Toernee 83/84

Programmaboek Concert III

auteur: diverse

EXTRA DUIMEN!
Het lijkt al weer zo lange tijd geleden: het eerste grote concerttoernee van de 'nieuwe Boudewijn de Groot'. Dat was in 1976 en voorzichtigheidshalve alleen in België gepland. Niemand wist toen hoe het publiek zou reageren op Boudewijn de Groot's terug verschijnen in het openbaar sedert 1969. Maar tijdens dat toernee - waarbij overigens het leeuwenaandeel van de publieke opkomst door de tieners werd ingenomen - kwamen er reeds vragen uit Nederland om daar ook concerten te houden.
Daaraan werd tegemoet gekomen tijdens het tweede toernee in 1979, waar een nieuwe begeleidingsformatie aantrad (Boudewijn de Groot's eerste concertrondreis werd begeleid door Hennie Vrienten als bassist en Ernst Jansz toetsen, die daarna Doe Maar oprichtte).
Nu bij het derde toernee is Nederland in de meerderheid in het aantal concerten, volgens ons een normale evolutie.
Het zijn dezelfde Nederlandse musici die Boudewijn de Groot bij het laatste deel van zijn vorige toernee begeleidden: Jan Rietman, piano, Hans Janssen, synthesiser en andere toetsen, Hans Hollestelle, gitaar, Jan Vermeulen, bas en Louis de Bij, slagwerk. De technische ploeg is Belgisch: de geluidsfirma Amplight uit Mortsel olv. Mark Luyckx. Voor het licht is een bijzondere man aangetrokken, Michel Morantin, de ex-toneelmeester van het Kollectief Internationaal Nieuwe Scène, die o.a. door het toernee met Mistero Buffo ook ervaring heeft met het licht in de Nederlandse theaters.
Tijdens de zeven achtereenvolgende jaren waarbij wij Boudewijn hebben mogen helpen in zijn kris-kras tochten door de Benelux, zijn wij hem beter en beter leren kennen. We kregen een enorm vertrouwen in zijn muzikaliteit, zijn zin voor artistieke perfectie, zijn volledige inzet. Daarom duimen wij extra voor deze lange concertreeks, waarvan dit programmablad een originele afspiegeling wil zijn.
Boudewijn de Groot zegt zelf over zijn komend toernee: "Twee jaar studie in Amerika zouden het begin kunnen zijn van een nieuwe periode. Het onheilspellende is dat inhoud en richting van die periode niet duidelijk zijn. Het 'heilspellende' is dat ik een carrière achter de rug heb. De verwarring wordt er niet minder door, maar zo is deze tijd".

Kamiel Pauwels (algemene leiding)


