Zes jaar geleden besliste TV1 een nieuwe politieserie te maken : “Flikken”. Het moest een goede serie worden. Zo goed dat we er 2, wellicht 3 jaargangen van zouden produceren… De serie ís goed geworden. Zo goed dat we ondertussen niet aan de tweede of derde jaargang zijn, maar aan de zesde! En daar zijn we best trots op! Vorig jaar – seizoen 5 dus – bewees “Flikken” meer dan ooit springlevend te zijn. De toch al populaire serie slaagde erin nog een pak extra kijkers aan te trekken : het marktaandeel steeg van 40 naar 48% ; gemiddeld keken 1.270.000 Vlamingen naar de belevenissen van Britt en haar collega’s. Deze zomer werd “Flikken” herhaald op vrijdag, zaterdag en zondag. En ook die herhalingen deden het prima. Zo belandde “Flikken” ondanks het late uitzenduur ook in de zomer geregeld in de top 3. Eén keer scoorden we zelfs een hat-trick en stond “Flikken” zowel op vrijdag, zaterdag als zondag op nummer 1. Wie er echt niet genoeg kon van krijgen, kon overigens ook terecht bij onze zuiderburen voor “Patrouille 101”, waar onze Gentse Flikken de boeven achterna gingen in het Frans. En ondertussen liep de serie ook bij de Tros, onze Nederlandse co-producent. Conclusie : als Vlaamse fictieserie wordt “Flikken” in de hele Benelux druk bekeken. Om hoeveel kijkers gaat het dan wel? Hoeveel mensen keken er naar “Flikken” sinds de start van de serie? Ik schat: bijna 200 miljoen. Even tellen: 65 afleveringen op antenne, goed voor minstens 65 miljoen kijkers. Plus 39 Herhalingen in de zomermaanden, goed voor minimum 20 miljoen kijkers. Tel daar nog eens 90 miljoen Nederlanders bij (ja, ook in Nederland doet “Flikken” het bijzonder goed). En daarbij de RTL-kijkers, waar serie 1 loopt (goed voor 300.000 kijkers per week). Tel daarbij tenslotte de kijkers van reeks 6 (soms moeten we mild zijn voor onszelf), je rondt dat cijfer af… en je hebt 200 miljoen. Maar goed, dat is het verleden. Voor ons ligt de toekomst. Die toekomst begint voor “Flikken” op zondag 5 september a.s. En ze ziet er schitterend uit. Want opnieuw heeft TV1 samen met MMG 13 boeiende, spannende en vaak ook ontroerende afleveringen geproduceerd. Net als vorig jaar maken enkele nieuwe personages hun opwachting. Er is de figuur van Robert Nieuwman, als profiler werkzaam voor de Nederlandse Rijkspolitie. Samen met onze Flikken gaat hij op zoek naar een seriemoordenaar, die in het Nederlandse en Vlaamse studentenmilieu ongenadig toeslaat. Niemand minder dan Boudewijn De Groot was bereid deze rol op zich te nemen. En daar zijn we geweldig gelukkig mee! Even later duikt ook Lieselot Winter op, een collega van de Jeugdbrigade die het Flikkenteam komt versterken. Dat nieuwe personage wordt gespeeld door Tine Van den Brande, ook te zien als hoofdcommissaris in “Witse”, die andere succesvolle politieserie van TV1. Het succes van “Flikken” beperkt zich niet tot het TV-scherm. Traditiegetrouw wordt in september de bekende Flikkendag georganiseerd (vorig jaar goed voor zo’n 100.000 bezoekers). DVD-box nummer 5 ligt binnenkort in de winkel. En op 31 augustus organiseren wij een HD-visie in Kinepolis Gent. Maar de belangrijkste afspraak die we met de Vlaamse kijker willen maken is 5 september. Want dan start de zesde jaargang van “Flikken”, goed voor 13 zondagen lang boeiend, spannend én ontspannend kijkplezier! Mark De Geest, programmamanager Flikken
![]() |
ROBERT W.(ILLEM) NIEUWMANis de Nederlandse profiler die het team bijstaat in zijn zoektocht naar een seriemoordenaar. Hij stelt een daderprofiel op, verzamelt en analyseert een massa gegevens en probeert zich zo volledig mogelijk in te leven in de gedachten van zowel slachtoffer als dader. Britt reageert aanvankelijk koel en ongelovig op de theorieën van Robert, maar geraakt steeds meer in de ban van zijn gereserveerde, mysterieuze charme.
