Sprekend met Boudewijn de Groot is een uiterst plezierige
bezigheid. Hij is een rustige jongen, die graag argumenteert
over zaken, die hem na aan het hart liggen. Boudewijn ('Bo'
voor zijn intieme vrienden) doet dat allemaal niet met een
grote pathos of met de instelling 'altijd gelijk te willen
hebben'. Nee, hij brengt op een doordachte - en daarom des te
meer overtuigende - wijze zijn stellingen naar voren en
luistert geïnteresseerd naar andermans denkbeelden. Hij
kan met een lachend gezicht van mening verschillen met een
ander. Er is eigenlijk veel veranderd.
De 'Boudewijn de Groot'
van nu verschilt hemelsbreed met het moeilijke karakter van
enkele jaren her. Toen was Boudewijn op zoek naar zichzelf,
miste het nodige zelfvertrouwen en zette zich af tegen de
maatschappij, omdat hij dacht daarin misschien geen
gewaardeerd lid te worden. En nu - nauwelijks twee jaar later
- is hij volkomen veranderd. De evolutie heeft zich erg snel
voltrokken. 'Bo' is een gelukkig mens geworden, die bewust
leeft en bewust een weg uitstippelt voor de toekomst. Het is
hem helemaal aan te zien, dat hij het prettig vindt om
getrouwd te zijn... om te zingen... om 's avonds door een
romantisch Amsterdam te slenteren... en plezier beleeft aan
zijn succes en het niet hinderlijk vindt herkend om nagewezen
te worden. Toch gaat er achter die opgewekte façade van
de altijd wat huppelende Boudewijn de Groot een bewogen
jongeman schuil, die zich wel degelijk bewust is van de
verantwoordelijkheden en problemen waar deze tijd hem voor
stelt.
Troubadour Boudewijn werd op 20 mei 1944 geboren in een Japans
interneringskamp bij het toenmalige Batavia (Djakarta); kort
na het inde van de oorlog keerde de familie Groot naar het
land van herkomst terug om zich in het villadorp Heemstede te
vestigen ('mijn vader is een statusman). B. doorliep het
Coornhert-lyceum te Haarlem en wilde daarna naar Amsterdam,
naar de Filmacademie. In deze studentenjaren maakte hij samen
met zijn vriend Lennaert Nijgh een film, dat 'Feestje Bouwen"
heette, hierin zong B. enkele liedjes zichzelf op gitaar
begeleidend.
Het maakte allemaal zo'n indruk op teevee-commentator Ed
Lautenschlager, dat deze hem met klem adviseerde om door te
gaan. Lautenschlager legde ook de eerste contacten met
teevee-producers en mensen uit de platenbusiness. Zonder te
weten dat Boudewijns hartsvriendin Anneke moeder ging worden,
schreef Nijgh het poëtisch en vlijmscherpe 'Elégie
Prénatale'. Kort na het verschijnen van zijn eerste
plaat ('Strand'/'Elégie) werd zoon Marcel geboren en
het jonge gezin trok in bij Anneke's ouders. Om zijn gezin te
onderhouden nam B. allerlei baantjes aan. 'Cinefiel' de Groot
moet zich dan proberen te ontdoen van het predicaat
'protest-zanger'. Immers, zijn liedjes droegen duidelijk een
protesterend en provocerend karakter en zijn verschijning bij
de Pacifistisch Socialistische Partij in het kader van de
verkiezingen heeft er mede toe bijgedragen. Inmiddels weet
iedereen beter: B. is meer dan een gewone protest- of
liedjeszanger. Hij is een 'overlevende', hij heeft alle
hindernissen en handicaps naar de volwassenheid genomen en
'overleefd' en met die Boudewijn de Groot heeft TEENBEAT een
gesprek gehad.
Met zijn handen diep in de zakken van zijn donkere jas, een dikke wollen shawl wat slordig om de hals geslagen en een hippe pet diep over hoofd en haar getrokken, komt Boudewijn de Groot - precies op tijd - huppelend 'Americain' binnen, het Amterdamse horeca-eentrum, waar iedereen die wat wil zien of gezien wil worden, neerfladdert. Deze onpersoonlijke zaak lijkt meer op een wachtlokaliteit van de NS, door het constante lawaai, drukke heen-en-weer geloop en de microfoon-stem, die om de paar minuten moeilijk te verstane klanten uitbraakt. Na enig zoeken - want het Americain heeft vele pilaren en donkere plekjes - vindt Boudewijn de Groot de Teenbeat-redacteur. Hij is even later zichtbaar blij verrast met de kwaliteit van de foto's die Ronnie Hertz van hem heeft gemaakt. De ex-Veronica-d.j. de Groot ('ik moest toch wat verdienen') heeft zich in een 'Kink'-interview (14 januari) negatief uitgelaten over de 'Teenbeat-lezertjes'. Waarom zo laagdunkend? 'Ik bedoelde niet speciaal de lezers van Teenbeat, ik had het meer over het publiek bij het Hartewens-festival, dat erg enthousiast doet, maar nauwelijks de moeite neemt om te luisteren en een tekst te begrijpen', verdedigt hij zich. Vind je ook, dat die hele grote groep jongeren veel bewuster leeft en meer staat voor de moeilijkheden? Boudewijn de Groots stem verschilt nogal met die op de plaat. Nergens agressief of fel nu, maar rustig, soms bedeesd. Vóór hij antwoord geeft, pakt hij het Tonic-stampertje, alsof er steun bij zoekt. Hij speelt met het prul en vlak voor hij gaat spreken, perst hij het schijfje citroen plat. Hij fixeert de uitwerking en zegt dan: 'Beslist niet, ze zijn helemaal niet zo onderweg als algemeen wordt beweerd. Ik kom het maar zelden tegen, dat jongeren nadenken over van alles en antwoorden zoeken. Nee, die groep moet je niet te hoog schatten. Ze voelen zich gauw aangevallen en bedreigd en als je daar doorheen prikt, vallen ze terug naar een bedenkelijk laag peil. Ik denk, dat de Teenbeat-lezers zo zijn: springerig, gauw ergens dol voor, maar niet teveel diepgang'. Wat vind je van tienerbladen, zoals Muziek Expres, Muziek Parade en Teenbeat? Er verschijnt een grijnslacht op het gezicht van Boudewijn de Groot, alsof hij het vervelend vindt te antwoorden, het Tonic-stampertje helpt hem weer: 'Ik heb me nooit kunnen onttrekken aan de indruk, dat dit soort bladen werd gemaakt door ouderen, die toch zo nodig opvoedend werk wilden doen. Vooral het padvinderstoontje irriteerde me verschrikkelijk. Alles werd 'aardig' en 'enig' en 'opbouwend' gevonden. Het is een toon, die het publiek niet kan blijven lezen, omdat het te weinig inhoud heeft. Toen ik in de business kwam, merkte ik opeens, dat het in werkelijkheid toffe jongens waren of daar in ieder geval voor wilden door gaan. Ik heb nu gemerkt - tot mijn genoegen - dat er veel veranderd is, vooral in Teenbeat. Trouwens, ik heb Teenbeat altijd het minst slecht gevonden, jullie zochten tenminste daar een betere formule. Ik blijf Teenbeat wel kwalijk nemen, dat ze bij een inleiding op een artikel van mij over Joan Baez schreven: 'Teenbeat is het enige blad waarvoor ik zou willen schrijven'. Kijk dat ging mij nu weer te ver'.
|
|