Spanningen tussen ouders en kinderen zullen er altijd blijven.

auteur: nn
geplaatst in: Teenbeat, 1967

Sprekend met Boudewijn de Groot is een uiterst plezierige bezigheid. Hij is een rustige jongen, die graag argumenteert over zaken, die hem na aan het hart liggen. Boudewijn ('Bo' voor zijn intieme vrienden) doet dat allemaal niet met een grote pathos of met de instelling 'altijd gelijk te willen hebben'. Nee, hij brengt op een doordachte - en daarom des te meer overtuigende - wijze zijn stellingen naar voren en luistert geïnteresseerd naar andermans denkbeelden. Hij kan met een lachend gezicht van mening verschillen met een ander. Er is eigenlijk veel veranderd.

De 'Boudewijn de Groot' van nu verschilt hemelsbreed met het moeilijke karakter van enkele jaren her. Toen was Boudewijn op zoek naar zichzelf, miste het nodige zelfvertrouwen en zette zich af tegen de maatschappij, omdat hij dacht daarin misschien geen gewaardeerd lid te worden. En nu - nauwelijks twee jaar later - is hij volkomen veranderd. De evolutie heeft zich erg snel voltrokken. 'Bo' is een gelukkig mens geworden, die bewust leeft en bewust een weg uitstippelt voor de toekomst. Het is hem helemaal aan te zien, dat hij het prettig vindt om getrouwd te zijn... om te zingen... om 's avonds door een romantisch Amsterdam te slenteren... en plezier beleeft aan zijn succes en het niet hinderlijk vindt herkend om nagewezen te worden. Toch gaat er achter die opgewekte façade van de altijd wat huppelende Boudewijn de Groot een bewogen jongeman schuil, die zich wel degelijk bewust is van de verantwoordelijkheden en problemen waar deze tijd hem voor stelt.
Troubadour Boudewijn werd op 20 mei 1944 geboren in een Japans interneringskamp bij het toenmalige Batavia (Djakarta); kort na het inde van de oorlog keerde de familie Groot naar het land van herkomst terug om zich in het villadorp Heemstede te vestigen ('mijn vader is een statusman). B. doorliep het Coornhert-lyceum te Haarlem en wilde daarna naar Amsterdam, naar de Filmacademie. In deze studentenjaren maakte hij samen met zijn vriend Lennaert Nijgh een film, dat 'Feestje Bouwen" heette, hierin zong B. enkele liedjes zichzelf op gitaar begeleidend.
Het maakte allemaal zo'n indruk op teevee-commentator Ed Lautenschlager, dat deze hem met klem adviseerde om door te gaan. Lautenschlager legde ook de eerste contacten met teevee-producers en mensen uit de platenbusiness. Zonder te weten dat Boudewijns hartsvriendin Anneke moeder ging worden, schreef Nijgh het poëtisch en vlijmscherpe 'Elégie Prénatale'. Kort na het verschijnen van zijn eerste plaat ('Strand'/'Elégie) werd zoon Marcel geboren en het jonge gezin trok in bij Anneke's ouders. Om zijn gezin te onderhouden nam B. allerlei baantjes aan. 'Cinefiel' de Groot moet zich dan proberen te ontdoen van het predicaat 'protest-zanger'. Immers, zijn liedjes droegen duidelijk een protesterend en provocerend karakter en zijn verschijning bij de Pacifistisch Socialistische Partij in het kader van de verkiezingen heeft er mede toe bijgedragen. Inmiddels weet iedereen beter: B. is meer dan een gewone protest- of liedjeszanger. Hij is een 'overlevende', hij heeft alle hindernissen en handicaps naar de volwassenheid genomen en 'overleefd' en met die Boudewijn de Groot heeft TEENBEAT een gesprek gehad.

