Toen Boudewijn de Groot drie jaar geleden centrale gast was op Nekka-Nacht, betekende dat
zowat een comeback voor de man. Verdronken vlinder, Testament, Als de rook om je hoofd is
verdwenen, Hoe sterk is de eenzame fietser... Het was al lang geleden. Maar de Nederlander
is sindsdien nauwelijks nog van de theaterplanken van uitverkochte zalen weg te branden.
"Het lijkt wel alsof ik terug naar mijn wortels wil," stelt hij zelf ietwat verbaasd vast.
Een mens verwacht steevast een zaal Tante Julia's of, om het met zijn eigen schampere woorden
te zeggen, "mensen die meenden het belangrijkste deel van hun leven in de jaren zestig te
moeten slijten, de hippies dus". Maar neen. Alle leeftijden spiegelen zich aan Een nieuwe
herfst, De Groots eerste plaat sinds 1984. Dramatisch, speels, melancholiek, ironisch,
episch en plastisch. Met zweempjes mystiek, want nooit rechttoe rechtaan, muzikaal noch
tekstueel. Het is altijd een beetje herfst in zijn universum, het jaargetijde van de
poëten en gevoelige kleuren. Van een "nieuwe" herfst is dus niet echt sprake. Want
Boudewijn de Groot is nog steeds de koning, dé Boudewijn de Groot, de eeuwige
liedjesman.
Boudewijn de Groot: "Ik ben een symbool van muziek van vroeger. Enfin, een symbool?
"Symbool" is zo uniek. Noem het "een exponent van een bepaalde periode". Hoe dan ook, veel
actueels hangt er niet om mij heen. Dat besef ik best. Maar ik ga kennelijk langer mee dan
ik zelf ooit gedacht had. Ik merk dat er aardig wat jonge mensen in de zalen zitten,
geboren nadat mijn bekendste platen uitgekomen zijn. En als ik dan zie dat iemand van
veertien nu nog geraakt kan worden door Testament, dan herkent die daar zeker niet de
gevoelens van de jaren zestig in maar iets tijdloos. Zou mijn werk dan toch een universele
snaar raken? Nu ja, ik was en ben er niet bang voor opnieuw op te treden. Er is tenslotte
weinig veranderd. Ja, het publiek ziet er wat anders uit, maar de mensen reageren in wezen
op dezelfde manier. En ook ik ben eigenlijk altijd dezelfde gebleven."
Hoewel, je bent ook misdaadromans gaan vertalen.
De Groot: "Als ik er de tijd voor heb. Het is leuk om doen. Het is begonnen toen ik een
roman las die zo abominabel vertaald was, dat ik wel zeker wist dat ik het beter kon. Ik
dus naar de uitgever en van het een kwam het ander. Het geeft alleszins een prettig gevoel
om je drie maanden op te sluiten in een kamertje en je helemaal onder te dompelen in de
wereld van Stephen King."
In wie van jouw leeftijdsgenoten herken je jezelf?
De Groot: "Misschien nog wel het meest in Bob Dylan. Als ik zijn carrière overschouw,
is het opvallend hoe je bij hem dezelfde dingen als dertig jaar geleden hoort. Dat stel ik
ook bij mezelf vast. Je begint ergens, je doet maar wat, je ondergaat allerlei invloeden
om je heen. En na een tijd sluit de cirkel. Je komt weer uit bij wie je zelf bent. Zonder
bagage, zonder invloeden. En dan blijkt: "Hé, geen haar veranderd."
|
|