Boek Voor de overlevenden

Lennaert Herman Nijgh: het verleden in een lederen jas

auteur: Boudewijn de Groot
geplaatst in: Voor de Overlevenden (uitgeverij De Bezige Bij), 1966

Als je lennaert herman nijgh
hierna lh te noemen
vraagt een lied te schrijven
over een hoge hoed
waar een goochelaar uitkomt
schrijft hij een lied
over zijn hoge hoed
waar hij zelf uitkomt,
met moeite want dat hoort.
of een lied over een hoge hoed
waar een konijn uitkomt
dat is niet te verhelpen.
hij praat over andere tijden-
niet voor hem.
je kan toch niet aan het huilen blijven.
ja, hij wel
vandaar.
lh, morgen zie ik grote broer.
moet ik nog iets zeggen?
want hij zal wel weer vragen
naar een lied in aleksandrijnen
of terzinen of nog moeilijker
schrijf maar wat over een hoge hoed
en zie maar wat er uit komt.

een onopvallend mens
die lh
zijn huid doet dan ook
alle moeite om de kleur aan te nemen
van de lucht om hem heen
en dat met die luchtvervuiling.
hoewel gesitueerd in een villawijk
waar lucht ongeïnfiltreerd nog bestaat
en hangt boven koele weiden
waar koeien en schapen een bijbelse
houding aannemen
en statige villabomen ruisen
hoewel gesitueerd in zo'n villawijk dus
trekt lh ieder jaar zuidwaarts
in de voetsporen van hooft heine en goethe
naar florence en rome
de goden lovend,
lh,
met italiaanse wijn
in koele roemers
verguld en versierd met de vrouw
eeuwig symbool van onbereikbaar genot
tenminste voor lh
die wandelend in wit satijnen gewaad
en scharlaken mantel
zijn eindeloze fantasie vult
met de zoete honing
en de wulpse bacchanalen
van het goddelijke onbereikbare verleden.

en thuis
door een waas van tranen
wordt vel na vel gevuld
met onvoorstelbare gedachten
hoewel ook het barre heden
beschreven wordt
gekraakt wordt
kontrasterend tegen zwoele voorbije tijden
en niemand die het merkt
en niemand die het merken wil
want lh is
tekstschrijver
meer niet.

lh droeg vroeger een lange lederen jas
op de solex
en sindsdien raakt niets hem meer.

er zijn mensen die muren optrekken
en er zonder moeite mee rondwandelen
hun hoofd er boven uit
en maar lachen
en niet met de ogen knipperen
zo iemand heb ik zien huilen
volle tranen
bij het overlijden
van zijn poes
dan was er dus een klein luikje
in die muur.

als morgen de wereld vergaat
ben ik daar de oorzaak van
als morgen de vogels niet meer zingen
en de bloemen alleen nog maar stelen zijn
en de bladeren bruin
en de wolken zwart
als morgen het water op de wereld stilstaat
en het graan plat ligt
en de sterren vallen
als morgen de wereld vergaat
dan ben ik daar de schuld van
want ik zal hemel en aarde bewegen
om hem te laten zeggen
wat hij te zeggen heeft.
lh onder behandeling
van een toverdokter
vanwege welig bloeiende neurozen
maar hij vervalst het recept
en neemt nu dagelijks
een niet te noemen dosis
tranen en drank
en is te vinden
ergens
in het amsterdamse neonleven
geen bezoek geen bloemen.

afscheid van lh
een afgrijselijk droombeeld
veroorzaakt door al te veel voorbeelden
en de narigheid om me heen.
maar in ieder geval zal ik terug denken
aan een tijd van ongelijkwaardige samenwerking
in zijn voordeel
aan een tijd van zweet en tranen
in mijn nadeel
aan een tijd van schuld omdat ik niet kon
wat hij kon.
hopelijk zal hij zich dan gouden bergen
vergaard hebben
en roem om in te zwelgen als eens nero
of liever niet als nero
maar betere helden hadden geen roem
evenmin als lh nu
en waarschijnlijk later.
maar het was een mooie tijd
niet alleen voor mij
ook voor u
daar zal ik aan denken als ik afscheid heb genomen
heb moeten nemen
van lh.

amsterdam, 18 augustus 1966


Omhoog
Terug