Liedteksten uit Films, van RTV en optredens.

Alleen liedjes die niet op officieel uitgegeven platen staan, zijn meegenomen.


  • Berceuse voor Marcel
  • Bleka Lena
  • Bij het raam
  • (Het) broekje van Jantje
  • Dann kommst du zu deiner Tante
  • Door het hooggeboren koren
  • (Der) Dreigroschenoper
  • Eeuwige jeugd
  • (Het) Einddoel
  • Eindelijk Kerstmis
  • (Een) fietstocht
  • Goed nieuws vandaag
  • (De) Kater
  • (Een) meneer hield van een jongen
  • Messing & Co
  • (De) navel van mevrouw agent
  • Picknick
  • Resurrexit


    Berceuse voor Marcel

    Boudewijn de Groot
    De MARATHON,
    Een hommage van Boudewijn aan Lennaert.
    27 november 2005, Philharmonie in Haarlem
    Het wordt al donker in de stad,
    straks gaan de lichtjes aan,
    we hebben weer een dag gehad,
    nu moet je slapen gaan.
    Nu huil je, want ik weet, Marcel,
    je wilt nog niet naar bed;
    het leven is voor jou een spel,
    jij hebt nog zoveel pret.

    Jij mag nog huilen, jij bent klein
    en strakjes lach je weer,
    maar zul je eenmaal groter zijn,
    dan huil je vast niet meer.
    Want grote mannen huilen niet,
    dat geldt dan ook voor jou,
    al hebben ze nog zo'n verdriet:
    een man is toch geen vrouw?

    Slaap maar rustig, slaap maar tot morgen,
    slaap maar tevreden,

    jij hebt nog geen zorgen,
    droom dat het maanlicht je streelt.
    Jij kent geen verdriet
    en de Westertoren speelt
    een wiegelied.

    En als je strakjes groter bent
    laat ik je alles zien,
    zodat je heel de stad dan kent
    en mooi vindt bovendien.
    Dan gaan we naar de haven toe,
    wij samen met z'n twee
    en ben je van het kijken moe
    dan droom je van de zee.

    Dan gaan we 's middags met lijn tien,
    die rijdt naar Artis toe,
    daar kan je vreemde beesten zien:
    een aap, een kaketoe.
    Maar 't vreemdste beest op heel de aard,
    hoe raar dat dan ook lijkt,
    dat is het beest dat je ontwaart
    als je in de spiegel kijkt.

    Slaap maar rustig, slaap maar tot morgen,
    slaap maar tevreden,
    jij hebt nog geen zorgen,
    droom dat het maanlicht je streelt.
    Jij kent geen verdriet
    en de Westertoren speelt
    een wiegelied

    Toen jij geboren werd, m'n kind,
    het was een koude nacht,
    liep ik te zingen in de wind
    langs de besneeuwde gracht.
    'k Ben zelf geboren in een nacht,
    in net zo'n nacht als jij,
    mijn vader heeft net zo gewacht
    en was ook even blij.

    Maar 't was een winter, koud en bang
    en zonder zonneschijn,
    die winter duurde vijf jaar lang,
    dat heeft zo moeten zijn.
    Voor jou schijnt elke dag de zon
    en voor ons allemaal.
    Als dat voorgoed zo blijven kon,
    was alles ideaal.

    Slaap maar rustig, slaap maar tot morgen,
    slaap maar tevreden,
    jij hebt nog geen zorgen,
    droom dat het maanlicht je streelt
    en dat de lente kwam…
    Hoor, de Westertoren speelt
    voor heel Amsterdam.


    Omhoog

    Bleke Lena

    Raymond van het Groenewoud
    Nekka Nacht VRT België, 1999
    Bleke Lena, ik had je zo graag eens gevoeld,
    maar jij zegt niet nee en niet ja.
    Bleke Lena, ik smeek je: kies mij toch uit.
    Kom naar mij, Bleke Leen, laat je gaan.

    Elke dag zie ik haar in 't café voorwaar,
    geschminkt en geolied zo fijn.
    Maar ik durf niets te zeggen tegen haar,
    ze is te mooi en ze [...] stil voor mij.

    Ze is zo breekbaar, ze lijkt wel van puur kristal,
    ze ruikt naar parfum van Dior.
    En ik houd met de dag steeds meer van haar,
    maar als ik bij haar ben, verveel ik me dood.