“Profiling is geen wetenschap, maar een hulpmiddel.”
|
BRITT MICHIELS-VAN LANCKERzou nog onbezorgd van haar wittebroodsweken moeten genieten, maar de liefde voor haar echtgenoot en gezin wordt zwaar op de proef gesteld. Britt moet vaker overwerken dan wenselijk, ze vervreemdt van haar eigen dochter en zelfs de relatie met de immer geduldige en betrouwbare Johan verzuurt. Hij gaat zich jaloers en wantrouwig gedragen, en dat is niet helemaal zonder reden.
“Ik heb geen troost nodig.”
|
![]() |
![]() |
MEREL VANNESTEkrijgt steeds meer verantwoordelijkheid in het team en werkt zich stilaan op als een betrouwbaar leiderstype. Tijdens een actie met de interventietroepen ontmoet ze commissaris Tommy Desmit, een aantrekkelijke man met een aangename, vlotte babbel. Ze is er meteen weg van. Hij blijkt het soort kerel met wie een vrouw zich nooit verveelt. Algauw valt Merel dan ook van de ene verrassing in de andere.
“Hij overdrijft. Tommy heeft mij gewoon vastgeplakt en...”
|
LIESELOT WINTERHoofdinspecteur van de cel jeugdcriminaliteit moet het team op korte tijd twee keer bijspringen. Ze maakt daarbij twee keer indruk met haar efficiënte no-nonsense aanpak en haar scherpe tong. Wanneer Britt besluit om professioneel gas terug te nemen, wordt Winter aangezocht als de nieuwe partner van Merel. Ze hapt toe. Aanvankelijk vormen de twee dames een perfect speurdersduo.
“Ik hààààt dat als mensen vlak in mijn gezicht liegen.
|
![]() |
![]() |
RAYMOND JACOBSwil rustig uitbollen. Wanneer Carla hem echter een dronken ontboezeming doet, geraakt hij helemaal in de war. Hij is de enige van wie ze ooit echt gehouden heeft, beweert ze, en ze heeft er zo’n spijt van dat ze hem ooit gedumpt heeft. Raymond neemt het allemaal niet zo serieus, maar Carla is vastbesloten hem terug te winnen en gebruikt daarvoor alle trucs uit het boek. Geoorloofde en ongeoorloofde.
“Er is een jonge vrouw verliefd op mij. Dat is een cadeau, Pasmans.
Ik aanvaard dat cadeau.”
|
WILFRIED PASMANSzit in een goeie flow. Hij is gelukkig met zijn vriend Dominique, vervult met typerend enthousiasme zijn dagtaak, en blijft intussen de engelbewaarder en het geweten van zijn maat Raymond, zelfs wanneer die de gekste bokkensprongen maakt. Terwijl zijn collega’s onder hun liefdes- en andere perikelen gebukt gaan, zijn er momenten waarop hij de enige normale in het gezelschap lijkt.
“Mensen... ik ken de dader.”
|
![]() |
![]() |
BRUNO SOETAERTis een fervent voorstander van alle dingen die het leven voor een mens aangenamer maken, en dan nog het liefst zonder veel moeite. Ditmaal heeft hij zijn hoop gesteld op de lotto. Hij rekent op makkelijk verdiend geld om dat met veel plezier weer te kunnen uitgeven. En het lot is hem gunstige gezind! Alleen is het geld veel sneller op dan gedacht en werkt hij zich binnen de kortste keren diep in de puree.
“Inspecteur Soetaert, het heilig paterke van de Belfortstraat”
|
NICK DEBBAUTkrijgt een onfortuinlijke trap in een wel erg kwetsbaar lichaamsdeel en wendt zich na heel wat aarzelen tot Mihriban voor hulp. Dokter Mihriban verlost hem in luttele seconden van zijn pijn en - vooral - zijn gêne. Het is het begin van een toenadering tussen de twee, die alleen maar versterkt wordt wanneer ze zich samen bekommeren om Eva, een verward junkiemeisje met een triest verleden.
