Boudewijn de Groot is niet alleen de schepper van een nieuw geluid binnen het
Nederland chanson, hij is ook een artiest met een hechte en
trouwe vriendenkring die zich ook in de jaren tachtig nog
altijd uitbreidt. "Vaak heb ik het gevoel," heeft Boudewijn
eens gezegd, "dat ik op m'n allerbest ben tijdens een
zaaloptreden. Ik heb behoefte aan publiek binnen handbereik,
dat is een uniek klankbord." Vandaar ook dat wij Boudewijn de
Groot in onze Star Collection laten horen in "live" opnamen.
Met een enthousiast reagerend publiek als decor rond het
repertoire waarmee de troubadour zich in de jaren zestig en
zeventig bij een miljoenpubliek in het geheugen haakte.
Zijn verhaal is bekend. Boudewijn de Groot, geboren in 1944 in een Japans interneringskamp bij het toenmalige Batavia (tegenwoordig: Djakarta), kwam kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog naar Nederland. Hij doorliep het lyceum, wilde daarna naar de filmacademie in Amsterdam, maar belandde tenslotte toch in de muziek. Voorgoed. En dat allemaal doordat de liedjes die hij samen met zijn vriend Lennaert Nijgh schreef zo anders dan anders waren, zo bijzonder van tekst en muziek. En vooral: omdat deze liedjes bij een breed publiek in de smaak vielen. Het begon met de debuutsingle "Strand", die insloeg als een bom; men herkende Boudewijns talent, stijl en voordracht en Lennaerts onmiskenbare vermogen tot het schrijven van poëtische teksten. Enige jaren later, in 1967 om precies te zijn, liet Boudewijn horen hoe met een Nederlandse tekst een sublieme balans bereikt kan worden tussen poëzie en diverse tinten humor. Van "Land van Maas en Waal" gingen meer dan 100.000 exemplaren over de toonbank. Een jaar later werd Boudewijn de Groot uitgeroepen tot Nederlands béste zanger.
Boudewijn is gedurende de jaren zeventig op de ingeslagen
artistieke weg doorgegaan. Hij ging ook teksten schrijven,
zich meer en meer verdiepen in muziek (wat zelfs een
muziekstudie in Amerika tot gevolg had), zijn repertoire nog
sterker uitbouwen. Vaak was het vele maanden stil rond de
zanger, maar dan verscheen ineens een langspeelplaat,
boordevol juweeltjes-van-liedjes. En wanneer hij incidenteel
op tournee ging, kon Boudewijn de Groot met volle teugen
genieten van het succes dat hem ten deel viel. Niet alleen in
eigen land, ook buiten de grenzen, in België.
Tijdens zijn grote najaarstournee 1981 werd het repertoire
vastgelegd dat meereist op deze langspeelplaat. Repertoire dat
Boudewijn zal blijven zingen, omdat het nooit echt zal
verouderen. En ook omdat het nadrukkelijk etaleert tot welk
een verrukkelijke hoogte het Nederlandstalig (luister)lied
zich heeft ontwikkeld.
|
|