Andersdenkenen 13.01.08 Boudewijn de groot

'Een Nederlandse Bob Dylan heb ik mij nooit gevoeld’

auteur: Gerard Klaasen, foto:RKK
geplaatst in:

Ik zit tegenover nummer 82 in de Verkiezing van de Grootste Nederlander?
‘Is dat zo?’
Ja, in 2004.
‘Ik heb geen idee. Was ik dan genomineerd? Ik heb geen lijst gezien. Het verbaast me. Nou, gefeliciteerd met mij.’

Sabbaticalperiode
De zanger-troubadour Boudewijn de Groot is vorige week in een sabbaticalperiode getreden. Hij treedt in 2008 niet op, een enkel Belgisch festival of theaterding daargelaten. ‘Ik heb twaalf jaar aan één stuk door de theaters afgereisd en nu vind ik het wel even goed.’ Eén keer duurde zo’n sabbatical bij Boudewijn liefst twaalf jaar. ‘Ik wist toen niet precies wat ik wilde, noch wat ik kon en leuk vond. Ik heb toen alternatieve bezigheden gezocht die ook nog geld opleverden. Ik heb een tijd teksten vertaald. Het ging toen allemaal niet van een leien dakje. Ook speelde ik in een film van Pim de la Parra. Toen kwam de musical Tsjechov en belandde ik weer in het theater. Nu is er behoefte aan rust en thuiszitten.’

Thuiszitten wil zeggen: Zuid-Kennemerland?
‘Ja, daar kom ik steeds weer terug, daar ligt de bron. Dat zal altijd wel zo blijven.’

Ooit leek hij het type ‘verwarde hippie’, maar Boudewijn werd snel getransformeerd tot popidool. Hij maakte na twaalf jaar afwezigheid opnieuw het succes van uitverkochte zalen mee. ‘Dat lag voor mij toch meer in het verlengde van wat daarvoor gebeurde. Het was bij mij een voortzetting van een grafiek van pieken en dalen. Geen revolutie maar evolutie! Dat is toch gelijkmatiger dan een revolutie.’

Heilige huisjes
Hij werd geboren in Batavia – het tegenwoordige Jakarta – in 1944, in een jappenkamp. Zijn moeder verloor hij al na één jaar en hij repatrieerde naar Nederland. Geen leven met kerven en krabben op de ziel, naar hij zegt. ‘Ik heb zeker niet het gevoel dat ik een afschuwelijke jeugd heb gehad. Ik ben ook niet getraumatiseerd door de gebeurtenissen uit het verleden. De minder leuke dingen zijn bedekt door de mantel der liefde en door de pleisters van de tijd.’

Toch zit ik hier niet tegenover een giga-moppentapper. Er zit een ernstig mens tegenover mij.
'Ho, als ik in een gezellige omgeving ben, wil ik nog best weleens wat vrolijke kwinkslagen naar buiten brengen. Ik merk dat er in de zalen vaak uitbundig gelachen wordt als ik nummers aankondig.'

Liedjes als ‘Welterusten mijnheer de president’ en ‘Meisje van 16’ zijn evenwel doortrokken van ernst en smartepijn.
‘Ja, in die songs werd heel erg met levens rekening gehouden, dat is waar. Maar “Het land van Maas en Waal” is weer een stuk uitbundiger.’

Dat werd per slot een carnavalskraker!
‘Dat was zeker zo niet bedoeld, maar het nummer werd door de carnavalsvierders wel als zodanig gebruikt. Ik had daar ook geen enkel bezwaar tegen. Het vervelende was alleen dat ik me af en toe in het carnavalsgewoel moest storten en daar had ik echt niet zo veel trek in. Ik ben zeker geen uitbundige feestvierder. In die tijd moest ik op zo’n avond “Het land van Maas en Waal” wel twintig keer zingen. Het was ook het enige wat ik hoefde te zingen.’

Antimilitaristisch
Lang was Boudewijn de Groot vooral de zanger van antimilitaristische liedjes. Bij veel PSP-forumbijeenkomsten placht hij in die tijd voor de duur van vier minuten ‘Welterusten mijnheer de president’ te zingen. Die plunje heeft hij inmiddels al jaren afgelegd. ‘Het was meer gelegenheidskleding, zeg maar. Het was de periode waarin de hele wereld bezig was met het omverwerpen van heilige huisjes en het aantasten van het gezag. Je ging er de straat voor op. Het gebeurde allemaal wereldwijd, dus je moest wel heel erg buiten de realiteit staan wilde je daar niet op een bepaalde manier in meegaan.’

