Gistermiddag deed een nieuwe figuur zijn intrede in de vaderlandse showbusiness: ridder Van Rappard, burgemeester van Gorkum, ultra-conservatief en gewikkeld in een eenzame strijd tegen het moderne verderf.
Hij reikte op het slot Loevenstein, waar Maas en Waal
inderdaad te zamen stromen, een gouden plaat uit aan Boudewijn
de Groot, omdat van diens 'Het land van Maas en Waal' meer dan
honderdduizend exemplaren zijn verkocht.
De ridder, die steeds vol trots het klaverblaadje van de
exclusieve Utrechtse studentenclub Tres aan zijn gouden
horlogeketting toonde, begon met wat zelfspot: 'Ik behoor tot
de mensen die men liever buiten de culturele arena houdt, maar
die er door zijn tumultueuze bek steeds weer induikelt.'
Ridder Van Rappard, tevens slotvoogd van Loevestein, vermeldde
zijn strafrechtelijke zeggenschap over het gebied van het oude
slot. 'Maar mijn politie luistert beter naar mij dan die in
Amsterdam naar hun burgemeester.
Later voegde ridder Van Rappard daar nog aan toe, dat de
bevolking van Gorkum hem voor geen Van Hall zou willen
ruilen.
Er werd bravo geroepen, er werd op de verkeerde ogenblikken luid geklapt, maar de ridder was niet meer stil te krijgen. Hij sprak drie kwartier aaneen over de jeugd en de ouderen, op den duur met overslaande stem. Boudewijn de Groot, aan de rechterhand van de ridder gezeten, ging steeds onrustiger op zijn stoel schuiven.
Omstreeks half vijf stak een grote veerboot vanuit Gorkum de Waal over naar Loevestein, met honderdtwintig journalisten en fotografen aan boord. De ridder was daar niet bij. Hij kwam later, niet per paard, zoals wij verwacht hadden, maar met een grote Amerikaanse slee.
|
|