tekst: | Boudewijn de Groot |
muziek: | Boudewijn de Groot |
tabs: | Tim Cos |
Intro: A A Ze zeiden: bouw een toren tot aan de hemelpoort E Laat niemand er van horen en spreek daarbij geen woord. De noten waren mijn stenen, de melodie was mijn cement D A Je bouwt tenslotte met dat gene waarmee je gezegend bent A Priesters die me zagen, ze zegende m'n werk E Ik had niets te klagen, ze baden voor me in hun kerk Ik schreef in kalk, weet iemand tot hoever ik moet gaan? D A Ze zeiden dat weet niemand, 't ergens bovenaan D A Ik zweeg in alle talen en bouwde immer voort E D A Zou ik het kunnen halen tot aan de hemelpoort? A Paul Simon was de gene die vroeg waar ik mee bezig was E Hij gaf me een paar stenen en ging liggen in het gras Hij zei: wordt dit de hoogste toren ooit door mensenhand gemaakt? D A Dan weet je van te voren dat je wordt afgekraakt A Hoog gegrepen zinnen, theatrale melodie E Het lijkt heel wat daar binnen, maar het blijkt een parodie Achttien trage kraaien vlogen cirkels boven ons hoofd D A Je moet de leugen niet verdraaien, of je wordt niet meer geloofd D - Dsus4 - D - Dsus4 - A - Asus4 - A - Asus2 - A - D - Dsus4 - A D A Ik zweeg in alle talen en bouwde immer voort E D A Zou ik het kunnen halen tot aan de hemelpoort? A Mijn moeder schuifelde nader, ik heb er van gehoord E Je wilt naar God de Vader, achter de hemelpoort Ik hoop dat het niet waar is, zoiets is te profaan D D A Maar laat me weten als het klaar is, want alleen laat ik je niet gaan A Ik metselde mijn muren, duizend stenen in het rond E Het kon niet lang meer duren tot ik in de wolken stond Mijn moeder kon me niet meer horen, Paul Simon schudde 't hoofd D A Ik dacht je moet je niet laten storen door wie niet in je gelooft D A Ik zweeg in alle talen en bouwde immer voort E D A Zou ik het kunnen halen tot aan de hemelpoort? A De nacht begon te vallen, met sterren om me heen E De toren werd al smaller, want ik had te weinig steen Ik voelde dat ik niet verder kon op dit God verlaten uur D A Beneden me lag Babylon als glanzend zacht glazuur A Ik besloot m'n werk te staken, het werd een hopeloos karwei E Het had met godvrucht iets te maken, maar er kwam nog wat anders bij De toren hoefde niet vanaf de grond de hemelpoort te reiken D A D Maar ik wilde wel wanneer ik boven stond naar beneden durven kijken D A Ik schreeuwde: ik ga 't niet halen, maar ik werd niet gehoord E Men zweeg in alle talen, D A beneden in het land van Baal en achter de hemelpoort D - Dsus4 - D - Dsus4 - A - Asus4 - A - Asus2 - A - D - Dsus4 - A A - E - A - E
|
|