Boudewijn de Groot:

"Ik hoef niet herinnerd te worden door volgende generaties"

auteur: Karin de Groot
geplaatst in: KRO Studio Magazine, 11 maart 2000

Tijdens het Gala van het Nederlandse lied krijgt hij de Radio 2 Zend Prijs 2000. De televisieregistratie is op 18 maart bij de KRO te zien. Wat hem betreft is het geen afscheidsprijs. Op dit moment speelt hij in de musical Tjechov. Zelf zegt hij pas met zingen te willen stoppen als hij niet meer kan of als ze hem niet meer willen hebben. Een gesprek met Boudewijn de Groot (56) over ouder worden.

"Later als ik groot ben, word ik piloot of ijscoman. Gek genoeg heb ik nog steeds het gevoel dat er nog een later is waarin ik al die dingen kan gaan doen. De ruimte die voor me ligt, is gevoelsmatig even groot als toen ik dertien was. Nou ja, voor hetzelfde geld word ik 105 en is het echt zo."
Toen je nog geen 50 was, heb ik je wel eens horen zeggen: 'De 50 ga ik niet redden'.
"Ik had altijd het gevoel dat ik 47 zou worden. Dus vanaf mijn 47ste verjaardag heb ik een jaar lang gedacht dat er iets zou gaan gebeuren, maar toen ik 48 werd, dacht ik: 'Als ik nu niet dood ben gegaan, kan het nog wel eeuwen duren'. Nu ik ouder word, bemerk ik bij mezelf wel een toenemende hypochondrie. Bij een pijntje in mijn hoofd denk ik: 'Het zal toch geen tumor zijn?' Van die dingen waar je, als je jonger bent, niet eens over nadenkt, gewoon overheen walst. Ik zie ook meer gevaren om me heen, hoe makkelijk je van een trap kunt vallen, of van de fiets."


"NU IK OUDER WORD,
BEMERK IK BIJ MEZELF
WEL EEN TOENEMENDE
HYPOCHONDRIE"


Dateert die hypochondrie van de laatste tijd? Je leek al nooit een zeer optimistisch type.
"Ik ben zeker niet pessimistisch. Maar er waren wel vaak tijden dat ik me somber voelde. Dat was bij mij nogal ingrijpend, zonder dat ik ooit aan zelfmoord heb gedacht. Maar het leidde wel tot het afkappen van zaken. Daarmee heb ik mensen gekwetst en pijn gedaan. Mijn ex-relaties en mijn kinderen bijvoorbeeld. Op een gegeven moment liet ik ze voor wat ze waren, omdat ik vond dat ik iets anders moest gaan doen. Meestal betekende het dat ik helemaal niks meer zag zitten. Dus ik liet Lennaert links liggen, stopte met het Nederlandse repertoire en wilde Engels gaan zingen. Ik liet de stad voor wat ze was en ging op een boerderij in Dwingeloo zitten."
Wat dacht je dan op het moment dat je weer uit dat dal gekrabbeld was?
"Vrijwel altijd dat ik wilde doorgaan waar ik de draad had laten liggen. Dat was toch eigenlijk het beste. Meestal maakte ik dan weer een nieuwe plaat."
Je bent nooit teruggegaan naar je vrouw en je kinderen?
"Ik heb meer dan eens gedacht: 'Waarom ben ik eigenlijk weggegaan?' Maar teruggaan kon niet meer."
De laatste jaren heb je niet meer van die rigoureuze beslissingen genomen.
"Nu ik ouder word, ben ik veel meer geneigd om er niet meteen een streep onder te zetten, als dingen niet gaan zoals ik het graag zou willen. Nu kijk ik eerst nog even aan of het me lukt, zonder dat ik meteen iedereen in de steek laat. Met die rigoureuze houding heb ik natuurlijk ook veel kapot gemaakt. Op een gegeven moment zag ik wel in, dat ik er moest zijn voor de kinderen en probeerde ik de band weer aan te halen. Maar dat gaat natuurlijk niet een, twee, drie. Daar zijn we nog steeds mee bezig."
Ik las ergens dat je altijd wel heel erg kritisch was ten opzichte vanje kinderen.
"Dat was mijn simplistische uitleg om je kinderen dingen te leren die ze in jouw ogen niet goed doen. Ik vond dat ik ze moest zeggen als ze dingen niet goed deden, dat ze mijn advies nodig hadden. Dat voelde ik als mijn plicht. Terwijl kinderen graag willen horen dat hun vader trots is, dat het allemaal fantastisch is. Veel later kun je dan wel met kritiek komen, maar niet meteen. Dat had ik absoluut niet in de gaten. Ik zei altijd onmiddellijk wat ik ergens van vond. Bijvoorbeeld als Caya op de piano speelde. Terwijl ze speelde dacht ik alleen maar: 'Wat kan ze dat knap, wat heeft ze een mooi melodietje gecomponeerd'. Maar ze was nog niet klaar of ik zei haar wat ik anders gedaan zou hebben. Pas jaren later werd dat Caya te veel en heeft ze me erop aangesproken dat ze graag gewoon eens wilde horen dat ik trots op haar was."
Je zei net dat je nog steeds bezig bent het contact met je kinderen weer aan te halen. /I>
"Daar wil ik niet al te diep op ingaan. Het is natuurlijk ontzettend moeilijk voor kinderen als ouders gescheiden zijn. In mijn geval was het extra vervelend omdat de breuk heel rigoureus was, dat heeft een kloof geslagen. Die moet gedicht worden of op zijn minst overbrugd. Dat is bij Caya allemaal redelijk goed gegaan, we hebben een behoorlijke relatie met elkaar. Bij Marcel is dat vrij moeilijk en nog steeds allemaal in ontwikkeling. En bij Jim is het weer iets makkelijker, omdat daar de breuk toch wat minder rigoureus was. Bij alledrie merk ik wel dat er wonden en littekens zijn die nog steeds pijn doen."


