Veronica primeur

Ik ben het beu

auteur: Willem Hoos
geplaatst in: Veronicagids 16 juli 1975

"Het klinkt misschien wat duur, maar je zou deze plaat de inleiding tot een nieuwe fase van mijn carriére kunnen noemen. Ik sluit er een bepaalde periode mee af. Ik richt me nu op de toekomst".
Onderuit gezakt in het aan de Hilversumse Albertus Perkstraat gevestigde Phonogram-productiebureau praat Boudewijn de Groot over zijn nieuwe langspeelplaat. Een door zijn duizenden fans lang verwachte plaat, die, zo is de bedoeling, 5 september a.s. zal worden uitgebracht.
Het is al weer bijna twee jaar geleden dat Boudewijn's laatste LP uitkwam. Dat was "Hoe sterk is de eenzame fietser", waarmee hij, na vijf jaar min of meer in de anonimiteit verscholen te zijn geweest, zijn come-back maakte.
Op de plaat, opgedragen aan zijn tweede vrouw Alma en ex-Veronica-deejay Tineke Vos. rekende Boudewijn ook al voor een flink deel af met zijn verleden dat zonder meer turbulent kan worden genoemd. Boudewijn was één van de eerste superstars van de nederpopscene. Met zijn over het algemeen sterk geëngageerde liederen, die in nauwe samenwerking met tekstdichter Lennaert Nijgh tot stand kwamen, oogste Boudewijn in de jaren zestig schier onbeschrijfelijke successen.


Die successen gingen hem overigens niet in zijn kouwe kleren zitten. Toch wel behoorlijk introvert als hij is, kregen ze een steeds grotere invloed op zijn persoonlijkheid. Naast vreugde en blijdschap bezorgden ze hem ook veel verwarring en verdriet. Hij raakte er zelfs door in een identiteitscrisis.
In '69 was het overduidelijk: Boudewijn de Groot was niet opgewassen tegen het superstardom. Resoluut maakte hij daar dan ook een eind aan. Samen met enkele muzikale vrienden keerde hij Nederland de rug toe en ging in een soort communevorm in Antwerpen wonen.
Omdat hij het muziek maken toch niet kon laten richtte hij een popgroep op: Names and Faces. Voor de verandering zou er eens in het Engels worden gezongen. Er werden zelfs enkele plaatjes gemaakt, maar die flopten op magistrale wijze. De fans vonden dat Boudewijn zich maar in één taal mocht uitdrukken en dat was zijn moerstaal.