    Bleke Lena, ik smeek je: [...]
    maar jij zegt niet nee en niet ja.
    Bleke Lena, ik smeek je: kies mij toch uit.
    Kom naar mij, Bleke Leen, laat je gaan.

    Alle jongens van het dorp zijn verliefd op haar,
    ze voelen zich net zo als ik.
    En we vragen ons af: hoe speelt ze het klaar?
    Maar er is er geen een die het antwoord weet.

    En ondertussen zit zij daar maar in 't café
    en praat met haar beste vriendin.
    En dan gaat ze tenslotte naar huis alleen
    maar in gedachten gaan alle jongens met haar mee.

    Bleke Lena, ik had je zo graag eens gevoeld...

    Bleke Lena, ik had je zo graag eens gevoeld...


    Omhoog

    Bij het raam

    Boudewijn de Groot
    uit de film Feestje bouwen, 1962
    waarschijnlijk fragment
    Je mag me overal op straat ontwijken,
    je hoeft geen woord te zeggen als je dat graag wil.
    Je hoeft me zelfs niet eens meer aan te kijken.
    Als ik naast je loop, sta ik desnoods stil.

    Maar toch zou ik je een ding nog willen vragen,
    of je een keer met me mee wilt gaan.
    Kun je me niet meer een avondje verdragen?
    Daarna dring ik verder niet meer aan.

    Als je ja zegt, zal ik nooit om nog eens smeken,
    dan kun je rustig met een ander gaan.
    Als je nee zegt, zal ik me vroeg of later wreken,
    dan zal ik voor jou als held blijven bestaan.


    Omhoog

    Dann kommst du zu deiner Tante

    Boudewijn de Groot
    Van Frühstück in Berlin, 1994
    Goethe Instituut NL und Deutsch macht Spaß
    Nederlands artiesten zingen in het Duits.
    Dann kommst du zu deiner Tante
    und es ist wieder so weit
    du mußt wieder Hände schütteln
    immer der alte Scheiß.

    Danach Feuerwerkskörper anzünden
    und Sekt im Überfluß
    und auch noch Berliner
    dann ist jeder wieder o.k.

    Fröhliche Ostern
    Frohe Weinachten
    Happy New Year
    und noch viel mehr nämlich
    Happy Valentine's Day
    Herzlich gratuliert
    Schöner Geburtstag
    wenn ich dir das noch wünchen darf.

    Dann gibt es deinen Geburtstag
    der ist auch wieder Käse
    weil außer so vielen Geschenken
    draußen wieder der Regen scheint.

    Die Torte ist nicht ze fressen
    die Girlanden sind dufte
    und die Stimmung ist schon prima
    deshalb hältst de deinen Mund

    Dann kommst du zu deiner Tante
    und es ist wieder so weit
    du mußt wieder Hände schütteln
    immer der alte Scheiß.

    Danach Feuerwerkskörper anzünden
    und Sekt im Überfluß
    und auch noch Berliner.


    Omhoog

    (De) Kater

    Boudewijn de Groot
    Uit de film Feestje bouwen, 1962
    mogelijk fragment
    Dag kater, wat zit je te wachten,
    de mensen wachten op jou.
    Of ben je aan het eind van je krachten,
    verlaten, alleen in de kou?

    Zullen we verder lopen,
    samen, alleen langs de zee?
    Misschien kunnen wij je leven kopen
    in een land hier ver vandaan, ga je mee?

    Wij lopen, ik en de kater,
    ik ben op zoek naar een mens,
    een mens verloren in dit water,
    haar vinden is onze vurige wens.


    Omhoog

    De navel van mevrouw agent

    Le nombril d'une femme d'agent
    George Brassens
    vertaling: Lennaert Nijgh
    radioprogramma: Voor de overlevenden 10 september 1966
    Dat alle vrouwen die u kent
    een navel hebben, is geen wonder.
    En bij een vrouw van een agent
    is het eveneens niet zo bijzonder.
    Toch is het voorgevallen
    dat een heer van keurige positie
    de navel zien wou van een vrouw
    van een agent van de politie.