BOUDEWIJN: "HOOP GEEFT ENERGIE"
Op het ogenblik dat we dit gesprek hebben, is hij nog druk bezig met de repetities. Toch even tijd voor een zestal vragen en antwoorden, zoals over de Duitse LP en... de weerslag van zijn studies op zijn werk.
Boudewijn: "Vooralsnog wordt mijn werk nauwelijks beïnvloed door mijn studie in LA. Tot de opname van de volgende LP valt er nog weinig te arrangeren. Tijd voor aanbiedingen voor filmmuziek heb ik ook nog niet. Wel heb ik, met name tijdens de filmkursus, veel te maken gekregen met 20ste eeuwse muziek. Niet dat dit een direkte invloed heeft, maar, gekoppeld aan filmmuziek, heeft het zich op een bepaalde manier aan me "opgedrongen", zoals daar, waarschijnlijk maar onbewust, ongetwijfeld iets doordringt in de muziek zoals ik die nu maak. Hetzelfde geldt voor bepaalde vormen van popmuziek, waarvan talloze videoclips op T.V. te zien zijn in Amerika. Het werkt natuurlijk allemaal in zekere mate door."
Welke zijn je verwachtingen rond je eerste LP in het Duits, die nog niet zo lang geleden uitkwam?
Boudewijn: "Mijn verwachtingen zijn dat de eerste LP er voor zal zorgen dat een tweede LP bij media-mensen en misschien bij een klein deel van het Duitse publiek een lichtje doet opgaan. Er zal een punt van herkenning zijn, wat altijd voordelig is. Ik verwacht niet dat de eerste LP geweldig zal aanslaan, maar vooralsnog zijn de reacties positief en dat is natuurlijk een goed uitgangspunt voor een tweede LP die door Phonogram Duitsland reeds is toegezegd."
Hoe kwam het idee van 'Bo in Duitsland' en de daaraan gekoppelde 'Senderreise' eigenlijk tot stand?
Boudewij: "Via reakties en kontakten tussen Hans Kusters en de Duitse Ralph Siegel uitgeverij ontstond het idee om mijn repertoire, in het bijzonder het materiaal van mijn jongste LP, 'Concert', in West-Duitsland in het Duits op de markt te brengen. Voorstellen aan Phonogram Duitsland leverde een positieve reaktie op. Via Siegel werd Jörg von Schenkendorff aangetrokken die de vertalingen voor zijn rekening nam. Voor de nummers die minder geschikt werden geacht, kozen we 3 stukken van de 'Eenzame fietser' LP. Het geheel werd in Hilversum opgenomen en gemixt, waar Duitsland voor de hoes en de promotie zorgde. En gründlich."
Dit is de eerste maal na zoveel jaren dat je zo intens en uitvoerig in de grotere schouwburgen in Nederland zal optreden. Hoe kijk je daar tegenaan?
Boudewijn: "Daar had ik nog niet bij stilgestaan. Ik weet ook niet of het veel uitmaakt. Mij gaat het in de eerste plaats om de nieuwe nummers. Ik ben erg benieuwd hoe men daarop zal reageren en hoeveel er überhaupt sedert het vorige toernee hier veranderd is en of ik daar bij mijn publiek iets van zal merken. Dat geldt voor Nederland, maar ook voor België. Ik word ouder en zij (klaarblijkelijk) niet..."
Vertel iets over het programma van het komende toernee?
Boudewijn: "Het programma zal een stuk of 6 à 8 nieuwe nummers bevatten die "donker van kleur" zullen zijn. Aangezien ze op de nieuwe LP komen, gaan ze over onzekerheid, verwarring, angst, maar toch vertrouwen in de toekomst. Tot nu toe werden de nieuwe teksten op één na door mij geschreven. Lennaert schreef die ene tekst. Hetzelfde geldt voor de muziek, met dien verstande dat Henny Vrienten, die bassist was bij onze eerste concerttoernee in '76 en sindsdien met Doe Maar furore heeft gemaakt in de Benelux, één compositie schreef."
Tenslotte nog een extra opmerking over het toernee en andere plannen.
Boudewijn: "Iedere keer dat ik toer, denk ik: dat is voor het laatst. Iets zal daar toch wel voor zorgen. Maar het gebeurde tot nu toe nooit. En deze keer is de toer dus langer dan ooit. Dit is ongetwijfeld een reaktie op het sukses van de vorige, want een hit heb ik niet en ook geen nieuwe LP. Zulke enorme interesse vanwege de organisatoren is een vleiende gedachte, maar daar moet je natuurlijk ook mee oppassen. Hoop echter geeft energie en energie geeft overtuiging. En dat heb ik nodig met een dergelijk aantal (negen tot op het ogenblik van dit gesprek) eigen teksten: allerlaatste toer of geen allerlaatste toer."


WAAR IK WOON EN WIE IK BEN"
In 1944, tijdens de oorlog met Japan, werd Boudewijn geboren op Java, (een deel van het voormalige Nederlands-Indië) in een concentratiekamp in de buurt van Batavia. Na 2 jaar kon zijn vader met zijn broertje en zijn zusje naar Nederland vertrekken. Daar liep Boudewijn de lagere school te Haarlem, nadien het middelbare Coornhertlyceum en in Amsterdam de filmacademie. Hier studeerde hij af in 1964, maar van filmen kwam niet veel terecht. Wel maakte hij, samen met Lennaert Nijgh, het filmpje 'Feestje Bouwen'. Maar het sterkste wat daarin opviel, waren zijn eerste liedjes, die zo'n indruk maakten op de Nederlandse T.V.-commentator Ed Lautenschlager, dat deze Boudewijn adviseerde door te gaan. Zo verschenen al aan het eind van zijn film-opleiding Boudewijn's eerste singles 'Elégie prénatale' en 'Strand', op tekst van Lennaert Nijgh, de start van een vruchtbare co-produktie.

