer weer te laat,
o, de zoveelste keer weer te laat.

Eenzaam in de diepte
van een ondergronds station,
starend in de tunnel,
alleen op het perron.
Voetstappen achter
achter mijn rug,
ik kon nergens heen,
ik ademde vlug
en ik draaide me om.

En we waren op de wereld terug
en de sneeuw begon te vallen,
de sneeuw begon te vallen.

Het sneeuwde zo geweldig dat
de hele grauwe trieste stad
door miljoenen witte vlinders
werd bedekt en witgemaakt
als een onbeschreven blad;
o, als een onbeschreven blad.

Het had de hele dag al in de lucht gehangen,
ik wist heel goed waar het om ging:
je wilde me gewoon een keer versieren,
en ik gafjou meteen je zin.
Dit wilde ik mezelf toch niet onthouden.
We gingen samen naar mijn flat,
maar je was niet meer dezelfde,
je hoorde bij een ander
en je vluchtte bijna uit
mijn armen en mijn bed.
Waarom had jij dan toch nog eerst
onze plaat van vroeger opgezet?

Het Largo uit De Vierjaargetijden van Vivaldi.

Je was niet meer dezelfde,
je hoorde bij een ander
en je vluchtte bijna uit
mijn armen en mijn bed.

Ik hoorde jou de voordeur sluiten,
ik lag bewegingloos in bed.
Toen stond ik op en keek naar buiten.
Het sneeuwde nu niet meer
en onder de lantaarnpaal
leek de straat een vel papier,
een onbeschreven blad.

En de voetstappen van ons samen
had de sneeuw nu uitgewist,
maar jouw spoor dat van me wegging
zonder aarzeling, beslist -
zou nu het niet meer sneeuwde
niet meer worden uitgewist,
nee nooit meer uitgewist.

En ik wist dat ik je nooit meer terug zou zien,
nooit van mijn leven terug zou zien,
je nooit meer terug zou zien.

Maar wat in mijn verbeelding is
zal in werkelijkheid bestaan,
en wat in werkelijkheid niet is,
als verbeelding verder gaan,
eeuwig als de sneeuw,
eeuwig als de sneeuw,
eeuwig als de sneeuw.

[And no fade-out!]

Omhoog

Vertrouwen

Guus Meeuwis
van de CD Verbazing/1966
Boudewijn de Groot/Boudewijn Spitzen/Papa's Music
Wat is er aan de hand
Je loopt zo boos te kijken
Probeert me te ontwijken
Je zet me aan de kant

Vertel me wat er is
Ik wil geen ruzie krijgen
Maar als je lang blijft zwijgen
Dan gaat het zeker mis

Want wat er ook gebeurt
En hoe het ook mag gaan
Ik laat je niet alleen

Want wat er ook gebeurt
Je bent m'n vrouw
'k Geef om jou

't Is zonde van de tijd
Die moet je niet besteden
Aan kleine narigheden
Dan krijg je later spijt

Het leven is maar kort
Wij moeten samen leren
Elkaar te respecteren
Opdat het ook wat wordt

En wat er ook gebeurt
En hoe het ook mag gaan
Ik laat je niet alleen

Want wat er ook gebeurt
Je bent m'n vrouw
'k Geef om jou
'k Geef om jou

Je moet om sterk te zijn vertrouwen op elkaar
En je moet als je sterk wilt zijn kunnen bouwen op elkaar
Want er komt nog een moment dat het met ons wat minder gaat
En dan hoop ik dat je ons niet aan het lot overlaat
Want wat er ook gebeurt, je bent m'n vrouw

Wij kunnen met z'n twee
Een prachtig duo vormen
Bestand tegen de stormen
Bestand tegen de zee

Zoals een schip dat trots
Temidden van orkanen
Z'n eigen weg kan banen
Betrouwbaar als een rots

En wat er ook gebeurt
En hoe het ook mag gaan
Ik laat je niet alleen
Nee, nee, nee, nee, nee, nee
En wat er ook gebeurt, je bent m'n vrouw
'k Geef om jou
Ik hou van jou

Omhoog

Voorstad

Lia Dorana
van de LP Lia Dorana/1968
Lennaert Nijgh/Boudewijn de Groot
Ver van het centrum, ver van de grachten,
aan de rand van de stad sta ik te wachten.
't Is midden november, de zomer is dood.
En de hemel hier boven zo hopeloos groot.
De straten te breed om mezelf te verbergen
voor de wind en de kou
op zoek naar dwergen zoals ik.
Voor mij is de voorstad te wreed.