ENORME BELASTINGSCHULDEN
Boudewijn's Belgische uitstapje duurde maar enkele maanden.
Zomer '70 was hij weer in Nederland. Met vrouw Anneke en een aantal vrienden en vriendinnen trok hij zich terug op een boerderij in het landelijke Drentse Dwingelo. Maar ook dat experiment liep op niets uit: al gauw manifesteerden zich allerlei persoonlijke spanningen. Boudewijn's huwelijk leed schipbreuk.
Enorme belastingschulden maakten de zaak er niet eenvoudiger op.
Eind '70 kwam de platenmaatschappij Phonogram, waarbij Boudewijn sinds '64 onder contract stond, te hulp: hij kreeg een baan als producer aangeboden, zodat er weer wat inkomsten waren en een dreigend faillissement kon worden afgewend. Boudewijn verdween nagenoeg uit de publiciteit. Hij vulde de dagen met zijn medewerking aan andermans plaatwerk. Voor het maken van eigen vinylproducten was hij niet in de stemming. Hij wilde eerst helemaal bijkomen van de wilde succesjaren en de afknappers, die daarop gevolgd waren.
Dat de fans hem overigens nog niet vergeten waren bleek wel uit het feit dat er van zijn verzamel-LP "Vijf jaar hits" niet minder dan 130.000 (!) exemplaren werden verkocht.
RENÉ DAALDER
Alle 10 nummers, die voor deze plaat zijn opgenomen, heeft Boudewijn, in samenwerking met filmregiseur René Daalder geschreven: samen deden ze ook de productie.
Boudewijn en René leerden elkaar enkele jaren geleden kennen en zijn sindsdien goede vrienden. Waarom er aan de samenwerking met lennaert Nijgh (voorlopig) een eind is gekomen? Boudewijn, met een nogal verlegen stemgeluid: "Ik denk dat we elkaar een beetje ontgroeid zijn. Dat bleek al toen hij nummers schreef voor "Hoe sterk is de eenzame fietser". Daar zaten een paar bij, waar ik het niet mee eens was en die ik dan ook niet heb opgenomen."
Exclusief voor dit blad volgt hier een overzicht van de nummers, die op Boudewijn's nieuwe LP komen te staan. De meeste zijn sterk autobiografisch getint. Simpelheid en openheid zijn de meest in het oog springende kenmerken. Boudewijn: "Ik zing op deze plaat uitsluitend over mezelf. Vooral over mijn huidige positie als zanger en de relatie met het publiek".
Kant 1 opent met "Waar ik woon", een ballade over Nederland, met een trage intro, twee middenstukken, waarvan er één Latijns georiënteerd is, en een slot, dat kort en up tempo is.
"Ik wil niet meer producer in vaste dienst zijn.
Ik ben erg op mijn vrijheid gesteld".
"Calypso" gaat over de minimale invloed van de Surinaamse op de Nederlandse cultuur. Boudewijn: "De Nederlandse neger, de Surinamer dus, heeft nauwelijks invloed op de Nederlandse cultuur. In Amerika is dat heel anders. Daar heeft de neger bijvoorbeeld in muzikaal opzicht erg veel te betekenen".
'N KAPSONESLIJER
"Rechts links verkeerd" gaat over de gulden middenweg. Boudewijn noemt het, besmuikt lachend, een strijd- en marslied.
"Moeder" is ween een ballade, waarin Boudewijn's jeugdjaren in het voormalige Nederlands Indië worden bezongen. Alleen twee gitaren en een piano zorgen voor de muzikale omlijsting.
In "De Nederlandse held" begeleidt Boudewijn zichzelf op gitaar. Het gaat over de Nederlandse held, die volgens Boudewijn het liefst gezien wil worden als een normaal iemand en niet als een kapsoneslijer. hij noemt het een vrij gecompliceerd lied, dat sterk betrekking heeft op hem zelf en waarover hij (nog) moeilijk achtergrondinformatie kan geven.
Kant 2 begint met "Of niet soms?" Boudewijn: "Een simpel walsje over sinpele dingen, die ik mooi vind en waarschijnlijk ook een heleboel andere mensen: de zon, meisjes van 14 enz. het lied heeft een "open" eind. Ik zing dan: "'t Is toch goed zoals 't is? Of niet soms? ". Iedereen kan dan "invullen" wat hij wil".
"travestie" heeft wel wat verwantschap met "benden alle peil".
Boudewijn richt zich in dit leid tot zijn fans, die nog steeds zijn oude succesrepertoir willen horen. Maar Boudewijn heeft daar hoegenaamd geen emotionele binding meer mee. Hij hoopt dat de fans ook zijn nieuwe songs weten te appreciëren".
"Wegen" is country- and westernachtig van opzet. Het gaat over het op weg zijn naar een niet met name genoemd iemand. "Een fan bijvoorbeeld", aldus Boudewijn.
in "De verbouwing" wordt de verbouwing van een huis bezongen. boudewijn: "Er valt verder weinig over deze song te weggen".