Na een T.V.-optreden en nog een E.P., besloot Boudewijn z'n toekomst te zoeken in de muziek, zodat zijn filmstudie vooralsnog onbenul werd gelaten. Hij trad op in tal van cafés-chantant, jeugdclubs, kleinkunst-zolders en -kelders, terwijl hij onafgebroken bleef werken aan de opbouw van zijn repertoire. Zijn vierde opname 'Een meisje van zestien' kende een overdonderende belangstelling. Men ging overal zijn talent erkennen, men bewonderde zijn stijl en voordracht en langzaam maar zeker begon Boudewijn het écht druk krijgen.

Er was geen festival of chansonavond, of Boudewijn was de bejubelde zanger. In regelmatig tempo verschenen nu succesvolle singles en nog meer inslaande L.P.'s, waarvan 'Voor de overlevenden' waarschijnlijk het meest geliefd is. Deze en '"Hoe sterk is de eenzame fietser' werden bekroond met platina en diamant; de rest bracht het "slechts" tot goud. Boudewijn's warme, toch indringende en felle stem, zijn soms cynische intonatie, gaf aan verzen als 'De Eeuwige Soldaat', 'De Noordzee', 'Woningnood', e.a. een bijzonder accent.

Boudewijn werd de reus in de nederlandstalige 'kleinkunst'. Meer nog: voor velen in de Lage landen betekende hij wat Bob Dylan was voor de Anglosaksische wereld en hij was een introduktie tot een internationaal (protest-)songrepertoire met liedjes als 'Welterusten meneer de president' en 'Er komen andere tijden'. Maar dat zijn repertoire in zijn geheel bij een gigantisch aantal mensen zeer dierbaar was en is, bewees vooral zijn L.P. 'Vijf jaar hits', een dubbelaibum waarvan sinds de release in 1972 ruim 250.000 exemplaren verkocht werden. Alle lievelingen van het publiek staan er dan ook op:" 'Meisje van zestien', 'Welterusten meneer de president', 'Het Land van Maas en Waal', 'Testament', 'Meester Prikkebeen', enz...

Boudewijn was hier ook de eerste die als chansonnier een elektrische versterkte begeleidingsgroep gebruikte - een innovatie waarvoor niet iedereen rijp bleek. Zo met de 'Names and Faces', die hem vergezelden op zijn toernee in 1969, waarmee hij afscheid nam van het publiek. Boudewijn hield op met optreden, hij zag het niet meer zo zitten. Hij trok zich terug, ging met een paar mensen op een boerderij in Drente wonen met de bedoeling een groep op te richten en Engelstalig repertoire te zingen. Het liep allemaal op niets uit en nadat iedereen weer vertrokken was, richtte Boudewijn zich op een nieuwe L.P. in het Nederlands. In 1973 kwam dan het grote nieuws - na 5 jaar afwezigheid verscheen er een nieuw produkt van Boudewijn de Groot: "Hoe sterk is de eenzame fietser", die ieders aandacht trok en de roep naar wederoptreden van Boudewijn enorm liet aanzwellen. Maar dat was er niet meer bij.

Boudewijn ging platen produceren voor Phonogram, speelde zo een belangrijke rol in de come-back van Rob de Nijs, en schreef muziek voor anderen. In 1975 verscheen Boudewijn's zoveelste album 'Waar ik woon en wie ik ben', dat in Amsterdam opgenomen werd en in Hollywood afgewerkt. Een stap die hem deed besluiten voor langere tijd de Oceaan over te steken. De plaat werd hem niet door iedereen in dank afgenomen: men vond de teksten niet van de kwaliteit van Lennaert Nijgh, de muziek niet zo mooi als men gewend was en het geheel al te simpel, ondanks de 'loodzware symboliek' die men overal meende te bespeuren. Lijnrecht hiertegenover stond de mening van de voorstanders; ontroerend, verrassend eerlijk en zo eenvoudig en open dat men het zelfs een gedurfde L.P. noemde. Vast staat dat het voor Boudewijn de Groot een dierbare plaat is geworden, zowel vanwege inhoud als vanwege de omstandigheden waaronder hij tot stand kwam.