    Hij klaagde op zijn oude dag:
    dat ik nu al die lange jaren
    wel alle soorten navels zag
    die er te bedenken waren.
    Die van de vrouw van een bankier
    en andere heren met positie.
    Maar nooit de navel van een vrouw
    van een agent van de politie.

    Mijn vader zag de navel
    van een inspecteur zijn echtgenote.
    Mijn broer heeft eens de mooie
    van een burgemeestersvrouw genoten.
    Mijn zoon de navel van het lief
    van een minister van justitie.
    Maar ik zelfs nooit die van een vrouw
    van een agent van de politie.

    Zo klaagde deze brave vent
    over de zorgen die hem kwelden,
    tot eens een vrouw van een agent
    haar navel ter beschikking stelde.
    Zij sprak: nu komt er dan een eind
    aan die onhoudbare positie.
    Ik toon u de navel van een vrouw
    van een agent van de politie.

    Halleluja, riep de meneer,
    zijn er dan toch nog lieve mensen?
    Dankt allen onze lieve Heer
    voor het vervullen van mijn wensen.
    Toen dook hij onder haar japon
    omdat hij slechts in die positie
    de navel zien kon van een vrouw
    van een agent van de politie.

    Maar toen hij trachtte in een plooi
    van haar japon iets te ontwaren,
    viel de oude heer helaas ten prooi
    aan de voortgang zijner jaren.
    De dood, de dood, de dood nam hem
    in die merkwaardige positie.
    Hij zag nooit de navel van een vrouw
    van een agent van de politie.


    Omhoog

    Der Dreigroschenoper (Rijkdom en armoe)

    Bertold Brecht / Kurt Weill / vertaling: nn
    radioprogramma: NVV 60 Jaar 2 april 1966
    Oordeel zelf: is dit een leven?
    Mij interesseert die rotzooi al geen fluit.
    Als kind reeds heeft men mij de les gegeven:
    slechts wie in welstand leeft, die houdt het uit.

    Van grote mannen roemt men vaak het leven,
    ze zitten met een boek en lege maag
    in vale krotten waaraan ratten knagen.
    Ha, mijn portie kunnen ze aan Fikkie geven.

    Wie zo wil leven, gaat nou maar zijn gang,
    ik krijg er langzaam aan mijn buik van vol.
    Dit leven wordt toch zelfs een dier te dol,
    en dan verdraagt een mens het ook niet lang.

    Alleen aan vrijheid heb je ook geen fluit.
    Slechts wie in welstand leeft, die houdt het uit.

    Ik kon mezelf geheel en al begrijpen
    als ik me groot en edel zal te wensen.
    Maar tussen van die werkelijk grote mensen
    zat ik hem voor die grootheid toch te knijpen.

    Armoe brengt wijsheid, maar ook veel verdriet.
    En moet behalve roem ook bittere pijn.
    En zit je arm en eenzaam groot te zijn,
    bedenk dan als je die grootheid nu eens liet.

    Dan is het prompt met alle zorgen uit.
    Slechts wie in welstand leeft, die houdt het uit.


    Omhoog

    Door het hooggeboren koren

    The girl that stood beside me
    G. Stevens / vertaling: Harry Geelen
    60 Jaar Amusement 31 december 1966
    NB. Versie van Liesbeth List op de LP Pastorale
    Door het hooggeboren koren houdt dit hart,
    die bange haas, je woedend bij.
    Je hebt oren om te horen, hoor het slaan,
    dit hart, de jacht is nooit voorbij.

    Hoor de honden, hun gehuil komt naderbij.
    Hoor de hoorn, hij bazuint in bos en hei.
    Hoor de oorverdovend koperen schalmei.
    Nu het jachtseizoen geopend is,
    nu opent ook de jacht voorgoed op mij.

    Door het klaaglijk lage klaver
    en het boekweit loop je hijgend aan mijn zij.
    En het bloed bonst in je slapen,
    kijk je adem waast als witte mist voorbij.

    Hoor het lachen van hun koperen trompet.
    Kijk de prijs die op de hoofden is gezet.
    Hoor het krijsen aan hun koninklijk banket.
    Hoor de wind zingt in de wilgen
    van kwaadwilligen, je loopt zwijgend door met mij.

    Door het hooggeboren koren houdt dit hart,
    die bange haas, je angstig bij.