"JE KUNT PAS SPIJT
HEBBEN ALS JE ER NIETS
VAN LEERT EN HET
DE VOLGENDE KEER
WEER ZO DOET"


Zou je andere keuzes maken alsje het over mocht doen?
"Het zou belachelijk en onveranrwoordelijk zijn om te zeggen dat ik het weer zo zou doen, dan zou ik niks geleerd hebben, dan zou de relatie tussen ons geen bal zijn opgeschoten."
Heb je van veel dingen spijt in je leven?
"Nee. Er zijn natuurlijk wel dingen waarvan je achteraf moet zeggen: 'Het spijt me' of 'Sorry'. Maar de dingen die ik heb gedaan, heb ik gedaan omdat ik daar een reden voor had. Misschien dat het achteraf dom of onverstandig was, maar je kunt pas spijt hebben als je er niets van leert en het de volgende keer weer zo doet."
Je bent opa van drie kleinkinderen.
"Ik heb een beetje de neiging om kinderen zoveel mogelijk als volwassenen te benaderen en dat ook terug te verlangen. Zo was ik als vader en eigenlijk ook als opa. Ik kan kinderen best even op een speelse manier benaderen, maar dat is dan meestal met kinderen van anderen, want die zie je maar één keer. Dan wil ik best met Lego spelen of voetballen. Maar je eigen kleinkinderen zie je regelmatiger en op een gegeven moment lukt me dat niet meer, dan probeer ik met ze te praten."
Als we praten over ouder worden, kunnen we natuurlijk niet om de dood heen.
"Niemand kan daar omheen."
Houdt dat je erg bezig?
"Ja, ik denk er niet alleen aan als ik een pijntje voel, maar ook als ik mijn vrouw, kinderen of kleinkinderen iets zie doen waarvan ik schrik. Dan denk ik: 'Als je niet oppast, ga je dood, loop je onder een auto of val je van de trap'."
Je bent dus niet alleen met je eigen dood bezig, maar ook met de dood van anderen.
"Ja, met de dood in het algemeen. De dood dringt zich sneller op dan vroeger."
Jaagt de dood jou angst aan?
"Dat verschilt. Het is ook iets spannends, niemand weet wat er gaat gebeuren, dus daar ben ik op sommige momenten erg nieuwsgierig naar. Niet zo dat ik het onmiddellijk wil uitproberen. De ene keer denk ik, het kan haast niet anders of reïncarnatie bestaat, waarom zouden wij hier anders zijn? Dat is natuurlijk de optie waarover je het langst kunt nadenken. Want de optie dat er hierna niks is, daar ben je snel over uitgedacht."
Je zegt, waarom zou je er anders zijn. Waarom ben jij er geweest?
"Ik weet het niet."
Is er iets datje wilt achterlaten?
"Daarbij denk ik niet aan mijn kinderen of kleinkinderen. Ik maak alleen maar deel uit van een ketting van lichamen die de genen dragen van mijn geslacht. Maar ik laat wel mijn werk achter. Wat dat betekent voor generaties na mij, daar heb ik geen flauwe notie van. Maar dat houdt me eerlijk gezegd ook niet zo bezig. Ik hoef niet herinnerd te worden door volgende generaties, want die hebben totaal andere opvattingen. Ik vind het leuk als de dingen die ik maak, geapprecieerd worden en ook als mensen zich dat nog herinneren, maar op den duur maakt het mij niet uit wat ze zich van mij herinneren."
"Weet je al of je begaven of gecremeerd wilt worden?
"Ik heb zo'n donorcodicil, dus ik word pas begraven of gecremeerd nadat ze allerlei organen hebben verwijderd. Ze mogen alles hebben, als ze maar geen veevoer van me maken. Daarna mogen ze wat er over blijft cremeren, of dat nou in een vingerhoedje past of in een Griekse amfoor. Ik wil uiteindelijk uitgestrooid worden op een bepaalde plek. Steeds als ik een nieuwe relatie had, vertelde ik waar ik dat was."
Op welke plek is dat dan?
"Dat kan ik eigenlijk niet zeggen, want het is verboden om in het openbaar je as te laten uitstrooien..."
Ik denk niet dat iemand het gaat controleren.
"Nou ja, het was ergens in de duinen, omdat dat mijn favoriete plek is. Maar als het eenmaal zover is, zeg ik misschien wel heel romantisch tegen mijn vrouw: 'Begraaf mij maar en kom jij naast me liggen als het jouw tijd is'."


Omhoog
Terug