Ben jij nog altijd die geëngageerde zanger van toen?
‘Ja, in principe wel, maar het is niet iets waarin ik nu bij uitsluiting mijn repertoire zoek.’

Er zijn immers na Vietnam al wel tien Vietnams of Iraks geweest!
‘Nu, bij Bush en de dingen die hij doet in Irak en Afghanistan, word ik vaak gevraagd of ik “Mijnheer de president” weer “van stal” wil halen. Alleen de uitdrukking al: “van stal halen”, om het weer even af te stoffen en als paradepaardje opnieuw in de galerij te zetten. Dat zegt al voldoende om het juist niet te doen. Daar was dat nummer dus niet voor bedoeld.’

Eenling
Wie Boudewijn de Groot zegt, zegt ook Lennaert Nijgh, zijn tekstschrijver. Nijgh overleed in 2002. De Groot ging alleen verder en schrijft nu ook zélf teksten. ‘Ik ga inderdaad als eenling verder, het duo bestaat niet meer. We waren vrienden, maar geen boezemvrienden. Lennaert was niet iemand die snel bij iemand zijn hart uitstortte. Wij hadden geen intieme gesprekken over elkaars problemen, maar we trokken wel met elkaar op. Hij heeft het jagen op de liefde na drie huwelijken en een aantal korte relaties opgegeven. De grote liefde bleek in zijn leven nooit stand te kunnen houden. “Het jagen voorbij” kwam van hem, dat was een echte Lennaert-tekst. Lennaert was te veel eenling en egocentrisch om een bestendige relatie te kunnen hebben. Er zijn momenten dat ik hem mis. Vreemd genoeg is hij de enige van alle overledenen die inmiddels in mijn boekje staan, van wie ik me afvraag waar hij nu is. Misschien dat ik tijdens mijn sabbatical de woorden vind waarom ik dat wil weten. Dan zal ik er misschien een lied over schrijven.’ Vaak werd Boudewijn de Groot voor de Nederlandse Jacques Brel of de Nederlandse Dylan gehouden. ‘Nee! Je zou wel kunnen zeggen dat ik nu misschien meer een Nederlandse Brel ben dan toen, omdat ik in die tijd mijn liedjes ontzettend vlak en emotieloos stond te zingen, terwijl Brel zijn repertoire juist enorm theatraal bracht. Ik heb me sowieso nooit een Brel gevoeld, hoewel hij altijd een favoriet van mij is geweest. Dylan lag dichter bij mij, maar ook een Nederlandse Dylan heb ik mij nooit gevoeld. Ik ben door veel muzikanten geïnspireerd: The Beatles, Randy Newman, The Eagles.’

Worteliger
Anno 2008 koestert De Groot geen enkele religieuze levensbeschouwing. ‘Nee, ik ga ervan uit dat er van alles kan zijn én dat er niets kan zijn. Ik ben pragmaticus en agnost tegelijk. Ik geloof noch in het bestaan van een God noch in het niet-bestaan ervan. Ik wil van alles altijd een bewijs hebben.’
Navraag leert dat hij zich deep down heremiet voelt. ‘Het lijkt me af en toe heel verleidelijk om de boel de boel te laten en me over te geven aan zoiets volstrekt eenrichtingsverkeer-achtigs dat uiteindelijk verlossing brengt. Het nadeel van je in een klooster terugtrekken, is dat je daar gebonden bent aan een regime en een geloofsovertuiging waar ik mij sowieso niet in zou kunnen vinden.’

Is het leven ploeteren?
'Nee, voor mij is het leven absoluut geen ploeteren, maar voor veel mensen wel. Mijn moeilijkste momenten zijn niets vergeleken bij de moeilijke momenten van veel andere mensen. Ik hoef niet te ploeteren, ik heb het goed. Ik verdien een behoorlijk inkomen, ben gelukkig getrouwd en heb fantastische kinderen en kleinkinderen. Ik heb een dak boven mijn hoofd, werk en er zijn veel mensen die het mooi vinden wat ik doe. Wil je meer?'
In 2007 bracht hij de cd De Lage Landen uit, met nieuwe, prachtige songs. Het grote verkoopsucces van de cd verraste hem zeer, alsook zijn uitverkochte zalen van de laatste jaren. ‘Dat is een euforisch gevoel en het duurt nu al twaalf jaar. Zo’n cd die opeens op nummer één van de Album-Top-100 binnenkomt, dat vind ik fantastisch! Ik heb er als 63-jarige nu zelfs een record mee gebroken. Ik maak ook steeds andersoortige cd’s. Nu ben ik weer teruggegaan naar de wortels. Ik denk dat ik dat op de volgende cd weer doe. Het kan nóg “worteliger”. Ik probeer het altijd beter te doen.’

