Boudewijn de Groot

wil dat de mensen luisteren

auteur: Rob van Proost
geplaatst in: TeleVizier, 1966

"Lang haar?" Boudewijn de Groot lijkt verbaasd, alsof zijn haar wekelijks bij de kapper gemillimeterd wordt in plaats van een flink stuk naar zijn schouders te wijzen. "Het is nog maar de vraag of ik mijn haar te lang draag. Té lang, dan... Nou ja, ik geef toe: het IS lang. Maar dat is op dit moment toch geen variété, geen bezienswaardigheid meer? Niemand kijkt meer om als ik op straat loop. Vroeger, tóen nog wel. Maar een vriend had het toen zo, en ik moest het uiteraard daarom óók hebben, naäpen. Dat is al zo'n zes, zeven jaar geleden. Toen al had ik 't, voordat, lang voordat het een soort mode werd. Toen was het ook nog een protest tegen mijn ouders en er kwam natuurlijk ook wel ijdelheid bij. Ik vond 't mooi, nog steeds trouwens."

In die zes, zeven jaar is Boudewijn de Groot veranderd. Hij is BOUDEWIJN DE GROOT geworden. Hij is bekend, beroemd geworden. Hij is getrouwd en heeft een zoontje, Michel, en een vrouw, Anneke, die het natuurlijk eens is met het lange haar. Maar van een protest tegen zijn ouders, van "naäpen" is nu geen sprake meer. "Alleen de ijdelheid is gebleven. Ik zou niet meer zónder kunnen. Ik zou mij geen houding weten te geven met kort haar. Ik vind dat het mij een stuk beter staat. Tenslotte kleedt en gedraagt ieder mens zich, zoals het hem 't best staat, zodat-ie het voordeligst uitkomt. Wat helemaal niet betekent dat ik jongens met kort haar lelijk vind. Het is voor elk geval verschillend. Sommigen staat het wèl, anderen niet. Jij, bijvoorbeeld (tegen TeleViziers journalist) als jij met lang haar zou komen, zou ik me rotlachen." Het lange haar van een lange reeks tieneridolen, en ook van Boudewijn, heeft een rage teweeg gebracht. Een groot deel jonge mensen gaat naar school, zit op de bakfiets, staat achter de toonbank met het lange haar, waarmee Boudewijn al zo'n zes, zeven jaar geleden begon. Ze menen, terecht, dat Simson en Michiel de Ruyter door hun lange haar niet plotseling verwijfd werden. En dat er dus ook in 1966 geen reden is om een jongen met haar tot de schouders een slappeling te noemen. Ze vinden, terecht, dat gewassen lang haar even schoon is als gewassen kort haar en dat het dus niet beslist "goor" hoeft te zijn. En ze menen, terecht, dat onder lang haar niet minder of meer hersenen hoeven te zitten als onder gemillimeterde stoppels. Omdat nu eenmaal je intelligentie niet in je haar zit... En zo werd dat lange haar, nog maar kort geleden een soort "variété" - zoals Boudewijn zegt - nu een "statussymbool" van jeugd. Waar uiteraard de commercie uitgebreid gebruik van maakt, zoals ook een tieneridool, dat zichzelf respecteert, nauwelijks meer met kort haar de Bühne kan opkomen. "Het is inderdaad ook een stukje van je populariteit," geeft Boudewijn toe. "Je bent "in" bij een bepaald publiek, bij een bepaalde groep mensen, als ie in hun straatje past. En daar hoort je haar ook bij. Wat overigens niet wil zeggen, dat je je haar maar lang moet laten groeien om "in" te worden. Dat zit niet alleen in uiterlijke dingen, uiteraard. Stel dat de hele ministerraad, met Cals voorop en goed, óók met Luns, het haar zou laten groeien. Misschien worden ze er inderdaad wel mooier door. Maar ik zou het toch een beetje argwanend bekijken. Als ze het doen om wat meer "in" te zijn, kunnen ze het van mij laten...'
Met of zonder lang haar, Boudewijn heeft het klaar gespeeld om "in" te worden. En de onbekende leerling van de Filmacademie in Amterdam, die "Per ongeluk" eens een liedje zong in een filmpje van een vriend, werd een ster. Zijn opvattingen van het leven, de manier waarop hij met vrienden en kennissen uit zijn kringetje omgaat, is er overigens geen cent door veranderd. Nog steeds is hij een jongen, die eerder een verlegen indruk maakt dan een geroutineerde. Hij lijkt slecht uit zijn woorden te kunnen komen, maar wie even dieper doorgraaft, merkt dat Boudewijn de Groot achter die verlegenheid niet minder goed weet wat-ie wil, wat-ie denkt. Moeilijk maar zorgvuldig, hakkelend, zèlf met geen woord tevreden, probeert hij zijn meningen uit te leggen. Die verlegenheid is er overigens de oorzaak van geweest dat hij in vele interviews nauwelijks of niet "uit