Boudewijn de Groot kruipt in de huid van Tsjechov

auteur: Ruud Kamphoven
geplaatst in: Brabants Dagblad, 10 september 1991

Het is stil geweest rond Boudewijn de Groot. In 1984 zette hij zijn gitaar opnieuw aan de kant. Na zijn tiende plaat, Maalstroom, had hij er weer even genoeg van. "Ik ben nu eenmaal zo, ik wil graag zo nu en dan iets heel anders doen." Dat 'iets heel anders' bestond de afgelopen jaren uit vertaalwerk uit het Engels (detectives), jeugdtelevisie, de produktie van een plaat van Bram Vermeulen, het componeren van de muziek voor de film Lost in Amsterdam en het zelf meespelen in de muziekfilm van Pim de la Parra Let the musie dance.

Boudewijn vond het allemaal best leuk, maar een echte nieuwe uitdaging? Producer John van de Rest belde hem op: "Voel je iets voor de hoofdrol in de musical Tsjechov?" Boudewijn de Groot zei niet meteen 'ja, graag', maar: "Stuur het spul maar op, dan kan ik het eens bekijken." Het werd 'ja', graag zelfs, "want dat was weer iets wat ik nog nooit had gedaan."
De première van de musical 'Tsjechov', gemaakt door Dimitri Frenkel Frank en Robert Long, is op 26 september in de Amsterdamse Stadsschouwburg. "Ik kende de musical helemaal niet, ik had er nog niets van gehoord. Behalve dan dat liedje, De Meeuw, dat een hit werd op de radio. Mijn enige contact met het musical-genre is wat vertaalwerk geweest, samen met Lennaert Nijgh, voor de musical Nonsens. Maar Tsjechov, nee. Ik kreeg de cd mee en het script en ben thuis aan de slag gegaan. En al gauw leek het me erg leuk om mee te doen. Ik heb er geen auditie voor gedaan of zo. Men ging er kennelijk van uit dat ik dat wel zou kunnen," zegt hij met een bescheiden grijns.

Sterren
Op de cd zingen Rob de Nijs, Gerard Cox, Jasperina de Jong, Martine Bijl, André van den Heuvel, Johan Ooms, Simone Kleinsma, Corry Konings en Robert Long de sterren van de hemel. De cd werd een succes. De uitvoering van de musical in Duitsland, onder meer in Hamburg, werd minder enthousiast ontvangen. Maar Tsjechov bleef toch anderhalf jaar op het programma van de Duitse theaters. John van de Rest durfde het aan om de musical in Nederland uit te brengen. Hij vond Johan Ooms, Ine Kuhr, Lenette van Dongen en Jan Elbertse bereid mee te doen. Robert Long had al te kennen gegeven de hoofdrol in Nederland niet te willen spelen. Boudewijn de Groot leek er geknipt voor.
De musical gaat over het leven van Anton Pavlovitsj Tsjechov die met zijn toneelstukken grote invloed op het theater in heel Europa heeft gehad. Tsjechov schreef theaterstukken waarin weinig handeling zit, het zijn meer sfeertekeningen van het leven in Rusland.
Tsjechov werd geboren in 1860 in Tanganrog, als zoon van een koopman. Hij studeerde medicijnen in Moskou en begon daar korte verhalen te schrijven die ook werden gepubliceerd. Na vijf jaar studeerde hij af, maar Tsjechov besloot te proberen met schrijven de kost te verdienen. Vaak gingen zijn verhalen over hetzelfde thema waarvan zijn hele werk eigenlijk doordrongen is: het isolement waarin de mensen vaak leven en de onmacht om daaruit te komen. In 1904 stierf Anton Tsjechov. Dat leven, althans vanaf 1888, daar gaat de musical Tsjechov over.