“Ik heb al geschud, maar het helpt niet.”
|
![]() |
![]() |
JOHN NAUWELAERTSkrijgt het zwaar te verduren in de eerste aflevering en moet een poos herstellen in het ziekenhuis. De immer bezorgde Bruno probeert voor zijn vader een medaille wegens moed en zelfopoffering te versieren en laat dan op een onbewaakt ogenblik het woordje ‘pensioen’ vallen. John reageert allergisch op het vooruitzicht ooit op inactief gezet te worden en staat binnen de kortste keren terug in het commissariaat.
“Ik kan er nog veel achter mij laten die jonger zijn.”
|
Hoe komt Boudewijn De Groot in “Flikken” terecht?
Ik werd gevraagd door producent Erwin Provoost. Waarom hij mij precies vroeg, heeft hij
eigenlijk nooit verteld, maar ik veronderstel dat mijn acteerwerk in de musical “Tsjechov”
en het theaterstuk “Anne Frank” en mijn uitstraling naar het publiek tijdens mijn
concerten de doorslag hebben gegeven.
Je speelt de rol van Robert Nieuwman. Wie is die nieuwe man in “Flikken”?
Robert Nieuwman is een Nederlandse profiler die het Gentse team komt versterken als het
geconfronteerd wordt met een seriemoordenaar. Hij is in Amerika opgeleid, waar “profiling”
(het opstellen van een psychologisch misdadigersprofiel op basis van alle beschikbare
informatie, nvdr) bij manier van spreken is uitgevonden. Nieuwman is één van de weinige
profilers in Europa. Hij is ervan overtuigd dat de Gentse politie te maken heeft met een
misdadiger die ook in Nederland opereert.
Hoe heb je je voorbereid op je rol?
Ik heb me door Bruce Moerman en Steven De Smet van de Gentse politie op sleeptouw
laten nemen om me "logistiek" voor te bereiden. En ik heb aandachtig gekeken naar
bijvoorbeeld "Profiler", een reeks die precies over zo’n profiler gaat, en naar "Crime
Night" op Discovery Channel, een documentaire reeks waarin vaak profilers aan bod komen.
Daarbij viel me op dat profilers heel gewone mensen zijn, zeker geen exotische types,
maar doorsnee personen. Het zijn vaak rustige figuren. Zo ook Robert Nieuwman. Hij wil
niet opvallen, noch in zijn voordeel, noch in z'n nadeel. Hij loopt er niet sjofel bij
zoals Columbo of draagt geen chique maatpak. Het is een gewone jongen.
De realiteit heeft helaas de fictie ingehaald. Vroeger waren seriemoordenaars iets dat
we kenden uit de Angelsaksische landen, uit Engeland of Amerika. In België is de zaak
Fourniret met de grensoverschrijdende seriemoorden in Frankrijk en Belgie nu
dagelijks nieuws. Kijk je tegenwoordig met andere ogen naar de nieuwsberichten?
Ik kijk er nu niet anders tegenaan. Ik kijk niet vanuit een research-oogpunt ofzo.
We werden er inderdaad al eerder mee geconfronteerd vanuit Amerika en Engeland. Wat wel
opvalt, is dat het nu zo dichtbij gebeurt, in onze achtertuin als het ware. Het lijkt een
symptoom van de tijd. Hetzelfde geldt voor oorlog en terrorisme, dat gebeurde vroeger
altijd ver weg. En dan begint er een oorlog in Joegoslavië, vlakbij. En is er
terreurdreiging in Nederland en België.
Horen moordenaars als Dutroux en Fourniret bij deze tijd?
Wat mij opvalt, is dat de maatschappij eerst heel geshockeerd reageert, maar dat na een
tijd toch een soort gewenning, onverschilligheid optreedt. De maatschappij stopt die
misdaden zo bij wijze van spreken zelf in de doofpot, terwijl ze juist dat in eerste
instantie aan de overheid verweet. Te veel angst na elkaar creëert een eigenaardige
"angstige paradox". Je raakt niet meer geschokt door dit soort feiten en dat vind ik een
gevaarlijke evolutie.
In het begin wordt Robert Nieuwman met argusogen bekeken. Een beetje een vreemde eend
in de bijt. Een Hollander tussen de Vlamingen. Dat geldt natuurlijk ook een beetje voor
jou als Nederlands acteur in een Vlaamse reeks, een Vlaams team. Hoe heb je dat ervaren?