LENNAERT NIJGH
Voorjaar '72 voelde Boudewijn zich weer in staat een nieuwe plaat op te nemen. Dat dreef hem bijna automatisch in de richting van boezemvriend Lennaert Nijgh, met wie hij in de jaren zestig zo'n ijzersterke alliantie had gevormd. De pluizebaardige Nijgh beloofde enig adekwaat tekstwerk te zullen leveren. Maar dat wilde niet bepaald vlotten. En daarom nam Boudewijn contatc op met nog een andere tekstleverancier: zijn zwager Ruud Engelander, in het dagelijks leven leraar aan de Amsterdams toneelschool en als toneelcriticus verbonden aan de opinieweekbladen De Groene AMsterdammer en De Nieuwe Linie.
Pas najaar '73 had Boudewijn - toch al geen snelle werker en bovendien behoorlijk precies ingesteld - de plaat af. "Hoe sterk is de eenzame fietser" ademde een sfeer van rust en huiselijkheid. Het felle engagement van bijvoorbeeld "Meneer, de president", één van Boudewijn's grootste succesliederen van de jaren zestig, ontbrak op deze LP. Ook de Jeroen Bosch-achtige uitbundigheid van "Land van Maas en Waal", een andere hit van vroeger, was er niet op aan te treffen.
"Hoe sterk is de eenzame fietsen" maakte duidelijk dat Boudewijn een ander mens was geworden. Dat hij bovenal gesteld was op zijn rust, zijn vrouw (Alma) en zijn zoontje (Jimmy) en dat hij helemaal niets meer wilde weten van de wilde en woeste toestanden van vroeger.
Sommige fans waren duidelijk teleurgesteld over Boudewijn's nieuwe houding en de plaat, die daarvan getuigde. Maar het merendeel van zijn aanhangers was kennelijk ook rustiger en gezapiger geworden en vond de LP best mooi. Inmiddels zijn er de afgelopen twee jaar bijna 80.000 stuks van verkocht. Boudewijn zal daarvoor bij de presentatie van zijn nieuwe album worden onderscheiden met een hoeveelheid edelmetaal.
HANS HOLLESTELLE
Dat nieuwe album gaat "Waar ik woon en wie ik ben" heten. De opnamen ervoor begonnen in de tweede helft van apil in de nieuwe Arti Sound Studio in Duivendrecht. Boudewijn werd daarbij muzikaal terzijde gestaan door ex-Ekseptiongitarist Hans Hollestelle, Solutiontoetsenman Willem Ennes, de in folkkringen bekende acoustische gitaris Hugo van Riet en de ex-CCC-muzikanten Ernst Jansz (piano), Piet Dekker (bas) en Johnny Lodewijks (drums).
Boudewijn maakte de plaat begin juni af in de Village Recorder Studio in Los Angeles. Daar Daar zong hij alle nummers in en hield zich vervolgens nauwgezet met de mix bezig. Dat Amerikaanse uitstapje wordt door Boudewijn als een experiment omschreven. "Ik heb het Amerikaanse studiogeluid altijd prettig gevonden en ik dacht het voor deze plaat nodig te hebben. Het experiment is me goed bevallen".
Waarom heeft hij eigenlijk de hele plaat niet in Amerika opgenomen? Boudewijn, met een introvert lachje: "Omdat ik dan, uit financiële overwegingen, Amerikaanse studiomuzikanten had moeten gebruiken. En dat doe ik liever niet. Ik werk het liefst met mensen die ik ken". De plaat wordt besloten met "Wie ik ben". Daarin zingt Boudewijn over de mensen en dingen, die vroeger in zijn songs voorkwamen, zoals jonge meisjes, stranden, feesten en het volwassen worden. In dit lied spreekt hij de hoop uit dat de fans hem willen volgen in de veranderingen, die hij de afgelopen jaren heeft ondergaan.
De plaat wordt, geheel in overeenstemming met de simpele nummers, die er op staan, in een eenvoudige zwart-wit hoes gestoken. Hoe de plaat zal worden gepromoot, weet Boudewijn nog niet precies. "Dat zijn zaken, waar ik me nooit zo mee bezighou. Die moeten maar door anderen worden verzonnen".
Boudewijn de Groot is, zo blijkt uit alles, nog steeds erg op zijn rust gesteld. Optreden doet hij al jaren niet meer, behalve bij bijzondere gelegenheden. Ik krijg sterk de indruk dat hij ook een beetje op de hele platenbusiness is afgeknapt. Als ik het hem op de man af vraag, geeft hij 't na enig aarzelen, min of meer toe.
"Ik produceer nog alleen het nieuwe album van Rob de Nijs en daarna hou ik er een tijdje mee op. Ik heb erg behoefte aan nieuwe ideeën, aan een nieuwe omgeving. In september vertrek ik voor drie maanden met vrouw en kind naar Amerika. Als ik terug kom blijf ik nog wel voor Phonogram produceren, maar niet meer in vaste dienst". En na een adempauze en dromerig gepeins: "Ik ben erg gesteld op mijn vrijheid".


Omhoog
Terug