Verdiept
Boudewijn de Groot heeft zich de laatste maanden danig in de figuur van Tsjechov verdiept. "Natuurlijk heb ik wel eens iets van Tsjechov gelezen. We hadden op de middelbare school een leraar Nederlands die veel aan toneel deed. Hij regisseerde elk jaar een nieuw stuk en stimuleerde ook het bezoek aan het theater."
"Die kennis heb ik nu weer opgerakeld. Ik heb veel over de figuur van Tsjechov gelezen. Hij komt op mij over als een man die graag in gezelschap verkeert, van praten houdt, van plezier maken. Maar hij stelt zich ook wat afstandelijk op, net alsof hij buiten dat gezelschap staat. Het werd hem gauw te veel."
Voel je je enigszins verwant met de figuur van Tsjechov?
"Wat ik erover lees... er zijn dingen bij waarvan ik zeg: ja, zo zou ik ook reageren. Dat steeds ergens anders willen zijn, dat graag bij andere mensen zijn en er toch een beetje buiten staan, dat onzeker zijn over jezelf, dat herken ik. Alleen, Tsjechov was graag in gezelschap van mannen. Wat dat betreft verschillen we nogal van elkaar. Ik voel me veel meer aangetrokken tot vrouwen."
Meedoen met een musical is wel heel iets anders dan met een groep rond te trekken en alleen zingen.
Boudewijn de Groot schudt zijn grijzende haardos en lacht: "Ja, ik heb eigenlijk nog nooit muziek van iemand anders dan mezelf gezongen. En dat is dus heel vreemd, daar moet ik echt aan wennen. Kijk, muziek die je zelf gecomponeerd hebt, zing je zo, meteen. Muziek van anderen moet je leren en dat is meer dan alleen de melodie en de tekst in je kop stampen. Ik ken nou alle nummers, ik ken de regie-aanwijzingen en zoek nu naar mijn eigen interpretatie."

Niet leuk
Loop je niet het risico dat je dingen moet zingen die je niet leuk vindt?
"Ik doe geen dingen die ik niet leuk vind," zegt hij zeer beslist. "Dit is een mooie musical. Ik heb er vertrouwen in. In principe gaat alles volgens het boekje en houd ik me aan de melodieën. Maar uiteindelijk gaat het toch om wat je er zelf van maakt."
Ooit geacteerd?
"Och ja, op school. Maar voor de rest, nee. Ik moet nu allerlei dingen leren. Een paar elementaire zaken, zeg maar de beginselen, de hernieuwde kennismaking met toneel, heb ik al doorgenomen met regisseur Eddy Habbema. Dat ging leuk. Ik had meteen een goede band met die man hoewel ik hem helemaal niet kende. Ik heb veel naar hem geluisterd."
Je brengt als zanger natuurlijk wel een erfenis mee als je daar als musicalster op het toneel staat...
"Je moet daar aan de ene kant als zanger overheen kijken," meent Boudewijn de Groot. "Aan de andere kant moet je het publiek ook niet herinneren aan die erfenis (Hij schrijft daarbij aanhalingstekens met één vinger in de lucht). Ik ben voor die rol gevraagd, omdat ik kennelijk een bepaalde uitstraling heb die erin past, een stemklank die voor die rol geschikt is. Daar moetje dan gebruik van kunnen maken, vind ik. In hoeverre de mensen blijven denken: zong hij nou maar Testament, tja, dat weet je dan toch nooit! Maar de mensen komen niet naar een zangavond van Boudewijn de Groot, ze komen voor de hele musical."
Werken in een groep waar je in feite niets te zeggen hebt, is ook heel anders...
"...maar wel leuk," valt Boudewijn meteen in. "Ik ben een paar keer gestopt met zingen, juist omdat je daar zo eenzaam wordt. Je zit dan wel in een groep, maar alle aandacht is gericht op jou. Aan de andere kant heb ik iets in me van: laat anderen het nou maar eens zeggen, dan doe ik het wel. Laat iemand anders nou maar eens de verantwoordelijkheid dragen, dan zal ik zo goed mogelijk uitvoeren wat die ander zegt."
Boudewijn de Groot heeft er zin in, hij stort zich met hart en ziel in een nieuw artistiek avontuur. De afloop daarvan is eind september bekend.


Omhoog
Terug