"Ik ben op dit moment aan het toeren, treed drie of vier keer per week op met mijn band.
Wat dat betreft ben ik wel een troubadour, althans zoals dat begrip vandaag de dag wordt
geïnterpreteerd. Eigenlijk zijn troubadours dichters, dus Lennaert was meer een
troubadour dan ik. Ik ben een soort minstreel, als je een middeleeuws begrip wilt
hanteren. Het had trouwens weinig gescheeld of ik had een ander beroep gekozen.
Na mijn camera-opleiding aan de filmacademie solliciteerde ik bij de Nederlandse
Televisie Stichting. Ik zong al wel een tijdje en had al een plaatje opgenomen, maar ik
liet alles van die
sollicitatie afhangen. Ik werd niet aangenomen en dus werd het een zangcarrière.
Jacques Brel en Jaap Fischer - de laatste
heet tegenwoordig gewoon Joop Visser - waren mijn grote voorbeelden, al heb ik ze nooit
in levende lijve mogen ontmoeten. Eén van de grootste talenten van nu vind ik Raymond van
het Groenewoud. Hij beheerst alles: schrijft goede teksten, weet daar de juiste muziek
bij te maken en met zijn stem kan hij alles, van rauw tot teder, van het ene moment op
het andere kan hij ontroeren en aan het lachen maken.
|
|