Nekkanacht lokt 12.000 toeschouwers naar Antwerpen

Samen zingen op zijn Vlaams

auteur: Kristof Bohez
geplaatst in: Nieuwsblad (internet), zondag 26 april 2009

Traditioneel is de Nekkanacht een schuil- én broedplaats voor het Nederlandstalige lied. De 16de editie vond gisteravond plaats in het Antwerpse Sportpaleis.

'Dames en heren: Yevgueni!' schreeuwde presentator van dienst Marcel Vanthilt voor het openingsnummer. Die dames en heren waren overwegend veertigplussers, en da's logisch wanneer een seventies-icoon als Zjef Vanuytsel (63) nog eens uit zijn schulp en in een groot Sportpaleis kruipt.

Het openingsnummer, dat was Man zijn van Yevgueni. Je kan van die groep veel zeggen: de groep die recent heel even U2 van de Ultratop-troon stootte, het Coldplay van de armen, de leukste Nederlandstalige tekstleveranciers sinds Gorki, een opkomende belofte. Feit is dat Yevgueni gisteren bewees een meer dan waardige centrale gast op de Nekkanacht te zijn. In het duet met Gorki-frontman Luc De Vos was Klaas Delrue simpelweg de betere zanger, en met nummers als Aan de arbeid, Robbie 2 en Mama ik wil papa hóór je gewoon bij de top van de Vlaamse poprock.

Niet dat we dat eenzijdige etiket 'Vlaams' zo strikt op de Nekkanacht moeten stikken. Waren ook van de partij in Antwerpen: Thé Lau en zijn landgenoot Boudewijn de Groot, na de pauze. Die eerste bracht met Jan De Wilde het fel gesmaakte De fanfare van honger en dorst, die laatste mocht zijn Verdronken vlinder solo voor het 12.000-koppige publiek brengen.

En toch blijft de Nekkanacht, ook deze zestiende keer, vooral een broedplaats voor het Vlaamse lied. Modebeest Stef Kamil Carlens is niet alleen interessant om te zien, het was ook interessant om te horen hoe het anders Engels zingende ex-lid van dEUS zich waagde aan het Vlaams. Bij een eerste poging moest hij nog wat zoeken, maar een volgende cover van Ramses Shaffy klonk al veel doorwrochter.

Sarah Bettens deed het ook nog eens in het Vlaams, en zorgde met haar hese engelenstem voor een kippenvelmoment. Niet verwonderlijk dus dat menige bebaarde bezoeker uit volle borst meezong in het Sportpaleis.

De concerttempel was verre van volledig uitverkocht, maar een sobere en sfeervolle belichting zorgden samen met de diepe opstelling van dat grote podium voor een bijwijlen intiem samenzijn.
En samen zingen natuurlijk, zoals Zjef Vanuytsel en alle artiesten uiteindelijk zouden doen op de tonen van Laat dan alleen mijn goede vrienden over. Precies het gevoel dat je besloop wanneer je als fan van het Vlaamse lied het Sportpaleis overschouwde.


Omhoog
Terug