Over een half jaar wil ik weer iets van me laten horen..."

Boudewijn de Groot verdween in een commune

auteur: nn (waarschijnlijk Henk van der Meijden)
geplaatst in: De Telegraaf, 11 februari 1970

BOUDEWIJN DE GROOT, drie jaar geleden nog een van Nederlands meest verkochte platenartiesten, woont sinds enkele maanden in een commune in een door hem gekochte oude boerderij in Dwingelo.
Daar, omgeven door de rust van de natuur, mediteert hij en werkt hij met de mensen die bij hem wonen en met wie hij zijn inkomsten deelt en op gelijke voet leeft, aan een nieuw geluid.

"Ik heb geen zin daar nu al over te praten," zei hij me gistermiddag vanuit Dwingelo. "Over een half jaar hoop ik weer iets van me te laten horen. Voorlopig wil ik hier rust. Daarom ben ik ook hier naar toe gegaan."

In de commune van Boudewijn de Groot wonen drie jongens en drie meisjes. Met de jongens experimenteert hij met nieuwe composities, die helemaal zullen afwijken van het protestrepertoire waarmee hij in ons land bekend werd. Zijn grootste succes was Lennaert Nijgh's lied 'Land van Maas en Waal'.

Bij zijn platenmaatschappij PHONOGRAM wacht men belangstellend af, welk nieuw repertoire er in de commune van Boudewijn de Groot geboren zal worden. "We hebben hem nog onder contract, en we zijn benieuwd wat er straks uit de bus komt."

Het repertoire belooft in ieder geval zeer progressief te worden; Boudewijn de Groot heeft niet het plan Nederlands te zingen.

Als Nederlands protestzanger lijkt zijn rol nu dan ook uitgespeeld te zijn. De mode verandert dan ook snel in de showbusiness. Zijn laatste LP 'Bij nacht en ontij', waarop hij een heksensabbath bezong (dit doet denken aan Manson) was ook een flop. Misschien was Boudewijn met deze rituele mis zijn tijd wel vooruit; nu is het hyperactueel.

(De oorspronkelijke spelling is aangehouden.)


Omhoog
Terug