Resencie

Het Eiland In De Verte

auteur: Daniel Spierings
geplaatst in: website www.music90-1.nl, april 2002

Boudewijn de Groot zou in het begin van 2000 optreden met de musical Tsjechov. Ook waren er toen al plannen voor een nieuw album. Geschikte teksten voor Tsjechov ontbraken maar dat wilde niet zeggen dat er geen nieuw album meer van hem zou verschijnen. Hij had Tsjechov waarschijnlijk wel gedaan indien Lennaert Nijgh nog geleefd had. Boudewijn is al die jaren nog steeds een kind gebleven. De troubadour in hem is weliswaar wat getemd, maar ook wijzer geworden. Boudewijn de Groot werd geboren op twintig mei 1944. Het opmerkelijke daarvan is dat dit gebeurde in een Japans gevangenenkamp in Indonesië. Zijn moeder overleed wanneer hij amper een jaar oud is. De rest van de familie De Groot vertrok in 1946 naar Nederland. Omdat zijn vader terug moest naar Nederlands Indië, komt Boudewijn terecht bij tante Alie. Zij is de tweelingzuster van zijn vader en ontfermde zich als een moeder over hem. Op zijn achtste keerde zijn vader terug naar Nederland en de familie ging daarop in Heemstede wonen. Op het Haarlemse Coornhert Lyceum ontmoette Boudewijn vervolgens de tekstschrijver Lennaert Nijgh.

Op de middelbare school schreven ze al hun eerste liedjes, beďnvloed door de destijds populaire zanger Jaap Fischer. Later werd Boudewijn de Groot ook geďnspireerd door de Belgische zanger Jacques Brel en de befaamde Jazzmuzikant John Coltrane. Na de middelbare school ging Boudewijn door naar de Amsterdamse Filmacademie. Hij werkte onder meer mee aan de productie van het filmblad Skoop. Samen met Lennaert Nijgh, die een jaar later op de Filmacademie terecht kwam, maakte ze in 1962 de film Feestje Bouwen. Daarin zong Boudewijn twee zelf geschreven liedjes; De Kater en Bij het Raam. Toenmalige NOS journalist Ed Lautenschlager zag de film en hoorde de liedjes en raakte daar vrij van onder de indruk. Vooral de liedjes spraken hem dusdanig aan dat hij het duo de raad gaf een demo op te nemen. Hij zou dit dan onder de aandacht van platenmaatschappij Phonogram brengen. De eerste singles werden opgenomen namelijk Elégie Prénatale en Strand. Het werd alles behalve een succes. Toch was dit niet het vroegtijdige einde voor Boudewijn. Want kort daarop maakte hij zijn debuut in Wim Ibo's televisieprogramma Cabaretkroniek. Zijn eerste openbare optreden gaf hij overigens bij Coby Schreijer in de Haarlemse Waagtaveerne. Met het diploma van de Filmacademie op zak solliciteerde Boudewijn vervolgens naar een functie bij de NTS, maar werd helaas afgewezen. Hij nam genoegen met een tussentijds baantje als magazijnbediende bij de Amsterdamse Bijenkorf. In 1965 nam Boudewijn een door Lennaert Nijgh vertaalde chanson op van Charles Aznavour. Het was getiteld: Une enfant de 16 ans.

Hij werd daarbij begeleidt door een orkest. Tot zijn stomme verbazing kwam het lied in oktober van 1965 in de hitparade. Het lied bleef zeker dertien weken in de hitparade staan. Na het succes van Een Meisje Van 16, besloot hij een professionele carričre te starten. Vervolgens komt hij met de protestsong Welterusten Mijnheer de President. Het duurde vele jaren voordat hij niet meer gekenmerkt werd als een protestzanger. Dat gelukte hem eigenlijk pas in het begin van 1967 toen hij het door Jeroen Bosch geďnspireerde lied Land van Maas en Waal uitbracht, waarmee hij een nummer een hit in Nederland scoorde. Echte fans hebben sinds die tijd een behoorlijk lange tijd moeten wachten eer Boudewijn met een nieuw vers album op de markt kwam. Hij heeft drie succesvolle tournees achter de rug en kennelijk heeft dit hem dé inspiratie gegeven voor zijn ietwat melancholische album Eiland in de verte. Het is een album vol diepgang geworden en niet geschikt voor gevoelige luisteraars. Geen protestsongs dus maar wel een wijzer geworden troubadour die zijn levensfilosofie uit wil dragen via zijn nieuwe liedjes.


Omhoog
Terug