Robert Nieuwman wordt inderdaad met argusogen bekeken, maar het tegendeel gold voor
mijn verwelkoming op de set van “Flikken”. Ik voelde geen enkele achterdocht, maar een
heel warm en open gevoel. Ik had helemaal niet de indruk dat ik me moest bewijzen. Ik
voelde me na een half uur al op mijn gemak, wat niet evident was, want ik had best wel
zenuwen. De combinatie van het acteren, waarin ik toch niet zo veel ervaring heb, en een
compleet nieuw team, maakte me toch wel wat onzeker. Ik heb normaal een paar uur nodig
om te ontdooien, maar bij “Flikken” voelde ik mij meteen thuis. Iedereen gaat hier heel
makkelijk met elkaar om. Ik kende nochtans niemand van de acteurs, enkel Andrea had ik al
eens eerder ontmoet.
Hoe evolueert de relatie tussen Robert en het team?
Robert wordt voornamelijk door Britt scheef bekeken. Die Nederlander moet zich eerst maar
eens bewijzen. Het team heeft hem niet nodig. Toch is er tijdens de eerste ontmoeting al
een onderhuids vonkje merkbaar. Britts argwaan voor Robert is eerder een soort angst om
zich bloot te geven. Ze is tenslotte pas getrouwd, maar voelt zich tot hem aangetrokken.
Dat brengt haar uit haar evenwicht.
Robert wordt beschreven als vlot, bedachtzaam in taal en beweging. Hoeveel
Boudewijn zit er in Robert?
Ik krijg vaak de opmerking dat ik heel traag ben in het formuleren van dingen. Dat is dus
een grote parallel tussen Boudewijn en Robert. Beiden proberen, als ze iets zeggen, het
zo duidelijk mogelijk te doen. En ze zijn beiden onzeker, alhoewel, ik denk dat Boudewijn
een stuk onzekerder is dan Robert. Die heeft immers de ervaring om in een team te werken,
om leiding te nemen. Hij is ook wat dominanter dan ikzelf. Robert noch ikzelf zijn
impulsief en we zijn allebei heel bedachtzaam in onze formuleringen en handelingen.
Wat dat betreft, is de rol dus op mijn lijf geschreven.
Acteren is niet nieuw voor jou. Eigenlijk liggen daar je roots, want je studeerde aan
de Amsterdamse filmacademie. In de jaren 90 speelde je mee in enkele films zoals "Affair
Play", waarin je een priester was, in "The Cold Light of Day" (ook over een
seriemoordenaar) en "Let the Music Dance" (over een componist). In 2001 zagen we je
in “Baantjer”. Je stond op het podium als Tsjechov en Otto Frank. Is acteren je tweede
grote liefde?
Die filmrollen waren telkens heel klein en in “Baantjer” speelde ik slechts een heel kort
scènetje. Dat waren geen uitgewerkte personages. Maar als Tsjechov en Otto Frank stond ik
wel 100 à 200 voorstellingen op de planken. Dat geeft je de kans om helemaal in het
personage te kruipen en het uit te werken. Dat maakt mijn rol bij “Flikken” ook zo fijn.
Doordat ik in de hele zesde reeks meedraai, heb ik er zelf ook veel meer aan en leer ik
ontzettend veel bij. Niet alleen in het acteren maar ook in mijn omgang met het team, de
camera's, het decor. En ja, ik heb zin in meer acteerwerk. Ik wil graag nog. Ik ben
gelukkig dat dit me overkomt.
Kan acteren de concurrentie met het componeren aan?
Ik zie het helemaal niet als concurrentie. Maar ik heb geen zin om enkel met muziek bezig
te zijn. Ik wil ook heel graag andere dingen doen. De musical “Tsjechov” was een
combinatie van muziek en acteerwerk, maar daarbuiten staan muziek en acteren voor mij
compleet los van elkaar. Ik heb voor het zingen veel geleerd van het acteren, vooral in
“Tsjechov” waar ik binnen een rol moest zingen. Maar de twee mogen in tijd ook niet door
elkaar lopen, want dat maakt het heel chaotisch, voor mij en voor mijn vrouw, die ook
mijn manager is. De eerste helft van volgend jaar ga ik weer als muzikant op tournee en
daarna hoop ik opnieuw te kunnen acteren.
