Boudewijn de Groot:

"Tijd van poëzie is voor mij voorbij"

auteur: Ruud Gortzak
geplaatst in: Volkskrant, 24 september 1975

HILVERSUM - "Ik vind Op losse groeven een vervelend programma. Het is een programma dat net zo vervelend is om naar te kijken als om in op te treden. Het is ontzettend oubollig, maar ik geloof wanneer mensen als ik nee gaan zeggen het ook inhoudelijk nooit wat wordt."

Dat zegt Boudewijn de Groot die zo af en toe in Losse groeven te vinden is en die niet weet naar welk ander programma hij met goed fatsoen zou kunnen uitwijken. Hij voegt eraan toe: Het is een plugprogramma. Ik maak platen om te laten verkopen.De maatschappij steeks daar geld in, heeft promotie- activiteiten. Onderdeel van die promotie is optreden in Op losse groeven. Daarom doe ik eraan mee, maar ik zou best eens een heel goed alternatief voor dit programma willen zien.

We praten met Boudewijn de Groot naar aanleiding van een aantal geruchten - hij zou Lennaert Nijgh, tot nu toe een vaste tekstleverancier, de laan hebben uitgestuurd en hij zou per 1 oktober voor geruime tijd naar Amerika vertrekken, omdat hij het hier allemaal niet meer ziet zitten - en naar aanleiding van zijn nieuwe langspeelplaat 'Waar ik woon en wie ik ben'. Een plaat waarop zijn fans twee jaar hebben moeten wachten.

Over Lennaert zegt hij: "Ik heb hem niet aan de kant gezet. Er staan alleen op mijn nieuwe plaat geen teksten van hem, omdat hij niet meer met teksten kwam die ik kon gebruiken. En wat Amerika betreft, ik ga er op 1 oktober voor zes weken heen. De reden is dat ik dat graag wil. Ik ben laatst voor een plaat naar Los Angeles geweest en heb er toen weinig gezien. Ik was er ook alleen. Nu ga ik met vrouw en kind om te kijken. Ik wilde er even uit, omdat de manier waarop ik tot nu toe bezig ben geweest als producer me niet meer bevredigde."

"Ik kon er ook even uit, omdat mijn contract dat mij aan Phonogram bond afloopt. Ik ga als ik terug ben als free-lancer werken. Op die manier kan ik makkelijker artiesten kiezen en artiesten mij. Bovendien heb ik dan niet meer de verplichting door te gaan ook als er geen mensen of muziek voor handen waren waarmee ik werken wilde. Ik moest dan wel concessies doen en die gingen dan toch te zwaar wegen. Zo zit dat."

Goed, dan maar naar je plaat. Op de hoes staat dat de teksten van René Daalder en Boudewijn de Groot, maar niet welke tekst René en welke Boudewijn schreef.

Boudewijn: "Alle teksten zijn dan ook door ons samen geschreven. René kende ik van de filmacademie. Hij belde me begin vorig jaar op dat hij eens met me wilde praten. Uit die informatieve gesprekken is het besluit gekomen samen een elpee te maken. Ik zag een aantal dingen waar ik vanaf wilde, die ik niet meer goed vond en het bleek dat mijn ideeën vrijwel parallel liepen met de zijne."
"René kan niet alleen werken. Ik ook niet. Uit onze gesprekken zijn dus eerst de onderwerpen voor de plaat gekomen en later de teksten waarbij we vanaf het begin ervan uit zijn gegaan dat de plaat veel persoonlijker moest worden."

Nu heb je op de plaat een nummer over de calypso. Wat heeft dat met jou te maken?

Boudewijn: "De plaat gaat ook over Nederland en in dat lied bezing ik de situatie dat de Nederlandse neger, uit Suriname en de Antillen, geen enkele invloed heeft gehad op de cultuur in dit land. De Nederlandse cultuur is in eerste instantie een Europese cultuur en in tweede instantie een Amerikaanse. De hele negercultuur die er in West-Indië is, heeft geen enkele invloed op onze cultuur gehad en dat verbaast me als je ziet hoe geweldig veel invloed de negers bijvoorbeeld op de Amerikaanse cultuur gehad hebben. Er zijn wel blanken die de blues zingen, maar we hebben geen Nederlandse blanken die de calypso zingen. Ik doe het nu en het was moeilijk genoeg."

Het volgende lied bevat de strofe: jullie houden van mijn muziek want die is niet escentriek en zegt iets over de gulden middenweg die bewandeld dient te worden.

Boudewijn: "Er zijn mensen die me verwijten dat ik daarmee het liberalisme omarm. Die willen me ter verantwoording roepen. Ik voel me op geen enkele manier verantwoording schuldig. Dit lied gaat over de angst voor extremiteiten bij Nederlanders. Ik zing ook een lied over de Nederlandse held. Dat gaat al evenzeer over de angst voor extremiteiten. Een held is hier iemand die een zeer algemeen leven leidt en een huis heeft waar je op zijn minst een glimp kunt opvangen van zijn privé-leven."