de verf" kwam. Omdat het aandacht en goede wil vraagt de genuanceerde meningen van de troubadour van "Een meisje van zestien", maar ook van "Vrijgezel" en "Meneer de President" te begrijpen. Zo werden "Protestzangers" in het algemeen en Boudewijn in het bijzonder aangevallen, omdat zij voor hun aanvallen op maatschappij en overheid geld ontvingen, omdat idolen ais Bob Dylan, Joan Baez en Boudewijn de Groot fikse bedragen ontvingen voor liedjes als "Meneer de President". Men vond, dat ie ie niet moet laten betalen voor je principes en meningen, Zonder te bedenken dat elke cabaretier, dat Sieto Hoving, Jaap van de Merwe, Wim Kan ook hun opinie niet gratis aan hun publiek meedelen. Omdat het... hun beroep is om die mening in komische of dramatische verpakking te verkopen.
En Boudewijn zegt over de aanvallen die op hem werden ondernomen om 'Meneer de President': "Er wordt inderdaad veel gezegd, dat protestzangers geld verdienen aan hun liedje en daar wordt dan hevig tegen... geprotesteerd. Dat is kolder, heus. Ik ben bijvoorbeeld al geen Protestzanger. Ik ben zanger, cabaretier, en ik heb een repertoire, dat voor alleen een heel klein deel uit protestliedjes bestaat. Verder zing ik cabaret, chansons en met dat hele repertoire verdien ik mijn brood. 'Meneer de President' stond een tijdje op de hitparade. Daar heb ik hem niet opgezet, daar draag ik geen schuld voor, dat nou uitgerekend een protestliedje zo goed werd verkocht. Natuurlijk, ik ben er blij om, want het betekent dat mijn mening over Johnson door heel, heel veel mensen wordt gehoord, dat velen erachter staan. Maar moet ik daarom zeggen: Mensen, alsjeblieft kóóp dat ding niet? Ik heb een gezin, goddank, en ik kan eindelijk eens wat voor mijn vrouw en kind kopen. Niet alleen door 'Meneer de President'. Oók door 'Het Meisje van Zestien', dat ervoor al op de hitparade stond en dat géén protestliedje was. Het gaat er, vind ik, verder om wat je met je geld doet."
Wat Boudewijn met het geld doet, dat bij met zijn grote repertoire verdient, merkten miljoenen televisiekijkers naar de VPRO-uitzending 'Ton d'r op', want hij stelde maar liefst de hele onbrengst van zijn langspeelplaat ter beschikking van de actie. Dat was niet gering, want die plaat was een van de bestverkochte van het afgelopen jaar. Zo kon Boudewijn de Groot met zijn liedjes - en een klein beetje dus door "Meneer de President" - kleurlingen in Zuid-Afrika bijstaan in hun strijd tegen discriminerend onrecht. Toch: "Ik heb niet gedacht: ik ben protestzanger, dus ik moet wel effe laten blijken, dat ik ook tegen apartheid ben. Nee, ik ben voor èn tegen vele dingen. Tegen dit en tegen dat en onder meer tegen apartheid. En daarom zing ik protestliedjes, dat is net andersom dus. Doordat ik een bepaald karakter heb, protesteer ik in liedjes tegen verschillende zaken èn kom ik ertoe om geld te geven aan een actie als 'Ton d'r op'."
Op dit moment is een nieuwe langspeelplaat in voorbereiding met twaalf splinternieuwe liedjes, en dit keer zijn ze allemaal geschreven door die twee jonge mensen, die samen het afgelopen seizoen zo'n enorme carrière maakten. Een leerling van de Amsterdamse Filmacademie, Lennaert Nijgh, en een ex-leerling, Boudewijn de Groot. Hoewel de plaat dezer dagen werd opgenomen, komt hij pas in de herfst op de markt. En zoals Boudewijn nu een hecht team heeft gevormd met Lennaert, zo heeft hij het ook gedaan met producer Tony Vos, die ook de nieuwe plaat voor zijn rekening neemt. Vele liedies van de plaat werden intussen het middelpunt van een heel bijzonder televisieprogramma, dat Boudewijn opnam met dezelfde regisseur en producer, die de meeste liedjes van zijn vorige langspeler op het scherm bracht: VPRO's Rob Touber. En zo ligt er nu in de "ijskast" van de VPRO een ampex-band en in de kluis van Philips een langspeelplaat, die grote homogeniteit vertonen doordat een groepje jonge mensen er met intelligentie en hart achter gingen staan. Een groepje dat elkaar kènt en begrijpt. En da's nodig bij Boudewijn de Groot, want hij is een van de weinige gasten van de hitparade, die hun "klanten" vragen om goed en aandachtig te luisteren, niet alleen naar een melodie, een ritme, maar ook naar een tekst.

De oorspronkelijke spelling is aangehouden.


Omhoog
Terug