    Omhoog

    Een meneer hield van een jongen

    Le vieux monsieur et le jeune homme
    Gilbert Bécaud / vertaling: Lennaert Nijgh
    Pop-Art TV 25 februari 1966
    Een meneer hield van een jongen,
    maakt u zich vooral niet druk.
    Is het tot u doorgedrongen:
    iedere liefde brengt geluk.
    Want de boer houdt van zijn kippen
    en de slak houdt van zijn huis.
    En de vrome drukt zijn lippen
    aan een simpel houten kruis.

    Een meneer hield van een jongen,
    heus, dat is toch niets banaals.
    Luister niet naar kwade tongen,
    liefde is toch iets totaals.
    Ik wil echt niets insinueren,
    want ze hoorden bij elkaar.
    U zult me hopelijk excuseren
    als ik u details bespaar.

    Een meneer hield van een jongen
    maar liep er echt niet mee te koop.
    Ze gingen samen ongedwongen
    een avond naar de bioscoop.
    De kosten konden hem niets schelen,
    want meneer had geld voor twee.
    Hij hoefde niet als helaas velen
    op te treden voor tv.

    Een meneer hield van een jongen.
    Die meneer had als bankier
    met miljoenen omgesprongen,
    en de jongen was scholier.
    Hij vervulde al zijn wensen,
    wat ie wilde, kon ie doen.
    En u weet dat jonge mensen
    dolgraag gekke dingen doen.

    Een meneer hield van een jongen
    en ze liepen hand in hand.
    En ze dansten en ze sprongen
    zelfs tot in het buitenland.
    En ze liepen tot aan Rome.
    Raad eens wat ze samen doen.
    Bij Sint Pieter aangekomen,
    geven ze elkaar een zoen.

    Wat dacht u waarover ik had gezongen?
    Dacht u ook aan... ja?
    Nou ja, een meneer hield van een jongen,
    en die meneer was zijn papa.


    Omhoog

    Eeuwige jeugd

    Freek de Jonge / Boudewijn de Groot
    Gala van het Nederlandse lied, 2000
    Ooit liep mijn vader in de lente
    met mij naar het kleine meer.
    Hij liet me in het water kijken,
    ik zag mezelf als oude heer.
    De zomer vloog voorbij,
    mijn ogen traanden van de pijn,
    want een kind kan nog niet weten
    wat waterrimpelingen zijn.

    Toen de herfst begon te razen,
    liep ik alleen naar 't kleine meer.
    Bekeek mezelf in 't wilde water
    en zag mijn jongenstrekken weer.
    Wie weet dat zo'n rimpeling
    't gevolg is van de wind,
    die kan in de spiegel kijken
    en dan zichzelf weer zien als kind.

    Eeuwige jeugd is zonder spijt,
    geen flauw benul van plaats of tijd.
    Er is alleen maar heden,
    geen toekomst of verleden.
    zo lang me heugt: eeuwige jeugd.

    Nu is het wachten op de winter,
    niet alleen mijn haar wordt grijs.
    Ik zal naar 't kleine meer gaan
    om voet te zetten op het ijs.
    Het water zal mij dragen
    tot de winter 't weer verveelt.
    Dan zal ik zeker in de lente
    verdrinken in mijn spiegelbeeld.


    Omhoog

    Het einddoel

    Jan Rot / Boudewijn de Groot
    Live tour "Andere tijden", 2002-2003
    Toen ik wist waarom ik huilde
    Hier bij de overtoom.
    Wat mijn tranen zal vervuilen,
    Was de waarheid die ik loog.

    Nu lijk ik wel te dansen,
    Stevig vast en dan weer vrij.
    En al die tijd kijk ik naar jou,
    En jij verliefd naar mij.

    Toen ik wiste waarom ik leefde
    Werd de waarheid in je groot
    En toen ik wist waarom ik leefde,
    Was ik niet bang meer voor de dood.
    Ik was beschadigd moe en oud,
    Te vaak verongelijkt
    Nu veeg ik alle tranen weg
    Het einddoel is bereikt.

    Nu lijk ik wel te dansen,
    Terwijl de wereld kijkt.
    En veeg ik alle tranen weg,
    Het einddoel is bereikt.

    Nu veeg ik alle tranen weg,
    Het einddoel is bereikt.