"Ik heb het al vaker gezegd, maar ik wil het wel eens herhalen, de koningin in hermelijn is in Nederland minder koningin dan wanneer ze op de fiets zit. Als je maar gewoon doet, dan is het goed. Het lied heeft wel degelijk te maken met mijn eigen situatie."

Een lied als Moeder, daarin zing je: Nederlands-Indië, mijn moeder, ik mis ze soms, maar ik weet er weinig van.

Boudewijn: "Dat klopt. Ik ben in 1944 in Indië geboren en in 1946 naar Nederland gekomen. Mijn moeder is in Indië overleden. Dit lied gaat minder over mijn moeder als over de nostalgische band met Indonesië. Indonesië hangt nog altijd als sfeer in mijn familie. Ik wilde daar graag over schrijven en natuurlijk over het niet hebben van een moeder houd je onwillekeurig ook bezig. Ik houd me bezig met tal van vragen. Hoe was ze, hoe zou ze geweest zijn als ze nu nog leefde? Dat soort dingen. Een Belgische verslaggever nam me kwalijk dat ik in dit lied niet over de maten van mijn moeder zong. Daar ben ik nou precies niet in geďnteresseerd."

De last van het verleden weegt loodzwaar op je rug, zoals je in een lied op je vorige plaat zingt.

Boudewijn: "Dat nummer gaat niet meer op. Dat ging over de angst van de onzekerheid. Daar laat ik het nu niet meer bij zitten. Die walging van het verleden, toen ik niets meer zag zitten waar ik mee bezig was als zanger en in mijn privé-leven is wel over."
"Een hele kant van de langspeelplaat is ontstaan uit gesprekken over de dingen waar ik vroeger mee bezig was, die kant zit vol met verwijzingen naar vroeger en hoe ik erover zing. Hoe dat was? Draaiend om de kern heen. Er bleef een visie in achterwege. Dat was allemaal beschrijvend en raakte me persoonlijk niet. Die oude platen maken niets duidelijk over mij, hoewel er misschien een parallel te trekken is tussen deze plaat en Voor de overlevenden."
"De plaat die het minst persoonlijk is en die in feite zo "plastic" is als maar mogelijk is, heet Picknick. Ik heb daarvoor Lennaert gemanipuleerd tot het schrijven van teksten die in het teken van de tijd van de flower power etc. ervan stonden. Ik heb arrangeur Bert Paige gemanipuleerd tot arrangementen die de teksten geheel verdoezelden en tenslotte heb ik producer Tony Vos gemanipuleerd naar het gebruiken van allerlei elektronische foefjes. Enfin, het was een ervaring en het enige wat ik er nog mee te maken wil hebben is die ervaring."

Heb je enig idee wie geďnteresseerd is in je nieuwe plaat?"

Boudewijn: "Mijn fans, een ontzettend gemęleerd gezelschap waarvan ik geen exact beeld kan krijgen. Maar de plaat is in eerste instantie bedoeld voor de fans. Ik onderga veranderingen waar ze moeite mee hebben en ik verklaar ze nu hard en agressief, vriendelijk en bescheiden en met een uiterste aan eerlijkheid en openheid. Ik vind dat ze er recht op hebben als ik ze nu alweer tien jaar als een Lorelei in travestie heb bezig gehouden."
"Ik wend me nu tot de fans dat die veranderingen er zijn. Dat de tijd van poëzie en dromerij voorbij is. Dat maak ik in een liedje met een verkrachtingsscene duidelijk. Een volgend lied, Wegen, bezingt mij als ik op weg ben naar alle fans en zegt dat ik toch bij ze wil blijven. Die hele plaat is één geheel. Je kunt de nummers ervan eigenlijk niet afzonderlijk bekijken. Ze hebben allemaal met elkaar te maken. En allemaal met mij. Alles wat erop staat, is op zijn minst waar, het wordt nergens symbolisch."

Ik heb ergens gelezen dat je toen de plaat er eenmaal was toch wat teleurgesteld was.

Boudewijn: "Er staan op deze plaat minder instrumenten dan op mijn vorige, maar ik was eigenlijk liever nog verder gegaan en had het liefst alleen gitaarbegeleiding gehad. Ik vond het met de gitaar spontaner en eerlijker klinken dan nu en heb me aan meer instrumenten overgegeven uit angst om saai te zijn. Een beetje bassen, wat slagwerk erbij maakt het lekkerder, denkt de producer in mij en dan komt er toch te veel op.
René Daalder heeft tegen mij gezegd: je zou zo'n plaat eigenlijk op je kamer op banden op moeten nemen en dan naar de maatschappij moeten gaan met de mededeling, hier is het produkt. Achteraf gezien ben ik dat helemaal eens met René.Maar ik durf er nog niet aan te beginnen."


Omhoog
Terug