Met zijn handen diep in de zakken van zijn donkere jas, een dikke wollen shawl wat slordig om de hals geslagen en een hippe pet diep over hoofd en haar getrokken, komt Boudewijn de Groot - precies op tijd - huppelend 'Americain' binnen, het Amterdamse horeca-eentrum, waar iedereen die wat wil zien of gezien wil worden, neerfladdert. Deze onpersoonlijke zaak lijkt meer op een wachtlokaliteit van de NS, door het constante lawaai, drukke heen-en-weer geloop en de microfoon-stem, die om de paar minuten moeilijk te verstane klanten uitbraakt. Na enig zoeken - want het Americain heeft vele pilaren en donkere plekjes - vindt Boudewijn de Groot de Teenbeat-redacteur. Hij is even later zichtbaar blij verrast met de kwaliteit van de foto's die Ronnie Hertz van hem heeft gemaakt. De ex-Veronica-d.j. de Groot ('ik moest toch wat verdienen') heeft zich in een 'Kink'-interview (14 januari) negatief uitgelaten over de 'Teenbeat-lezertjes'. Waarom zo laagdunkend? 'Ik bedoelde niet speciaal de lezers van Teenbeat, ik had het meer over het publiek bij het Hartewens-festival, dat erg enthousiast doet, maar nauwelijks de moeite neemt om te luisteren en een tekst te begrijpen', verdedigt hij zich. Vind je ook, dat die hele grote groep jongeren veel bewuster leeft en meer staat voor de moeilijkheden? Boudewijn de Groots stem verschilt nogal met die op de plaat. Nergens agressief of fel nu, maar rustig, soms bedeesd. Vóór hij antwoord geeft, pakt hij het Tonic-stampertje, alsof er steun bij zoekt. Hij speelt met het prul en vlak voor hij gaat spreken, perst hij het schijfje citroen plat. Hij fixeert de uitwerking en zegt dan: 'Beslist niet, ze zijn helemaal niet zo onderweg als algemeen wordt beweerd. Ik kom het maar zelden tegen, dat jongeren nadenken over van alles en antwoorden zoeken. Nee, die groep moet je niet te hoog schatten. Ze voelen zich gauw aangevallen en bedreigd en als je daar doorheen prikt, vallen ze terug naar een bedenkelijk laag peil. Ik denk, dat de Teenbeat-lezers zo zijn: springerig, gauw ergens dol voor, maar niet teveel diepgang'. Wat vind je van tienerbladen, zoals Muziek Expres, Muziek Parade en Teenbeat? Er verschijnt een grijnslacht op het gezicht van Boudewijn de Groot, alsof hij het vervelend vindt te antwoorden, het Tonic-stampertje helpt hem weer: 'Ik heb me nooit kunnen onttrekken aan de indruk, dat dit soort bladen werd gemaakt door ouderen, die toch zo nodig opvoedend werk wilden doen. Vooral het padvinderstoontje irriteerde me verschrikkelijk. Alles werd 'aardig' en 'enig' en 'opbouwend' gevonden. Het is een toon, die het publiek niet kan blijven lezen, omdat het te weinig inhoud heeft. Toen ik in de business kwam, merkte ik opeens, dat het in werkelijkheid toffe jongens waren of daar in ieder geval voor wilden door gaan. Ik heb nu gemerkt - tot mijn genoegen - dat er veel veranderd is, vooral in Teenbeat. Trouwens, ik heb Teenbeat altijd het minst slecht gevonden, jullie zochten tenminste daar een betere formule. Ik blijf Teenbeat wel kwalijk nemen, dat ze bij een inleiding op een artikel van mij over Joan Baez schreven: 'Teenbeat is het enige blad waarvoor ik zou willen schrijven'. Kijk dat ging mij nu weer te ver'.

Raad gebaseerd op ervaring
Het gesprek met Boudewijn zou eigenlijk als centraal thema hebben - als het aan Teenbeat lag - het sex-vraagstuk, de sexuele voorlichting, het gedwongen huwelijk, geslachtelijke omgang in de verkering, de ongehuwde moeder. We meenden namelijk bij jeugdige vader de Groot (binnenkort komt er gezinsuitbreiding) aan het goede adres te zijn voor enige waardevolle opmerkingen en adviezen. Boudewijn vind het onjuist antwoord te geven op deze vragen. 'Daar ben ik helemaal tegen. Deze problemen staan in het brandpunt van dt belangstelling, maar ik voel me helemaal geen raadgever. Mijn antwoorden zouden alleen gebaseerd zijn op eigen ervaringen. En dat deel van mijn privéleven is mij heilig, daar geef ik niets van bloot. Sorry. Sexuele voorlichting en 'verstandig ouderschap' zijn wel terreinen, die Boudewijn de Groot niet te glibberig vindt, daar wil hij wel zijn visie over geven: 'Dat er spanningen zijn tussen ouders en hun kinderen is niets nieuws. Dat bestaat al eeuwen. Een heel begrijpelijke situatie want het generatie-verschil doet zich altijd voelen. Toch geloof ik dat de ouders op de allereerste plaats in aanmerking komen om hun kinderen sexuele voorlichting te geven. Het is de meest eerlijke binding. daarom voel ik niet zoveel voor voorlichting op scholen, het is te onpersoonlijk. Een en ander van vriendjes horen en door middel van grappen, is natuurlijk helemaal fout'. Maar als die ouders nu geen contact met hun kinderen hebben? Boudewijn: 'Als de uders het contact verliezen met hun kinderen, gebeurt dat pas na een bepaalde leeftijd, wanneer de kinderen zichzelf meer en meer bewust worden. Dan pas komt dit vervelende gespannenheid. Daarom is het zo belangrijk, dat ouders goed met elkaar kunnen opschieten, samen meegroeien met hun kinderen. Ouderschap mag geen gezag zijn. Ouders moeten raadgevers zijn, die hun kinderen alles vertellen, daarbij uitend uit eigen ervaringen. Als de kinderen zien, dat hun vader en moeder nog lekker net elkaar omgaan en werkelijk contact met elkaar hebben, nemen ze adviezen veel eerder aan. In zulke gevallen zullen er nooit heel grote spanningen ontstaan. Moeilijkheden tussen ouders en kinderen worden alleen maar vergroot, omdat vader en moeder niet voor de volle 100% samen optrekken'. Vervolgt hij: 'Als een jonge knaap op iets latere leeftijd een eigen mening gaat vormen, uitgaande van wat hij door zijn millieu heeft meegekregen, zal hij natuurlijk toch van mening verschillen met zijn ouders, maar omdat de verhouding altijd erg open is geweest, zal hij sneller tot discussie komen thuis. Inzichtverchillen blijven er vanzelfprekend, maar dan niet zo schril.