    Omhoog

    Eindelijk Kerstmis

    tekstdichter en componist niet bekend
    radioprogramma Van goeden wille 25 december 1966
    Al wie rechts is, al wie rechts is
    haat wie links is.
    En iedereen die haat wie niks is.
    Dat is zo Hollands als een oliebol.

    Maar als het eindelijk Kerstmis is,
    eindelijk Kerstmis is,
    dan zwijgt de politiek
    en dansen bazen daar cheek to cheek.
    Vol van het kerstkonijn
    is het makkelijk lief te zijn
    tegen de mensen die je haat,
    is warm een mens [?].

    De katholiek haat de protestanten,
    de protestant haat de katholieken.
    De hindu haat de moslim
    en ieder heeft een hekel aan de jood.

    Maar als het eindelijk Kerstmis is,
    eindelijk Kerstmis is,
    voor de bisschop en de dominee
    en ook voor ingenieur Van Lee [?].
    dan kan het zelfs geen kwaad
    als je het bed ingaat
    met een ezel of een man die anders is.

    De rijke haat de arme
    en de arme haat de rijke.
    Zelfs is er haat tussen de gelijken
    zoals het hoort in Nederland.

    Maar als het eindelijk Kerstmis is,
    eindelijk Kerstmis is,
    houdt Amsterdam van Rotterdam
    gewoon omdat het Kerstmis is.
    En gedenk ook in uw wens
    een minderwaardig mens.
    Wees nou eens een dag aardig voor elkaar.
    Het duurt gelukkig niet het hele jaar.


    Omhoog

    Een fietstocht

    Jan Rot / Boudewijn de Groot
    Live tour "Andere tijden", 2002-2003
    Een fietstocht door het waterland,
    ik zing in avondrood
    Van twee bejaarden in de sneeuw,
    die wachten op de dood
    Als ik een jaar of tachtig ben,
    kom ik hier zeker terug,
    Ik weet dat ik dan prachtig ben,
    verweerd met kromme rug.

    Ik draag een wollen mutsje
    op een wijze kop van leer,
    Begin ineens te huilen
    want ik voel, ik kan niet meer.
    En dan neem jij de auto
    en je haalt me van het land,
    We rijden met z'n tweeën
    naar het westen, naar het strand.

    We zien de zon, we zien de zee,
    we kijken naar elkaar,
    Een laatste kus, een schietgebed,
    het afscheid valt niet zwaar.

    We zoeken een geschikte plek,
    vooruit en dan rechtsaf,
    we rijden zonder aarzeling
    in het ruime zeemansgraf.
    We kiezen een geschikte plek
    en kiezen voor de dood
    En vinden onze eeuwigheid
    bij het laatste avondrood.


    Omhoog

    Goed nieuws vandaag

    'It's good news week' / Hedgehoppers Anonymous, 1965
    tekstdichter, componist en vertaler niet bekend
    samen met René Lobo, Dick Poons, Martine Bijl en KarinKent
    fragment uit: Goed nieuws vandaag 10 mei 1966
    Goed nieuws vandaag:
    in de krant staat uitgebreid
    dat radioactiviteit
    alleen maar blaren geeft.

    Goed nieuws vandaag:
    voor wie langer leven wil
    bestaat er een lang-leven-pil.
    Rot weg terwijl u leeft.

    Ja we gaan vooruit,
    elke dag weer.
    Elke dag wat meer,
    elke dag een beetje meer.
    Elke dag een beetje meer.

    [Boudewijn:]
    Goed nieuws vandaag:
    hongersnood in India
    Verwoerd klaagt in Zuid-Afrika,
    [...] wou een kind.

    Goed nieuws vandaag:
    geboorteregeling, voor elk wat wils.
    De vrouw de pil, de man zijn pils.
    Er wordt steriel bemind.


    Omhoog

    Het broekje van Jantje

    Speenhof
    radioprogramma: NVV 60 jaar 2 april 1966

    Dit nummer werd lang geleden gezongen door Koos Speenhof en
    werd later op de plaat gezet door onder meer de Zangeres Zonder Naam en Dolf Brouwers.

    Er was eens een haveloos ventje,
    dat vroeg aan zijn moeder een broek.
    Maar moeder verdiende geen centje
    en vader was wekenlang zoek.
    Ach moeder, geef me geen standje,
    er zit in mijn broekie een scheur.
    De jongens op school roepen: Jantje,
    je billen die zien we d'r deur.

