"Lang haar?" Boudewijn de Groot lijkt verbaasd, alsof zijn haar wekelijks bij de kapper gemillimeterd wordt in plaats van een flink stuk naar zijn schouders te wijzen. "Het is nog maar de vraag of ik mijn haar te lang draag. Té lang, dan... Nou ja, ik geef toe: het IS lang. Maar dat is op dit moment toch geen variété, geen bezienswaardigheid meer? Niemand kijkt meer om als ik op straat loop. Vroeger, tóen nog wel. Maar een vriend had het toen zo, en ik moest het uiteraard daarom óók hebben, naäpen. Dat is al zo'n zes, zeven jaar geleden. Toen al had ik 't, voordat, lang voordat het een soort mode werd. Toen was het ook nog een protest tegen mijn ouders en er kwam natuurlijk ook wel ijdelheid bij. Ik vond 't mooi, nog steeds trouwens."
In die zes, zeven jaar is Boudewijn de Groot veranderd. Hij is
BOUDEWIJN DE GROOT geworden. Hij is bekend, beroemd geworden.
Hij is getrouwd en heeft een zoontje, Michel, en een vrouw,
Anneke, die het natuurlijk eens is met het lange haar. Maar
van een protest tegen zijn ouders, van "naäpen" is nu
geen sprake meer. "Alleen de ijdelheid is gebleven. Ik zou
niet meer zónder kunnen. Ik zou mij geen houding weten
te geven met kort haar. Ik vind dat het mij een stuk beter
staat. Tenslotte kleedt en gedraagt ieder mens zich, zoals het
hem 't best staat, zodat-ie het voordeligst uitkomt. Wat
helemaal niet betekent dat ik jongens met kort haar lelijk
vind. Het is voor elk geval verschillend. Sommigen staat het
wèl, anderen niet. Jij, bijvoorbeeld (tegen TeleViziers
journalist) als jij met lang haar zou komen, zou ik me
rotlachen." Het lange haar van een lange reeks tieneridolen,
en ook van Boudewijn, heeft een rage teweeg gebracht. Een
groot deel jonge mensen gaat naar school, zit op de bakfiets,
staat achter de toonbank met het lange haar, waarmee Boudewijn
al zo'n zes, zeven jaar geleden begon. Ze menen, terecht, dat
Simson en Michiel de Ruyter door hun lange haar niet
plotseling verwijfd werden. En dat er dus ook in 1966 geen
reden is om een jongen met haar tot de schouders een
slappeling te noemen. Ze vinden, terecht, dat gewassen lang
haar even schoon is als gewassen kort haar en dat het dus niet
beslist "goor" hoeft te zijn. En ze menen, terecht, dat onder
lang haar niet minder of meer hersenen hoeven te zitten als
onder gemillimeterde stoppels. Omdat nu eenmaal je
intelligentie niet in je haar zit... En zo werd dat lange
haar, nog maar kort geleden een soort "variété"
- zoals Boudewijn zegt - nu een "statussymbool" van jeugd.
Waar uiteraard de commercie uitgebreid gebruik van maakt,
zoals ook een tieneridool, dat zichzelf respecteert,
nauwelijks meer met kort haar de Bühne kan opkomen. "Het
is inderdaad ook een stukje van je populariteit," geeft
Boudewijn toe. "Je bent "in" bij een bepaald publiek, bij een
bepaalde groep mensen, als ie in hun straatje past. En daar
hoort je haar ook bij. Wat overigens niet wil zeggen, dat je
je haar maar lang moet laten groeien om "in" te worden. Dat
zit niet alleen in uiterlijke dingen, uiteraard. Stel dat de
hele ministerraad, met Cals voorop en goed, óók
met Luns, het haar zou laten groeien. Misschien worden ze er
inderdaad wel mooier door. Maar ik zou het toch een beetje
argwanend bekijken. Als ze het doen om wat meer "in" te zijn,
kunnen ze het van mij laten...'
Met of zonder lang haar, Boudewijn heeft het klaar gespeeld om
"in" te worden. En de onbekende leerling van de Filmacademie
in Amterdam, die "Per ongeluk" eens een liedje zong in een
filmpje van een vriend, werd een ster. Zijn opvattingen van
het leven, de manier waarop hij met vrienden en kennissen uit
zijn kringetje omgaat, is er overigens geen cent door
veranderd. Nog steeds is hij een jongen, die eerder een
verlegen indruk maakt dan een geroutineerde. Hij lijkt slecht
uit zijn woorden te kunnen komen, maar wie even dieper
doorgraaft, merkt dat Boudewijn de Groot achter die
verlegenheid niet minder goed weet wat-ie wil, wat-ie denkt.