De huizen zijn hoog en zonder gordijnen,
van glas en beton, ik voel me verdwijnen.
Verloren in dit perspectief zonder hoop.
Nooit komt er een eind aan de straat waar ik loop,
Hier tussen de flats met doorzichtige muren
waar mensen in cellen van glas naar me turen.
Nog even en dan woon ik ook in zo'n cel.

De wind uit de polder, de damp uit de sloten,
de vochtige stank van kanalen en goten.
De mist jaagt me terug naar het hart van de stad.
naar de mensen, de warmte, mijn kamer, mijn plat.
Maar de wijk is gesloopt en de huizen verdwenen.
Flats in vlakten van stenen.
En tussen de blokken danst gierend de wind.

De voorstad rukt op en woonblokken komen
als stenen soldaten, vertrappen de bomen.
De voorstad rukt op naar het hart van de stad.
En alles wordt leeg, hygiënisch en glad.
En niemand zal meer ver woningnood klagen.
Alleen onze kinderen zullen dan vragen:
wat was dat nou eigenlijk: Oud Amsterdam?

Omhoog

Waarom ben ik niet vrolijk

Dave
B-kant single/1968
vertaling van: Navigant sur les mers
Dave/Lennaert Nijgh
Waarom ben ik niet vrolijk hier
op deze boot van wild plezier?
Dit geluk is niet voor mij,
want jij bent er niet bij.

Met m'n vrinden om heen,
muziek en drank, blijf ik alleen.
Dit geluk is niet voor mij
want jij bent er niet bij.

Soms kan ik wel tevreden zijn,
ik denk niet na, ik voel me fijn.
Ach, je leeft, je speelt je spel
alsof je steeds, alsof je steeds gelukkig bent.

Maar ik trek met de meeuwen mee
over de onbekende zee.
Dit geluk is niet voor mij
want jij bent er niet bij.

Soms kan ik wel tevreden zijn...

Maar ik trek met de meeuwen mee...

Mijn geluk dat ben jij.
Mijn geluk dat ben jij.

Omhoog

Wat is een lied

Lia Dorana
van de LP Lia Dorana/1968
Lennaert Nijgh/Boudewijn de Groot
Wat is een lied, een lied ontstaat
uit een zomerzee die in zonlicht baadt,
uit liefdesspel, een kinderlach,
een vlammend einde van een dag.
Van nieuw geluk en oud verdriet,
van alles maakt de mens een lied.

Van kampen achter prikkeldraad,
van dood en leven, vreugde, haat.
Wanneer hij honger lijdt en pijn,
z'n lied zal steeds te horen zijn.
Wanneer de aarde vruchten geeft,
dan zingt de mens omdat hij leeft.

Hij zingt van oorlog en van macht,
marcherende laarzen in de nacht
van het oude land dat hij verlaat.
Van een zwervende hond in een lege straat,
hij zingt van hoop in grauwe nood,
zijn tranen droog, zijn goden dood.

Wijd is de wereld, wild de wind,
de mens zo hulpeloos als een kind.
En diep is het water, sterk de steen,
maar een mens die maakt een lied alleen.

Omhoog

Wat is er nog voor avontuur in het leven

uitgave van Nederlandse Spoorwegen
zangeres niet bekend/vroege jaren 70
Joop Stokkermans/Lennaert Nijgh
Ik zou het liefst Amerika ontdekken,
maar dat heeft die Columbus al gedaan.
En op de kaart zijn nergens witte plekken,
we zijn zelfs al een tijdje naar de maan.
Maar ik heb nog nooit de Betuwe zien bloeien
en nog nooit geslapen in een Hunebed.
We horen of een Friese koe ook in het Fries kan loeien.
Zou Leiden echt zo lastig zijn omdat het is ontzet?