    De moeder werd ziek van de zorgen,
    lag stil en bedrukt in een hoek.
    Geen mens die haar centen wou borgen,
    maar Jantje die vroeg toch om zijn broek.
    Toen heeft ze haar rok uitgetrokken,
    de enigste die ze bezat.
    En ze maakte van stukken en brokken
    een broek voor haar enigste schat.

    Nou konden ze Jantje niet plagen,
    nou waren z'n billen niet bloot.
    Maar voor hij zijn broekie kon dragen,
    ging moeder van narigheid dood.
    Ze stierf van het sjouwen en slaven,
    vervloekt en verwenst door haar man.
    Toen Jantje haar mee ging begraven,
    toen had ie zijn broekie pas an.


    Omhoog

    Messing & Co

    Matthews & Son
    Cat Stevens / vertaling: nn
    60 Jaar amusement, 31 december 1966
    Tik tok tik,
    de prikklok klikt,
    bij Messing & Co,
    in flessen en zo.

    In dit nest van glas,
    sissend heet metaal,
    lijkt een lach een grimas
    en het daglicht vaal.

    Bij Messing & Co
    werk ik me zo
    krom voor dag en dauw.
    Krom van het bukken,
    krom van geluk en
    allemaal voor jou.

    Kies daarom Messing & Zoon,
    goed loon, goed loon.

    [opname afgebroken]


    Omhoog

    Picknick

    alternatieve versie
    Lennaert Nijgh / Boudewijn de Groot
    TV-programma Picknick 16 oktober 1967
    [begin opname ontbreekt]

    [vrouwenstem:]
    ...tijd van drie à vier jaar
    de droeve zanger heeft gezongen.
    Bewaakt het trouw, bepeinst het goed.
    want in lang is er niet zulk zuiver bloed
    uit een brekend dichterhart gesprongen.
    Bepeinst het goed en vergeet het niet
    want verstomd is van nu aan Boudewijns lied.
    Heb dank, o beroemde,
    voor de zilveren toon die zacht uw lip afviel,
    in het oor van uwen vriend.
    Goênacht.

    [Boudewijn:]
    Tot slot de blikken blazersband
    die meer dan honderd nummers kent,
    het goudgelokte lentekind speelt fluit.
    U was heel lief en joviaal,
    wij zijn u dankbaar allemaal.
    [vrouw:] En ook namens de ouders van de bruid.

    We gaven picknick
    voor de elfen en de feeën,
    voor de runderen en reeën,
    voor zijn tweeën, dank u zeer,
    u was fantastisch, goedenacht.


    Omhoog

    Resurrexit

    Lennaert Nijgh / Boudewijn de Groot
    radioprogramma: Vrolijk Pasen (?)maart 1968
    Hij heeft al veel te lang gewacht,
    hij heeft de gipsen eiernacht
    te lang al, veel te lang geproefd.
    Hij heeft zijn snavel opgeschroefd
    en boort zijn gaten naar het leven.
    De wijde wereld is van mij,
    de wijde wereld is van mij.

    En aan de tafel zit de man,
    heelman, halfman superwitte boeman,
    zijn lepel vol met keukenzout,
    zijn ochtendkom vol klatergoud.
    Slaakt dan kreten, niet te eten, bah, bah.

    Hij kraait victorie in zijn dop,
    hij heft zijn kale kuikenkop
    en kraait de schone tafel vol.
    De grote mensen slaan op hol.
    Het dode ei is aan het spreken.
    De wijde wereld is van mij,
    de wijde wereld is van mij.

    Met Pasen eet de mens een ei,
    hard ei, zacht ei, kakelkleurig paasei.
    Hij zeurt niet, hij doet wat hij moet,
    maar dit maal is het ei bebroed.
    Al die dagen niet te dragen, bah, bah.

    Het kuiken danst de tafel rond,
    de scherven vallen op de grond.
    Daar zingt de zilveren botervloot:
    ach Heer, verlos ons van de dood.
    De piepzak komt zijn strijdlied zingen,
    De wijde wereld is van mij,
    de wijde wereld is van mij.

    Zalig Pasen.
    Zalig Pasen.
    Zalig Pasen.
    Zalig Pasen.
    Zalig Pasen.


    Omhoog
    Terug