Flikken is ook een heel groot succes in Nederland. Was je zelf een kijker?
Nee, ik had de reeks nog niet gezien toen ik gecontacteerd werd. Ik had een beetje
afgehaakt bij de Nederlandse politiereeksen. Er zijn er ook zo veel. En dan heb je ook
nog een overdaad aan Britse en Amerikaanse series.
Wat heeft jou dan over de streep gehaald?
Wel, Erwin Provoost bezorgde me drie reeksen op DVD. De eerste reeks overtuigde me niet
echt, maar zowel de personages als de regie evolueerden heel positief van reeks 1 naar 3.
De reeks werd volwassener, evenwichtiger. Toen dacht ik: daar wil ik aan mee doen.
De figuur van Robert Nieuwman brengt ook een soort rust en sereniteit in het team.
Het feit dat er een nieuw, ernstig personage zijn intrede doet in de reeks geeft ook wat
meer evenwicht aan de figuur van John Nauwelaerts, overigens schitterend vertolkt door
Jo De Meyere. John staat soms wat los van zijn team, op z'n eentje in zijn kantoor, geen
chef boven hem die, althans in de serie, een belangrijke rol vervult. De komst van Robert
maakt zijn personage wat minder eenzaam. Het geeft hem de kans om op een gelijkwaardig
niveau te communiceren. John is in eerste instantie nochtans helemaal niet zo happig op
Nieuwman, want die kijkt iets te geïnteresseerd naar Britt.
Heb je iets met politie- of misdaadseries?
Vroeger meer dan nu. "Hill Street Blues" en "NYPD Blue" vond ik heel goed. “Morse” heb ik
ook gevolgd. En “Kojak”, maar da's heel lang geleden.
Je vertaalde ooit zelf thrillers, met name van Stephen King. Heb je een speciaal zwak
voor King.
Neen, niet speciaal, die keuze was puur professioneel. Maar vroeger las ik wel vaak de
boeken van Frederic Forsyth en Adam Hall, maar dat zijn eerder spionagethrillers.
Vlaanderen houdt van de muzikant Boudewijn De Groot. Dat werd nog maar eens
bewezen tijdens het concert op 11 juli. En ik ben er zeker van dat de Flikkenkijkers ook
van Boudewijn als Robert Nieuwman gaan houden. Houdt Boudewijn ook van Vlaanderen?
Ja, heel veel zelfs. Ik heb een zwak voor Vlaanderen. Ik kom hier al 40 jaar. Ik kom in
Vlaanderen tot rust.
Verschilt Vlaanderen volgens jou dan zo erg van Nederland?
Wat mij betreft wel. België lijkt minder last te hebben van die mondiale tijdsgeest.
Mensen hebben hier nog respect voor elkaar. Ze zijn minder arrogant en agressief. Wat mij
steeds weer opvalt, is de overheersende vriendelijkheid. Vlamingen zijn minder macho,
minder gefrustreerd. De Nederlander staat sneller met de strenge vinger omhoog. Jammer
genoeg groeit in beide landen een dreigend discriminerend gevoel. Het suddert onderhuids.
Je vraagt je af waar dat naartoe gaat.
“Flikken” is ook onlosmakelijk verbonden met Gent. Kende je Gent vóór je rol in
“Flikken” en wat vind je van de stad?
Ja, natuurlijk ken ik Gent. Ik heb er heel vaak opgetreden en heb er zelfs gewoond in de
periode ‘68-’69. Ik heb er nog een lief gehad. Ik hou van Gent omdat het wat intiemer is.
Het is een studentenstad en dat creëert meteen een heel progressieve sfeer.
Om af te sluiten toch nog een muzikale vraag: Op de Flikkenset loopt heel wat
zangtalent rond, Andrea en Mark hebben / hadden hun eigen band, Wouter Van Lierde
is ook een podiumbeest. Hebben jullie wel eens samen gezongen na of tijdens de
opnames?
Nee, dat is tot nu toe nog niet gebeurd. En ik denk dat Mark dan het lied zal moeten
aanzetten, want dat is ongetwijfeld de meest uitbundige. Maar wie weet op de Flikkendag?
|
|