Boudewijn's andere platen bleven fabelachtig verkopen en als je dan zo populair bent, kan het uiteindelijk niet anders of je beklimt toch weer het podium. Na veel vragen, praten, zeuren, denken, onzekerheden en 'ja' en 'nee' en 'ja', kwam het besluit: eind '76 en begin '77 een toer doorheen België. Dit werd een ware triomftocht. Overal uitverkochte theaters met enthousiast publiek onder wie de jongeren een overwegend aandeel hadden. Hiermee was bewezen dat Boudewijn de Groot zijn publiek voor een groot deel duidelijk had aangevuld met een massa die hem voordien slechts van de plaat, radio of TV kende. Daarom drie seizoenen later een uitgebreider toernee dat hem ook langs een aantal Nederlandse schouwburgen voerde.

Na dat toernee werd door Phonogram gebruik gemaakt om een dubbel-L.P. uit te brengen, 'Concert', life opgenomen tijdens enkele van deze concerten, wat een doorsnede vertegenwoordigde van Boudewijn's levendige repertoire. Maar eerst werd nog de LP 'Van een afstand' uitgebracht met gloednieuw repertoire, waarvoor Boudewijn materiaal in de Verenigde Staten schreef. Dat land was van 1980 af zo'n beetje zijn studietoevluchtsoord geworden. Boudewijn studeerde er tot voor kort aan de Dick Grove's Music Workshops in Hollywood Arrangement en Harmonie en Film Scoring.

Boudewijn zal nu waarschijnlijk zijn tijd moeten verdelen tussen de Benelux en West-Duitsland; daar is zopas een Duitstalige LP van zijn meest gekend repertoire op de markt gebracht: 'Bo de Groot', waaraan uiteraard radio- en TV- en andere optredens verbonden zullen zijn.


De musici
Jan Rietman, piano
Jan Rietman komt uit de Achterhoek en studeerde aan het conservatorium te Arnhem met als hoofdvakken piano en algemene muzikale vorming. Op diverse festivals won hij al de afgelopen jaren prijzen voor arrangementen. Hij is ook de presentator van NCRV's 'Lost Vast' en al een aantal jaren betrokken bij het programma. Als pianist won hij in 1973 de tweede prijs op het Loosdrechts Jazz-concours. Verder speelde hij o.a . in Unit Gloria, Long Tail Ernie & The Shakers, The Rainbow Train en natuurlijk ook bij Boudewijn de Groot.
Voor de NCRV-radio verzorgt Jan Rietman naast 'Los Vast' ook het Hilversum 3-programma 'Pop non stop'. Verder is hij verantwoordelijk voor de muzikale inbreng in het Hilversum 1-programma 'NCRV-Globaal' en verzorgt hij de presentatie van het bekende 'Country Style'. Naast presenteren/produceren musiceren en optreden, heeft Jan Rietman tennis, wielrenners en voetbal als hobby.

Jan over Boudewijn: "De gevoeligheid en de introvertie waarmee Boudewijn werkt, doen mij wat. Hij stimuleert mij. Ik heb voor weinig mensen in de muziekbusiness echt respect. Maar hij is er wel één van. Iemand die wat los kan maken zonder veel te springen en te rommelen. Hij is ook lastig, echt een muggenzifter, weet je wel, je kan merken dat hij in Amerika is geweest, want hij let op dingen waar wij als Nederlanders nooit zo erg op letten. Maar hij heeft vertrouwen in ons en dat is misschien ook de reden waarom er zo n grote discipline in de band heerst."

Jan Vermeulen, bas
Jan Vermeulen volgt al van zijn zevende jaar muzieklessen (blaasinstrumenten en accordeon). Hij debuteerde in het Jeugdorkest van Voorburg (zijn geboorteplaats). Jan speelde vanaf zijn dertiende gitaar waardoor hij in 1962 belandde als basgitarist bij de groep Sandy Coast, met wie hij zes L.P.'s en zo'n dertig singles uitbracht. Vanaf het seizoen 1975-'76 vormde hij (o.a. met Hans Hollestelle en Jan Rietman) de groep Rainbow Train, waarmee hij optrad tot '78. Intussen was hij al een aantal jaren bedrijvig als sessiemuzikant in de vele Nederlandse platenstudio's, een activiteit die hij nog steeds bedrijft naast zijn deelname aan diverse omroeporkesten.

Jan zegt over Boudewijn "Het succes van Boudewijn heeft, denk ik, met meerdere factoren te maken. De liedjes zijn sterk, maar hij is natuurlijk ook een ontzettende persoonlijkheid, Dat merk je vooral in het theater, als hij op de büne staat. En die persoonlijkheid dringt overal door, die voel je ook op de plaat. Sommige mensen hebben dat."