Dierbaar
Hij toont zijn gitaar die hij ooit van een Amerikaanse vriendin voor zijn verjaardag kreeg. ‘Joyce moest daar heel hard voor sparen, dus ik vond dat op dat moment zéér ontroerend. Deze gitaar, een Martin D35, koester ik en het is een van de gitaren waar ik het liefst op speel. Deze gitaar heeft een emotionele lading. Ik neem haar altijd mee naar huis. Het is met Joyce op een gegeven moment uitgegaan, zoals relaties nu eenmaal altíjd uitgaan. Het is nu zo’n 25 jaar geleden. Ik zie haar nooit meer, maar ze blijft wel altijd in mijn herinnering.’ Hij wijst op een foto van zijn vrouw Anja. ‘Dit is dierbaar! Zoals ik al op De Lage Landen zing: zij is de laatste die ik liefhad en de enige voor altijd! Ik ben vastbesloten om het, wat relaties betreft, hierbij te laten. Ik heb geen enkele behoefte om aan een nieuwe relatie te beginnen, want ik heb geen enkele behoefte om deze relatie te laten eindigen.’

Schreeuwen
Op het toneel kwam Boudewijn de Groot de laatste tien jaar onder andere voorbij als de schrijver Tsjechov en als vader Otto Frank in Het dagboek van Anne Frank. In de Vlaamse serie Flikken speelde hij een politieagent. ‘Ik zou dat laatste zo weer een keer doen. Mijn aandeel in Flikken is vrij onopgemerkt voorbijgegaan. Ik ga er zeker niet achteraan lopen, maar als ze het vragen zal ik zeker niet direct nee zeggen.’

Jij praat heel secuur, vaak op één toon. Kun jij weleens met stemverheffing praten?
‘Jawel hoor, ik kan af en toe ontzettend boos worden en dan kan ik ook behoorlijk schreeuwen. Maar je wilt toch niet dat ik hier op de bank ga liggen vertellen waardoor het allemaal komt? Ik weet wel waar het vandaan komt, het heeft met bepaalde karaktereigenschappen te maken. Ooit zal ik het nog een keer in een radioprogramma van je uit de doeken komen doen.’

Denk je je sabbatical een jaar vol te houden?
‘Ik hoop het anderhalf jaar vol te houden, want als ik terug het theater in ga, zal dat het seizoen 2009/2010 zijn. Ja, ik denk het wel dus!’

De belofte
‘Ik wil daarmee zeggen: ik respecteer. Ik merk dat er de laatste tijd steeds minder respect is in het leven en veel minder respect voor elkaar. En dat neemt schrikbarende vormen aan. Mensen worden steeds egocentrischer, er komen steeds meer “eilandjes”. Het gebrek aan respect beangstigt mij momenteel het meest. Het feit ook dat iedereen maar steeds agressiever en egocentrischer wordt, houdt in dat er ook steeds minder respect is voor de natuur. Er is eigenlijk een tekort aan respect in de volle breedte van het leven.’

Rapportcijfer
‘Toen ik de lp Waar ik woon en wie ik ben maakte, had ik het over zoiets als een rapportcijfer al uitgebreid met mijn oude schoolvriend René Daalder, met wie ik die lp mede maakte. Tijdens onze vele gesprekken zei ik hem dat in mijn leven alles vooral middelmatig was. Ik deed alles middelmatig, mij overkwamen uitsluitend middelmatige dingen. Ik ben nu geneigd mijzelf een 6 te geven, maar ik ben dan weer ijdel genoeg om er toch nog een 7 van te maken. Mogelijk is daarin nog progressie te maken, want met mijn 63 jaar heb ik dan nog 3 punten te gaan tot absolute volmaaktheid. Als dat niet lukt, wil dat nog niet zeggen dat mijn leven mislukt is. Mocht ik op die 7 blijven, dan ben ik uiterst gelukkig.’


Omhoog
Terug