Na een zeven jaar durende stilte ligt er een nieuw album van Boudewijn de Groot in de
winkels. Het eiland in de verte laat horen dat de zanger het vak nog lang niet is
verleerd. Ondanks het gemis van zijn vaste tekstschrijver Lennaert Nijgh.
Zeven jaar geleden lag er verrassend genoeg ineens een album van Boudewijn de Groot in de
winkel. Een artiest van wie iedereen dacht dat hij in de jaren zestig en zeventig wel zijn
grootste successen had beleeft. Maar de artistieke vonk was er weer en dus stond Een
nieuwe herfst (1996, Mercury) vol mooie liedjes. Enkele werden echte klassiekers, zoals
zijn uitvoering van De avond (een nummer dat hij in de jaren zeventig schreef met
Lennaert Nijgh voor een lp van Rob de Nijs).
Klassieker
En nu is die vonk opnieuw overgesprongen bij De Groot. Het eiland in de verte is
volgroeider en nog meer uitgewerkt dan zijn voorganger. De cd mag direct worden bijgezet in
de rij grote Nederlandstalige albums. Geen enkel nummer is middelmatig of slecht. Sterker
nog, bijna elk liedje kan een klassieker worden. Alleen al het openingsnummer Berlijn,
beginnend met straatgeluiden gevolgd door klassieke verwijzingen naar Dvorak, zal nog
jarenlang worden gedraaid.
Melancholie
Maar liefst acht teksten zijn nog van hand van de in november 2002 overleden tekstdichter
Lennaert Nijgh. Met hem bereikte Boudewijn de Groot de grootste successen in zijn carrière,
van de protestsongs uit de jaren zestig tot de mooie liedjes op Een nieuwe herfst. Dus
ademt dit nieuwe album de weemoed van Lennaert Nijgh. Want hij kon als geen ander een
voorbije liefde beschrijven, of het verlangen naar een voorbije jeugd. Berlijn, Nergens
heen, Sonnet voor A., Het land van Koning Jan zijn geschreven door Nijgh, en kennen
allemaal diezelfde diepe melancholie.
Maar Boudewijn de Groot kan er zelf ook wat van:
Duizend melodieën schrijven, ik doe het zonder pijn
Maar duizend mooie woorden, hoe wijs moet je dan zijn
(uit: De blauwe uren)
Variatie
De Groot schreef ook de opmerkelijke liefdestekst voor Op weg naar mijn lief, ruim
zeven minuten lang, met overdubs, klassiek orkest en marstrommels. Hier pakt hij flink uit,
maar niet na een begin met een verstild arrangement en een ingetogen trompetsolo. De
vondeling van Ameland is weer een wonderlijke vertelling van Freek de Jonge, die
meerdere nummers voor dit album schreef. Het einddoel, het slot van het album, is
een heus loom jazznummer geworden, een stijl die hem niet echt op het lijf is geschreven,
maar waar hij zich met verve doorheen zingt. Muzikaal wordt De Groot bijgestaan door onder
meer de leden van Doe Maar (Ernst Janz produceerde het album) en zijn zoon Marcel.
Durf
Het lijkt wel of Boudewijn de Groot bij het ouder worden steeds meer durft met zijn stem.
Nu eens die krachtige jarenzestigstem, dan weer een later ontwikkelde, intens warme
zangstem. Hij zingt de noten wat meer uit, waardoor melodie en tekst een even belangrijke
rol krijgen. Het eiland in de verte laat een onuitwisbare indruk achter.
Ook visueel is een brug geslagen tussen heden en verleden: het ontwerp van het cd-hoesje
is die van een oude lp. Het heden is aanwezig door de uitstekende SACD-kwaliteit waarin de
cd is gemixt en de verwijzing naar zijn website: www.boudewijndegrootthuispagina.nl
|
|