Louis Debij
Louis Debij begon als jazzmuzikant in de vijftiger jaren. In een ontelbare reeks bands: Downtown Jazzband, D.S.C., en in meer moderne ensembles als deze van Jan Huydts, Rob Franken, Chris Hinze en de Amerikaarise vibrafonist Dale Pike. Ging mee op de Europese toernees van Esther en Abraham Ofarim en van de soulband Fuson and Stax. Louis Debij maakte drie jaar lang deel uit van het huisorkest in het bekende programma 'Sesjun'. Dan was hij vanaf '74 tot '78 drummer bij de folkgroep Fungus waarmee vijf elpee's werden gemaakt. Op dit ogenblik heeft bij trouwens met een aantal van die oud-Fungus-ers de muzikale koldergroep 'The Amazing Stroopwafels' gevormd. Vanaf '78 is Louis actief bij Nederlandse top-musici als Jan Akkerman, Thijs van Leer, Laurens van Rooyen en Louis van Dijck en natuurlijk Boudewijn. Hij heeft trouwens met deze en andere solisten de afgelopen jaren wel zo'n hele discotheek volgespeeld. Een andere grote soliste, aan wie hij de beste herinneringen bewaart, is Linda Ronstadt.

Louis over Boudewijn: "Ik geloof dat veel muzikanten het met mij eens zullen zijn dat werken met zang heel insprirerend is vanwege de contrasten. Bij Boudewijn verschillen bovendien de nummers sterk van atmosfeer, wat het spelen ook heel afwisselend en interessant maakt. Het verveelt dus geen moment en dat bewijst wel het feit dat we met deze bezetting voor de tweede keer op toernee zijn en dat we als band allemaal vinden dat elk nieuw concert weer beter is dan het vorige. Het wordt gewoon steeds mooier."



Hans Hollestelle, gitaar
Hans Hollestelle, een van de drie beroemde muzikale broers Hollestelle, belandde na het Hilversumse muzieklyceum in diverse bandjes. Hij werd al gauw opgemerkt als virtuoos gitarist, in de studio's gehaald voor diverse platensessies-activiteit en die hij overigens nog steeds uitoefent. Op de bühne kwam hij via musical 'Hair', waar hij vanzelfsprekend deel uitmaakte van het begeleidingsorkest. Hij dook eerst volledig de pop in bij de groep Ekseption, later bij Spin, de Torrero's en ten slotte bij Rainbow Train, samen met Jan Rietman en Jan Vermeulen. Hans schrijft ook zeer veel arrangementen en is - naast de twee grote concerttoernees met Boudewijn - ook actief bij de herboren Sandy Coast.

Hans vertelt ons zijn ssamenwerking met Boudewijn: "Het is me opgevallen dat Boudewijn, sinds in Amerika geweest is, een ander soort nummers schrijft. Er komen verschillende dingen in voor. 'Als het bericht slecht is' begint met een ritme djung djung djung djung en een lekker themaatje erop als tussenstukje. Dat bestond vroeger niet bij hem. Zijn latere nummers zijn duidelijk muzikaler gemaakt en dat kan ik heel goed merken."

Hans Jansen, toetsen
Ingewijden zeggen over Hans Jansein dat hij de man is van zowat alle synthesiser-partijen op elke plaat die in Nederland wordt gemaakt. En dat vertegenwoordigt wat! Nochthans als je deze jongen uit Den Helder vraagt naar zijn activiteiten, antwoordt hij bescheiden-vaag 'platensessies, radio- en t.v.- werk en orkesten'.
Hans tokkelde al op zijn vierde op een piano en kreeg het daaropvolgende jaar reeds privéles. Als prille tiener ging bij over op klarinet, een instrument dat hij na een jaartje zou opzij zou leggen om terug zijn oude liefde op te nemen: het ganse toetsenwerk. Het eerst bracht hij zijn synthesiser-specialiteit in praktijk bij Rick van der Linden en diens groep Ekseption. Dat was het begin van een lange reeks bands, met als - voorlopig orgelpunt - het Boudewijn de Groot 'concert-III'.