Provo's zijn handelingsbekwaam!
De binnenkort naar Weesp verhuizende Boudewijn de Groot zal Amsterdam wel missen, al was hij daar eerst niet zeker van: 'Toen we de flat kregen, dacht ik 'Fijn weg uit Amsterdam waar de hele dag het verkeer raast en stinkende gassen achter laat, Amsterdam is Amsterdam niet meer'. Maar als dan de avond gevallen is, en alle forensen met trein en auto vertrokken, komt de sfeer weer terug. Maar juist 's avonds ben ik er zo weinig, dan moet ik optreden. Nee, als ik er goed over nadenk, ben ik blij naar Weesp te kunnen, ik ben bang dat ik een hekel aan Amsterdarn zou krijgen.' Voor de niet autorijdende Boudewijn zal het elke avond een race tegen het uurwerk worden om tijdig Weesp te bereiken, het zal steeds haasten zijn om die laatste trein te halen.
De zeer met het Amsterdamse lot begane Boudewijn zal dan waarschijnlijk nog minder gelegenheid hebben om zich met de activiteiten van de provo's bezig te houden. Daar antwoordt hij op: 'Mijn wilde provotijd is allang voorbij. Ik heb nu alleen nog contacten met de kern, met Duco van Weerlee en Roel van Duyn. Eigenlijk ben ik het nooit eens geweest met de wijze, waarop de aandacht van het grote publiek op de provo's werd gevestigd.' Waarom bemoei je je met de provo's? De Groot: 'In een aantal zaken kan ik met ze meedenken en meevoelen; ik ben het ook dikwijls met de provo's eens. Ze voelen zich bedreigd in deze maatschappij en daar zetten ze zich tegen af. Ze voelen zich handelingsbekwaam (en dat zijn ze ook) maar krijgen geen kansen. Van het begin af aan heb ik gezegd, dat je die maatschappij moet bestrijden met de wapens, die ze ook gebruiken. De kern is het daar ook mee eens. Dat zijn ook de jongens met de brains. Het blad Provo vind ik trouwens erg goed. Zeker 3/4 heeft waarde, heeft diepgang, is bezonnen geschreven.' Dylan? Boudewijn: 'Is een typische provo, die zonder moeilijk te doen, met heel simpele teksten de mensen eens verteld hoe verkeerd ze doen. 'Time's they are a-changing', heel eenvoudige rijmwoorden, niet te ingewikkelde melodie, daarom zo oneindig direct. Er straalt een bewogenheid en een bezonnenheid van Dylan uit, die gewoon aangrijpend is'.

'Land van Maas en Waal'
De laatste hitparader van Boudewijn de Groot is hard op weg als een 'volkslied' populariteit te krijgen. Jong en oud, zingen in café's, op scholen en in de straat dit makkelijk in het gehoor liggende liedje. Op onze vraag her en der 'hoe men de tekst vindt', worden doorgaans de schouders op gehaald en iets gemompeld van 'Het is toch een prettig melodietje'. Als we dit overbrengen op Boudewijn en er onze mening aan toevoegen, is zijn antwoord: 'Het is het mooiste wat Lennaert ooit geschreven heeft. 'Land van Maas en Waal' beschrijft zo treffend die toestand van het ten einde raad zijn, het zo in de rotzooi zitten, dat er eigenlijk geen uitweg meer is'. Of deze tekstbedoelingen op al die tienduizenden kopers overkomen, moeten we betwijfelen.


Omhoog
Terug