Bij de samenstelling van zijn tweede theatershow sinds hij in 1984 al eens
afscheid nam van het concertpodium, stond Boudewijn de Groot voor een keuze.
Enerzijds heeft de gewezen protestzanger sinds de jaren zestig genoeg
overbekend repertoire opgebouwd om als de éminence grise van de Nederlandstalige
chansonniers een avond te vullen. Een nostalgische greep daaruit zou hem door
een groot deel van zijn in leeftijd meegegroeid publiek in dank worden afgenomen.
Anderzijds zoekt hij de artistieke uitdaging, waarbij de geringe productiviteit
van zijn min of meer vaste tekstschrijver Lennaert Nijgh hem parten speelt.
Ondanks het uitblijven van genoeg materiaal voor een nieuwe cd heeft De Groot (57)
een dapper compromis gevonden tussen de 'verplichte' oude nummers en nieuwe
liedjes met teksten van onder anderen Jan Rot en Freek de Jonge.
De programmatitel Andere Tijden herinnert aan het protestlied Er komen
andere tijden, de vertaling van Bob Dylans The times they are a-changin'
van De Groots debuutalbum Apocalyps uit 1966, maar wijst tegelijk naar de
toekomst. In het openingsnummer Een meisje van zestien was hij onmiddelijk
herkenbaar als de zanger die indertijd met zijn droge, warme stem menig
meisjeskamer van romantisch behang voorzag. Omringd door Nederpopveteranen Ernst
Jansz en Jan Hendriks van Doe Maar en Jan de Hont van ZZ & de Maskers, zet hij
het stevig op een rocken in het nummer Jimmy dat minstens zo goed zou
hebben geklonken in een zaal zonder stoelen en met een biertap.
Sommige nieuwe nummers roepen een countrysfeer op, volgens De Groot 'een genre
waar ik tot voor kort een bloedhekel aan had'. Ouder worden en de dood zijn zaken
die Boudewijn de Groot bezig houden, zo blijkt uit de teneur van zijn
repertoirekeuze. Zware thema's komen op luchtige manier aan de orde in teksten
van Freek de Jonge: het aan de Zangeres Zonder Naam opgedragen Matroos
Havenloos en de tragikomische vertelling De vondeling van Ameland,
waarin een aangespoeld jongetje uit alle macht probeert de wilde zee te
bedwingen. Serieus en humoristisch tegelijk was De zwembadpas, De Jonge's
ode aan een dakloze junkie met memorabele tekstregels 'hij was maatschappelijk
ontspoord/ Als hij op zoek was naar een dealer/ zat de duivel op zijn hielen/
totdat hij had gescoord.'
Het siert Boudewijn de Groot dat hij risico's neemt met onbeproefde nummers.
Het sixties-gevoel van Testament en Beneden alle peil bewaarde hij
voor een kort en indringend solo-optreden in de toegift. Niet de hapklare
meezingers Malle Babbe en Land van Maas en Waal vormen het
hoogtepunt van de avond, maar de ambitieuze donderpreek De engel is gekomen
met angstaanjagend spel van toetsenman Ĺke Danielson op het uit wijnglazen
samengestelde glasorgel.
Het is adembenemend dat Boudewijn de Groot zo authentiek psychedelisch kan
klinken, in een nummer dat nog maar recent werd toegevoegd aan zijn en
Lennaert Nijghs onverminderd boeiende oeuvre.
Concert: Boudewijn de Groot
Gehoord: 8/2 Stadsgehoorzaal, Leiden. Herhaling 18/2 Schouwburg Amstelveen,
19/2 Metropole Almere, 21/2 Stadsschouwburg Eindhoven, 23/2 Concertzaal Zutphen,
Tournee t/m juni.
|
|