Het repertoire


BOUDEWIJN IN AMERIKA
Het is af en toe in interviews wel ter sprake gebracht, maar velen (en niet alleen de fans) vroegen het zich af: wat gaat Boudewijn de Groot toch telkens weer in Amerika doen en waarom juist Amerika als reisdoel?
Wij vroegen Boudewijn, na het tweede succesvolle toernee in de Benelux, een artikel over dit onderwerp, en ja hoor, hier volgt dit exclusief proza.
"Twaalf jaar was ik toen ik via romantische advertenties in voornamelijk The Saturday Evening Post mij een beeld begon te vormen over Amerika. Filmsterbladen als de Piccolo en De Lach maakten dat beeld uiteindelijk omlijnder.
Hollywood moest het worden. De eerste voorzichtige stappen in die richting werden gezet: iedere week met de bus naar (het vroegere) Schiphol en kijken naar vliegtuigen die uit Amerika kwamen of ernaartoe zouden gaan, luisteren naar de juffrouw die via de luidsprekers meldde dat vlucht zoveel vanuit New York was geland, kijken op de wereldwegwijzer hoever Los Angeles van Nederland lag, en natuurlijk heel veel naar het westen kijken, daar bleef het het langste licht, maar vooral: daar lag Amerika.
De romantische drang begon wat te vervagen, toen realistischer zaken mijn gedachten in beslag gingen nemen: huiswerk, vrienden, verliefdheden. Vooral veel later, toen Vietnam in brand stond en Provo en de PSP hier in Nederland Amerika als de brandstichter aanwezen. Dat land met zijn president voorop was schuldig en dus taboe.
Mijn verlangen naar dat land werd in mijn bewustzijn naar de achtergrond verdrongen, maar bleef daar toch bestaan.
Totdat ik in kontakt kwam met een kennis met wie ik jaren geleden op de filmakademie had gezeten: René Daalder. Hij woonde op dat moment in Amerika en wakkerde mijn verlangen weer aan. We schreven samen teksten voor een nieuwe plaat, die weliswaar over Nederland zou gaan ('Waar ik woon en wie ik ben') maar die, zo besloten we, in Amerika afgewerkt zou moeten worden. Het verschil in werken tussen daar en hier leek me interessant om mee te maken. Phonogram werkte heel welwillend mee. De mixage van die plaat werd aanleiding voor mijn eerste verblijf (een maand in Amerika: Hollywood).
Ik vloog erheen, kwam aan en reed met mijn vriend naar zijn huis: over freeways, boulevards en avenues. Alles was exact zoals ik het me had voorgesteld, jaren geleden, bladerend in de Saturday Evening Post, Piccolo en De Lach.
Ik had het gevoel dat ik thuiskwam. Het gevoel van herkenning was voor mij het opwindende, overweldigende en nieuwe van het in Hollywood zijn. Eigenlijk was er weinig verschil in werken in Holland en daar, maar andere verschillen waren hemelsbreed, meer ruimte, andere natuur, veel minder collectieve agressie, meer ontspannen mensen, abominabele sociale voorzieningen, zowel financieel (bijstand) als service (openbaar vervoer), enz. enz. en gemiddeld lagere levenskosten. Over het geheel genomen een sociale sfeer waar ik me erg in thuis voelde, dus wilde ik er langer blijven.
Dat werd een jaar, met het ganse gezin, rondkijken, ervaringen opdoen, mensen ontmoeten.
Ik begon er op aanraden van een nieuwe kennis aan een muziekstudie bij de Dick Grove's Music Workshops: losse kususssen notenschrift, harmonie; later arrangeren. Uit geldgebrek en om hier in Nederland orde op zaken te stellen, moesten we terug, maar die studie wilde ik afmaken.
En zo vertrok ik medio 1980 opnieuw naar Hollywood, dit keer om een afgeronde kursus arrangeren te volgen, een stoomkursus van een jaar, alsmede een jaar 'Film Scoring'.
Die studies zijn klaar, dus nu wordt er weer gezongen."

Boudewijn de Groot
Overgenomen uit Spiraal Flash, 11e jrg. nr.2.


Verder in het programma: korte levensbeschrijvingen van geluids- en lichtmensen, een pagina met kranteknipsels, de tekst van Nachtschade, de tekst en muziek van Een tip van de sluier, de data van de toernee (te vinden t.z.t. op de site 'Toernees'), wat advertenties en wat foto's, die we helaas niet kunnen reproduceren omdat de kopieën te slecht van kwaliteit zijn.


Omhoog
Terug