Lage Landen Tournee

auteur: Mikel Adriaansen
geplaatst in: Spikesss, de culturele internetkrant, zondag 14 oktober 2007

Boudewijn de Groot trekt momenteel door de lage landen met een gelijknamige toernee. "Omdat ik ben opgegroeid in de lage landen, en er mijn successen heb behaald," vertelt Boudewijn zijn publiek tijdens de voorstelling. Als een soort ode dus aan de oergrond waarmee hij verbonden is.

Voor de pauze staan de nummers van zijn recent verschenen cd Lage Landen centraal. Die liedjes blijken een samenhangend geheel te vormen, waar vooral kalmte en rust van af straalt. Het past bij De Groot, een icoon van de Nederlandstalige muziek. Op 62-jarige leeftijd is het in de herfst van zijn leven tijd voor bezinning. De Groot, die altijd door een vaste tekstschrijver werd bediend, blijkt zelf - na de dood van Lennert Nijgh - ook ter zake doende teksten te kunnen schrijven. De teksten zijn minder poetisch dan die van Nijgh, meer rechttoe rechtaan. Maar herkenbaar en sfeervol.

De Groot kijkt vooruit en ziet Magere Hein naderen, blikt terug in het overpeinzende Zelden Kunnen Praten - een tekst die hij samen met Jack Poels schreef - twijfelt over het bestaan van God in Achter De Hemelpoort en ziet de multiculturele toekomst in Spelende Meisjes. Het laatste lied is een lang in een la verstopt gebleven tekst van de in 2003 overleden Willem Wilmink.



Van de beminnelijk wiegende cadans van zijn nieuwste materiaal bleek live een vitale kracht uit te gaan. Ook wist De Groot met zijn beschouwende woorden op meesterlijke wijze een warme melancholieke sfeer op te roepen. Dat zijn lappen tekst zo mooi gedijen was ook de verdienste van de knap ingetogen spelende begeleidende muzikanten. Een fraai stel bij elkaar trouwens met Jan de Hont, Nick Bult, Monique Lansdorp en zijn zoon Marcel als kopstukken. Vorig seizoen speelden Ernst Jansz en Jan Hendriks mee, maar deze waren niet meer beschikbaar voor deze toernee.

Na de pauze werd een andere sfeer getekend en gekleurd met een greep uit de oude doos, zij het met geen al te voor de hand liggende hits. Natuurlijk waren daar Tante Julia en Jimmy en de neo-klassieke publieksfavoriet Avond. Maar De Groot koos ook voor nummers als Tegenland en Cinderella. Psychedelische teksten, in de hippietijd geschreven door zijn compagnon Nijgh en met verve en veel plezier gebracht door Boudewijn.

En het tekstuele hoogstandje Strand uit 1964, nu op turbosnelheid vertolkt.
Dat het meest indrukwekkende deel van deze theatervoorstelling bestond uit het nieuwste werk, moet De Groot goed doen. Het betekent dat de éminance grise van de Nederlandstalige pop niet hoeft te teren op eens behaalde resultaten en waardig van zijn oude dag kan genieten.


Omhoog
Terug