Hee Boudewijn

auteur: Rob Croese
geplaatst in: omroepblad/mogelijk VARA-gids, 1966

BOUDEWIJN DE GROOT. Een lange jongen, die verlegen lijkt, maar het om de drommel niet is. Terwijl zijn platen nu de Nederlandse hitparade bereiken, brachten ze hem een jaar geleden nog geen sou op. En nog maar vier jaar geleden had hij nooit van zijn leven gezongen. Toen zag hij zijn toekomst alleen nog maar als cineast en ijverig bracht hij de dagen door als leerling van de Amsterdamse filmacademie. Door een toeval, dat overigens al in vele interviews is vermeld, werd toen zijn talent voor het chanson ontdekt door zijn vriend Lennaert Nijgh.

"Lennaert en ik kenden elkaar al van de lagere school. Maar later zijn we elkaar uit het oog verloren en eigenlijk raakten we pas op de filmacademie weer bevriend. Lennaert was toen aan een filmpje bezig, "Feestje bouwen" heette het, en hij zocht een jongen, die liedjes zong. Je weet wel, zo'n zanger die romantisch onder het balkon ouderwets stond te doen. En toevallig was ik in die tijd juist wat aan het proberen met een gitaar, min of meer geinspireerd door Jaap Fischer. En daarom heeft hij mij toen genomen voor zijn film. Het was trouwens de eerste keer, dat-ie een liedje schreef, "Aan het strand", en alweer door een toeval trok dat twee jaar later de aandacht van een televisieman, van Ed Lautenschlager".
Zo is Boudewijn de Groot in "het chanson" terechtgekomen. En omdat ie een moderne jongen is, heeft hij zich niet beperkt tot cabareteske chansons-bij-de-gitaar, maar heeft hij zich laten inspireren door idolen van de platenkopende jeugd als bijvoorbeeld Bob Dylan en Donovan. Terwijl hij enkele jaren lang geen droog brood verdiende met zijn liedjes, en hij daarom halve dagen bij een warenhuis in het magazijn werkte om vrouw Anneke en kind Marcel in leven te houden, maakte hij eind vorig jaar een plaatje, dat hem in korte tijd succes, werk en dus ook een beter inkomen bezorgde. Phonogram kwam hem Aznavours
"Une enfant" aanbieden, dat in Anglosaksische landen in vertaling al een hit was geworden. Boudewijns vriend Lennaert Niigh
schreef er een Nederlandse tekst voor, die "beter is dan de Engelse", zoals Boudewijn vindt.



Hiernaast Boudewijn de Groot en Donovan, van wie hij het nummer 'The Universal Soldier' opnam.


Die plaat werd een bestseller, bracht het tot de hoogste regionen van de hitgarade en zo wonderwel bleek die stijl bij Boudewijns talent en stem te passen, dat er nu onlangs zelfs een 30-cm langspeelplaat op het Decca-label verscheen. Daarop staan chansons als 'Woningnood", maar ook vertalingen van Donovan- en Dylan- nummers als "Sunny Goodge Street", dat in het Nederlands "Draai weer bij" werd. "Times are a'changin"' werd "Er komen andere tijden".
Die liedjes hoort u in het televisieprogramma "Hee Boudewijn", dat vanavond op het scherm komt. Maar verder zingt hij een stout liedje, dat door Lennaert Nijgh uit het Frans werd vertaald; het draagt de veelbelovende titel "Een meneer hield van een jongen". "Welterusten, meneer de president" is een Nijgh en de Groot-liedje, waarvoor zelfs Bob Dylan niet opzij zou gaan. Het is een type "protest"-song, waarvan de Ampex-technici bij de montage van het programma zeiden: "Nou, nou, die jongen zegt voor de televisie dingen, waarvoor een ander in de gevangenis zou komen..."









De oorspronkelijke spelling is aangehouden.


Omhoog
Terug