Heb jij soms ook zomaar zin in grote avonturen?
Denk je soms: o jee, ik heb de trein gemist misschien.
Dag baas, dag school, ik zal beslist een ansichtkaartje sturen.
De groeten zeg, ik ben nou weg, ik heb het hier gezien.

Heb je soms ook zomaar zin...

Zou jij niet eens zomaar ergens heengaan
en niet omdat het moet, je kent dat wel?
De ene die wil vrij zijn en alleen gaan,
de ander wil gezellig met een stel.
Misschien heb je mooi weer, misschien wel regen,
maar op reis ben je veel meer van uur tot uur.
Wie weet kom je op reis wel hier of daar die ander tegen
en hand in hand wordt Nederland een spannend avontuur.

Heb je soms ook zomaar zin...

Heb je soms ook zomaar zin...

Omhoog

IJmuiden

Willem Nijholt
van LP Van Elsschot tot Nijgh/1971
Lennaert Nijgh/Ruud Bos
Warm is het water,
de middagzon brandt op het strand.
Dan drijft er later
een nevel van goud naar 't land.
En op de duinen staat een kind
stil te luisteren naar de wind
en de stemmen van meeuwen
die schreeuwen, mmm.

Nu breken de golven
in kleuren, de avond die valt.
Door water bedolven
weerspiegelt de zon in 't basalt.
En langs de haven loopt een paar,
ze hebben niemand dan elkaar
in de chaos van roest
en van ijzer en schroot.
Rood, de horizon dooft de zon, dood.

Het is donker en koud
in de stad en de wind ruikt naar zout
in de nacht en de wereld lijkt oud
wanneer de toren slaat.

De muziek in de kroeg
klinkt als blik, er zijn vrouwen genoeg.
Er is drank, er is veel voor de boeg.
Nog vele uren zwaait de vuurtoren rond,
zwiepend zwaait de vuurtoren rond,
steeds maar zwaait de vuurtoren rond,
rond, steeds maar in het rond,
steeds maar in het rond en rond en rond
en rond en rond en rond.

Straks breekt de dag aan,
een geeuw van een stoomboot die fluit.
De sluizen gaan open,
het schip vaart de haven weer uit
en trekt de golven met zich mee
naar de verte, naar de zee,
naar de tropen, naar brandende landen.

Warm is het water,
de middagzon brandt op 't strand.
Een misthoorn gaat er
als echo van ver over 't land.
En op de duinen staat een kind
stil te wuiven in de wind
naar het schip met een waaier
van rook op zijn rug.
Vlucht de horizon naar de zon terug.

Omhoog

Witte

Rosita Bloom
van de lp Roosje zag een knaapje staan/1969
Lennaert Nijgh/Ruud Bos
Ze noemen hem Witte,
de langste jongen in de straat
hij wil dat je je zoenen laat
en in de film wil ie aan je zitten
en als je nee zegt, wordt ie kwaad.
Ik geloof dat ik hem haat.

's Avonds is ie nog laat buiten,
hij is de baas van iedereen.
'k Lig al in bed, ik hoor hem fluiten,
hij lijkt zo groot en zo gemeen.
Vader en moeder zijn beneden,
ik hoor hier boven de tv,
en buiten komt Witte langs gereden,
als ik achterop mocht, ging ik mee.

Ze noemen hem Witte,
hij staat na school altijd bij 't hek,
hij draagt altijd een spijkerjek,
blijft altijd op z'n brommer zitten
en rookt al hele zware sjek.
Nou ja, hij doet altijd zo gek.

Ik kwam het gisteren plotseling tegen,
ik deed alsof ik hem niet zag,
'k stond bij de bushalte in de regen,
ik had weer eens m'n ongeluksdag.
En toen we daar zo samen stonden,
toen vond ik hem wel leuk misschien.
En ik was ook wel opgewonden -
maar hij heeft mij niet eens gezien!

Ze noemen hem Witte,
de langste jongen in de straat,
hij wil dat je je zoenen laat
en in de film wil ie aan je zitten
en als je nee zegt, wordt ie kwaad.
Ik geloof dat ik hem haat!


Omhoog
Menu