Moeilijk maar zorgvuldig, hakkelend, zèlf met geen
woord tevreden, probeert hij zijn meningen uit te leggen. Die
verlegenheid is er overigens de oorzaak van geweest dat hij in
vele interviews nauwelijks of niet "uit de verf" kwam. Omdat
het aandacht en goede wil vraagt de genuanceerde meningen van
de troubadour van "Een meisje van zestien", maar ook van
"Vrijgezel" en "Meneer de President" te begrijpen. Zo werden
"Protestzangers" in het algemeen en Boudewijn in het bijzonder
aangevallen, omdat zij voor hun aanvallen op maatschappij en
overheid geld ontvingen, omdat idolen ais Bob Dylan, Joan Baez
en Boudewijn de Groot fikse bedragen ontvingen voor liedjes
als "Meneer de President". Men vond, dat ie ie niet moet laten
betalen voor je principes en meningen, Zonder te bedenken dat
elke cabaretier, dat Sieto Hoving, Jaap van de Merwe, Wim Kan
ook hun opinie niet gratis aan hun publiek meedelen. Omdat
het... hun beroep is om die mening in komische of dramatische
verpakking te verkopen.
En Boudewijn zegt over de aanvallen die op hem werden
ondernomen om 'Meneer de President': "Er wordt inderdaad veel
gezegd, dat protestzangers geld verdienen aan hun liedje en
daar wordt dan hevig tegen... geprotesteerd. Dat is kolder,
heus. Ik ben bijvoorbeeld al geen Protestzanger. Ik ben
zanger, cabaretier, en ik heb een repertoire, dat voor alleen
een heel klein deel uit protestliedjes bestaat. Verder zing ik
cabaret, chansons en met dat hele repertoire verdien ik mijn
brood. 'Meneer de President' stond een tijdje op de hitparade.
Daar heb ik hem niet opgezet, daar draag ik geen schuld voor,
dat nou uitgerekend een protestliedje zo goed werd verkocht.
Natuurlijk, ik ben er blij om, want het betekent dat mijn
mening over Johnson door heel, heel veel mensen wordt gehoord,
dat velen erachter staan. Maar moet ik daarom zeggen: Mensen,
alsjeblieft kóóp dat ding niet? Ik heb een
gezin, goddank, en ik kan eindelijk eens wat voor mijn vrouw
en kind kopen. Niet alleen door 'Meneer de President'.
Oók door 'Het Meisje van Zestien', dat ervoor al op de
hitparade stond en dat géén protestliedje was.
Het gaat er, vind ik, verder om wat je met je geld doet."
Wat Boudewijn met het geld doet, dat bij met zijn grote
repertoire verdient, merkten miljoenen televisiekijkers naar
de VPRO-uitzending 'Ton d'r op', want hij stelde maar liefst
de hele onbrengst van zijn langspeelplaat ter beschikking van
de actie. Dat was niet gering, want die plaat was een van de
bestverkochte van het afgelopen jaar. Zo kon Boudewijn de
Groot met zijn liedjes - en een klein beetje dus door "Meneer
de President" - kleurlingen in Zuid-Afrika bijstaan in hun
strijd tegen discriminerend onrecht. Toch: "Ik heb niet
gedacht: ik ben protestzanger, dus ik moet wel effe laten
blijken, dat ik ook tegen apartheid ben. Nee, ik ben voor
èn tegen vele dingen. Tegen dit en tegen dat en onder
meer tegen apartheid. En daarom zing ik protestliedjes, dat is
net andersom dus. Doordat ik een bepaald karakter heb,
protesteer ik in liedjes tegen verschillende zaken èn
kom ik ertoe om geld te geven aan een actie als 'Ton d'r
op'."
Op dit moment is een nieuwe langspeelplaat in voorbereiding
met twaalf splinternieuwe liedjes, en dit keer zijn ze
allemaal geschreven door die twee jonge mensen, die samen het
afgelopen seizoen zo'n enorme carrière maakten. Een
leerling van de Amsterdamse Filmacademie, Lennaert Nijgh, en
een ex-leerling, Boudewijn de Groot. Hoewel de plaat dezer
dagen werd opgenomen, komt hij pas in de herfst op de markt.
En zoals Boudewijn nu een hecht team heeft gevormd met
Lennaert, zo heeft hij het ook gedaan met producer Tony Vos,
die ook de nieuwe plaat voor zijn rekening neemt. Vele liedies
van de plaat werden intussen het middelpunt van een heel
bijzonder televisieprogramma, dat Boudewijn opnam met dezelfde
regisseur en producer, die de meeste liedjes van zijn vorige
langspeler op het scherm bracht: VPRO's Rob Touber. En zo ligt
er nu in de "ijskast" van de VPRO een ampex-band en in de
kluis van Philips een langspeelplaat, die grote homogeniteit
vertonen doordat een groepje jonge mensen er met intelligentie
en hart achter gingen staan. Een groepje dat elkaar
kènt en begrijpt. En da's nodig bij Boudewijn de Groot,
want hij is een van de weinige gasten van de hitparade, die
hun "klanten" vragen om goed en aandachtig te luisteren, niet
alleen naar een melodie, een ritme, maar ook naar een tekst.
|
|